Amsterdamse GGD speelt kwalijke rol door Khadija toegang tot vrouwenopvangcentra te weigeren

Kantoor van de GGD Amsterdam.
Kantoor van de GGD Amsterdam.

De Marokkaanse Khadija is in oktober 2012 naar Nederland gekomen vanwege haar huwelijk met een man. Ze kreeg afhankelijk verblijfsrecht. Vorige maand werd de Marokkaanse Vrouwen Vereniging Nederland (MVVN) gebeld door een in Nederland wonende kennis van de oom van Khadija. Die vertelde dat ze door haar man gedwongen was achtergelaten in Marokko. Inmiddels is ze teruggekeerd naar Nederland. Maar nu blijkt dat ze geen hulp krijgt van de Amsterdamse GGD, omdat ze geen verblijfsrecht zou hebben. Een pijnlijke en merkwaardige beslissing, alleen al omdat ze volgens de IND helemaal niet illegaal is. En ook al zou ze geen verblijfsrecht hebben, dan nog heeft de gemeente Amsterdam een zorgplicht voor kwetsbare groepen, waaronder vrouwen die zijn mishandeld door hun man. De MVVN vindt het een kwalijke zaak dat de GGD die zorgplicht categorisch terzijde blijkt te schuiven in het geval van vrouwen die illegaal zijn of dat volgens de GGD zouden zijn.

Khadija was op 22 mei samen met haar man en schoonmoeder naar Marokko gegaan, onder het mom van vakantie vieren. Eind juni keerden die twee zonder haar terug naar Nederland. Khadija was daarvan niet op de hoogte, omdat ze toen op bezoek was bij haar eigen familie. Haar retourticket hadden haar man en schoonmoeder achtergehouden. Het was duidelijk dat ze door hen opzettelijk in Marokko was achtergelaten.

Sleutelrol

Al langere tijd steunt de MVVN vrouwen en meisjes die in Marokko gedwongen worden achtergelaten. Zo voerde de vrouwenorganisatie eerder al eens actie voor Louiza en haar zoon Mohamed. Na het telefoontje van de kennis heeft de vrouwenorganisatie meteen contact met Khadija opgenomen. Ze was toen in een dorpje in het zuiden van Marokko, en wilde weten of ze er eventueel recht op had om terug te keren naar Nederland. De MVVN heeft dat laten uitzoeken door de Nederlandse ambassade in Rabat. Ze bleek met haar reisdocumenten terug te mogen keren en op 29 september landde ze op Schiphol. Omdat ze hier geen familieleden heeft die haar zouden kunnen helpen, zijn twee medewerkers van de MVVN naar de luchthaven gegaan om haar op te vangen. De medewerkers maakten de marechaussee duidelijk dat Khadija gedwongen is achtergelaten in Marokko en dat ze hier werd mishandeld door haar man. De grenswachten lieten haar door.

De medewerksters vertelden de marechaussee ook dat Khadija geen opvang had en bovendien gevaar liep. Haar man heeft haar meerdere keren bedreigd en ze acht hem in tot alles in staat. De marechaussee registreerde de melding van achterlating, maar zei haar verder niet te kunnen opvangen. Aangeraden werd om naar de politie in Amsterdam te gaan. Diezelfde avond, om ongeveer 21:00 uur, waren Khadija en de MVVN-begeleiders bij de Amsterdamse politie. Daar kon op dat moment geen aangifte worden gedaan van achterlating en mishandeling. Wel werd de afdeling Vangnet en Advies van de GGD ingeschakeld om te bepalen of Khadija recht had op een crisisopvangplek. In Amsterdam vervult de GGD daarbij een sleutelrol. GGD-medewerkers besluiten of vrouwen toegang krijgen tot de vrouwenopvang. Zonder hun goedkeuring komen mishandelde vrouwen daar in principe niet voor in aanmerking.

Geluidsopname

De GGD-er die het beoordelingsgesprek met Khadija en een MVVN-medewerker voerde, bleek behoorlijk suggestieve vragen te stellen: “Waarom bent u teruggekomen naar Nederland? Is dat om economische redenen? Wat bent u van plan om in Nederland te gaan ondernemen?” Tegen de MVVN-begeleider merkte hij op: “Ja, ik ken jullie organisatie. Jullie gaan naar Marokko om vrouwen terug te halen.” Uiteindelijk bleek Khadija bij de HVO-dak- en thuislozenopvang te kunnen overnachten. Volgens de GGD-er was dat maar voor één nacht mogelijk. Voor de volgende dag had hij een afspraak gemaakt met GGD-Vangnet en Advies. Dat gesprek vond om 10:00 uur plaats, in het GGD-kantoor aan de Nieuwe Achtergracht 100. Opnieuw kregen Khadija en de MVVN-medewerker te maken met een GGD-medewerker die zich afwijzend opstelde. Hij begon het gesprek met: “Wij kunnen niets voor mevrouw doen. Na onderzoek is gebleken dat mevrouw illegaal in Nederland verblijft. Ik heb dit nagevraagd bij de IND.”

Het gesprek duurde maar vier minuten. De medewerker liet na om te vragen naar de verdere achtergrond van Khadija. Hij kon daarom ook niet beoordelen of ze vanwege mishandeling en bedreiging door haar echtgenoot mogelijk zoveel risico’s zou lopen dat opname in een vrouwenopvanginstelling vereist zou zijn. De enkele reden van verondersteld illegaal verblijf was voor de medewerker blijkbaar al voldoende om haar de toegang tot de vrouwenopvang te weigeren. De MVVN betreurt dat. De medewerker weigerde ook nog om zijn afwijzing op papier te zetten. Van het gesprek van vier minuten is een geluidsopname gemaakt. Na het teleurstellende gesprek heeft de MVVN contact opgenomen met de afdeling Gender van de IND om na te vragen of de IND de verblijfsvergunning van Khadija inmiddels had ingetrokken. De IND liet weten dat dat absoluut niet het geval was en dat er, voor zover men dat kon overzien, over de zaak van Khadija ook geen contact was geweest met de Amsterdamse GGD.

Khadija en de MVVN deden op 2 oktober bij de Amsterdamse politie alsnog aangifte van mishandeling en gedwongen achterlating. De dienstdoende politie-agent gaf daarbij aan dat Khadija gewoon in aanmerking komt voor opvang. Ook wist hij te vertellen dat haar echtgenoot bij de politie bekend staat als geweldpleger. De agent liet weten dat hij zijn best zou doen om de GGD zo ver te krijgen dat men alsnog opvang zou gaan regelen. Later arriveerde een GGD-medewerker op het politiekantoor. Er volgde opnieuw een gesprek, inmiddels alweer het derde, waaruit bleek dat de GGD halsstarrig bleef weigeren om Khadija tot de opvang toe te laten. Opnieuw gaf men voor die weigering geen legitieme reden en ook geen schriftelijk bevestiging.

Khadija is een schuilnaam.

Harry Westerink