De tegenprestatie: voorbij het beeld

Momentopname uit de documentaire.
Momentopname uit de documentaire.

De documentaire “De tegenprestatie”, een inkijk in de keuken van het Rotterdamse bijstandsregime, is knap gemaakt. Een intrigerende sfeermontage die drijft op beleving. De muziekscore dikt vet aan, en mensen die dagelijks moeten vechten voor hun recht op een bijstandsuitkering, zullen er veel in herkennen.

Focus op de mensen aan de tafeltjes. Ongelijkwaardige een-tweetjes tussen bijstandsaanvrager en ambtenaar. Ambtelijk jargon versus de mens met mapje verplichte papieren. Helder, hier en daar stokkend gefluister van mensen die psychologische testjes in moeten vullen. Een vrouw in verontschuldigende frustratie vraagt zich af waar haar gezin van moet leven als er geen geld wordt uitgekeerd. De getrainde ambtenaar die het zilt onder de blonde lokken negeert.

Een “empowered” trainster die vrouwen vertelt dat ze op hakken moeten lopen. Mondige mensen die een non-discussie aangaan over verplicht vrijwilligerswerk, studeren, loon, het recht op hun uitkering. De ambtenaar die, machtig aan de juiste kant van de tafel, vakkundig de discussie smoort. Mooi scherp in beeld met op de achtergrond – praktisch onhoorbaar en toch aanwezig – het constante geroezemoes van de werklozenindustrie. Het meubilair, ook heel strak. De werkvergaderingen van de ambtenaren, de targets waarover wordt gepraat. En dan repeterend, als een soort herinnering – hier gaat het om mensen – de papier prikkende dwangarbeiders in hesjes met hun opzichter. Het licht, belichting en de kleuren van de film: is het iemand opgevallen hoe gaaf alle gezichten en handen waren? Ja, knap gemaakt.

Afstand

Wat deze stijl, deze montage, doet: doordat mensen niet kritisch worden bevraagd, er geen persoonlijke verhalen face en face worden verteld (gehoord), er zonder voice-over is gewerkt en de inkijk is beperkt tot wat er kon worden geschoten en gemonteerd, ontstaat er een bijna tastbare afstand (noem het voor mijn part dissociatie). De afstand tussen ambtenaar en bijstandsgerechtigde mens. De afstand tussen de opzichter en de papierprikkers. De afstand dus ook tussen kijkers en de mensen in beeld. Bureaucratie in beeld. Wie herkent dat niet?

Voor sommige kijkers was deze documentaire, gezien de reacties op social media, een verbijsterende eyeopener. Deze varieerden van “Deprimerend? Denigrerend!” en “Als je lang genoeg tegen werklozen aantrapt en ze wegzet als luierende tweederangsburgers, kweek je een klimaat waarin dit kan” tot “Mensonterend!” en “Onmenselijk!” Sommigen vielen over de gedragsprikkel: “Brengt prikken je echt dichterbij een echte baan?”, maar prikten er zelf net niet doorheen. Een enkele kijker ventileerde hardop dat mensen ook gewoon geen bijstand kunnen aanvragen, als ze dan zo tegen dwangarbeid zijn.

De ambtenaren… tsja, die kregen waardering én afkeuring van kijkers. “Respect voor de consulenten!” en “Hulde voor die ambtenaren die zo geduldig en vriendelijk blijven. Zware job.” Iemand moet dit beleid uitvoeren, iemand moet de beul zijn, lijkt de gedachte.

Er zijn mensen die willen dat er iets aan de gesprekstechnieken wordt gedaan, want daar gaat het wel heel fout: “Wat wordt er langs elkaar heen gepraat, wat erg!” Maar andere gesprekstechnieken veranderen natuurlijk niets aan de ongelijkwaardige machtsverhouding tussen ambtenaar en bijstandsgerechtigde. Er zijn kijkers die stellig beweren dat zij er wel voor kunnen zorgen dat “mensen weer in beweging komen. Menselijker en met duurzaam resultaat.” Maar leven en bewegen baanloze mensen dan niet?! Mensen die hopen op “meer maatwerk en kansen, minder afvinken”. Maatwerk, dat is het “excuus” voor het volledig binnenstebuiten keren van mensen die een uitkering aanvragen en het opvoeren van de “handhaving”. Hier en daar een ambtenaar of politicus die zich afvraagt of het in Doetinchem net zo erg is, nee toch? En dat ze het in Oss beter doen, want daar kiezen ze voor “motiveren en stimuleren ipv verplichten”.

Voorbij het beeld

Rotterdam wordt in de film te kijk gezet als de gemeente waarin men erg “fout en streng omgaat” met bijstandsgerechtigden. Daar zal dan voor veel kijkers tegenover staan dat andere gemeenten het “beter” doen. Want die hebben geen Rotterdams beleid, gaan “anders” met mensen om, vast en zeker “menselijker”. En dat menselijke zit hem dan kennelijk in hoe er met mensen om wordt gegaan. De zogenaamde bejegening.

Maar verder dan de vraag of het bijstandsregime bijstandsgerechtigden “onmenselijk behandelt” komt het discours zo niet. Hoewel “De tegenprestatie” als beelddocument een pareltje kan zijn in de strijd van bijstandsgerechtigden, verliest zij alle betekenis als hier geen essentiële discussie op volgt.

Bijstand is “een instrument om te voorkomen dat mensen in armoede geraken in plaats van een experimenteerfabriek voor gedragsprikkels”, stelt Gijsbert Vonk. Ook de Groningse hoogleraar constateert de sloop van het sociale zekerheidstelsel waarin de bijstand mensen, van baanloze tot ongedocumenteerde mens, geen vangnet meer biedt. Sterker nog, hij laat in zijn artikel “Kwetsbare verzorgingsstaat” (pdf) zien dat meer en meer mensen door het vangnet heen zakken en vaak ver onder het bijstandsniveau moeten zien te overleven. Het huidige bijstandsregime laat mensen welbewust vallen en veroordeelt hen tot armoede. Armoede door bijstand: als gunst, individuele verantwoordelijkheid, prikkel en stigma. Armoede die hier en daar symptomatisch wordt bestreden door anderen dan de overheid. Vonks oproep tot overdenken van de vraag hoe we de kwetsbare verzorgingsstaat kunnen harnassen, vindt geen gehoor, helaas ook niet bij de documentairemakers.

Puk Pent