Werklozen straks gedwongen sneeuw te ruimen onder mom van “normale burgerplicht”

Sneeuw ruimen.
Met zijn wetsvoorstel om bijstandsgerechtigden tot onbetaalde arbeid te verplichten als tegenprestatie voor hun uitkering gaat VVD-staatssecretaris van Sociale Zaken Paul de Krom lijnrecht in tegen de VN-arbeidsorganisatie ILO, die dwangarbeid verbiedt. Daar heeft zelfs de zo regeringsgezinde Raad van State onlangs op gewezen. De Krom probeert die kritiek te pareren door botweg te beweren dat de voorgestelde dwangarbeid zou vallen onder “de normale burgerplichten”, waartoe bijvoorbeeld ook sneeuwruimen zou behoren.

In 2004 heeft de toenmalige VVD-staatssecretaris Mark Rutte via de Wet Werk en Bijstand de gedwongen tewerkstelling in het stelsel van sociale zekerheid ingevoerd, in de vorm van work first-projecten. Het idee van dat soort dwangarbeid hadden beleidsambtenaren op het ministerie van Sociale Zaken afgekeken van de Amerikaanse staat Wisconsin. In hun enthousiasme om werklozen verplicht en onbetaald aan het werk te zetten beseften ze wellicht niet dat de VS een van de weinige bij de ILO aangesloten landen is die de ILO-verdragen tegen dwangarbeid niet hebben ondertekend. Nederland daarentegen wel. Daardoor overtreedt de overheid sinds 2004 met work first-projecten en alle andere vormen van gedwongen tewerkstelling de ILO-verdragen tegen dwangarbeid. Zo is het via dwangarbeid bijbrengen van “arbeidsdiscipline” aan werklozen nadrukkelijk verboden op grond van artikel 1-c van ILO-verdrag nr. 105 uit 1957.

De Krom noemt de voorgestelde dwangarbeid van de Wet Werken naar Vermogen “een nieuwe burgerlijke verplichting” die zou vallen onder “de normale burgerplichten” waarvoor ILO-verdrag nr. 29 uit 1930 een uitzondering maakt en die daarom geen gedwongen arbeid zou zijn. Maar “een nieuwe burgerlijke verplichting” is per definitie iets anders dan “een normale burgerplicht”, die immers niet net nieuw is bedacht. Aldus de publicist Louis van Overbeek, die de ontwikkelingen op het gebied van dwangarbeid scherp in de gaten houdt. Het valt moeilijk vol te houden dat het onder dwang verrichten van onbetaalde arbeid een plicht zou zijn die elke burger normaal gesproken zou moeten uitvoeren. De staatssecretaris van Dwangarbeid kletst dus uit zijn nek en toont daarmee voor de zoveelste keer aan dat het kabinet Bruin I lak heeft aan internationale mensenrechtenverdragen.

Wat tot “de normale burgerplichten” moet worden gerekend, mag geen dwangarbeid worden genoemd, aldus de ILO. Maar het is volstrekt onduidelijk wat onder die plichten moet worden verstaan. Veelzeggend is dat volgens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) burgers niet mogen worden verplicht om de stoep voor de eigen voordeur sneeuw- en ijsvrij te houden. In 2007 liet de VNG die verplichting juist verwijderen uit het nieuwe model van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), omdat dat in strijd zou zijn met de ILO-verdragen tegen dwangarbeid. Als de staat de burger niet mag verplichten om het eigen stoepje sneeuwvrij te maken, dan is het zeker niet toegestaan om bijstandsgerechtigden te dwingen om sneeuw te ruimen op de stoep van andere burgers. Althans, dat zou je zeggen. Toch verplicht onder meer de gemeente Roermond de plaatselijke werklozen om deze winter aan de slag te gaan als sneeuwruimer. De afdeling Sociale Zaken van deze gemeente eindigde onlangs als tweede in de verkiezing van “Beste Sociale Dienst van Nederland”. Met het dwingen van bijstandsgerechtigden tot onbetaalde arbeid vallen blijkbaar ook prijzen te winnen.

Harry Westerink