De eenzame strijd van een moeder in een PVV-achtige gemeente tegen het Zwarte Piet-racisme op de school van haar zoon

Zwarte Piet is racisme.
Zwarte Piet is racisme.

Jarenlang heeft Carmen geprobeerd om te voorkomen dat haar nu zesjarige zoon Orlando het Zwarte Piet-racisme opgedrongen zou krijgen. Daarvoor heeft ze een hardnekkige strijd moeten voeren binnen de school van haar zoon en ten opzichte van de meerderheid van witte ouders. Eind 2016 heeft ze eindelijk een overwinning geboekt: Zwarte Piet wordt op die school afgeschaft, waarmee de school de eerste is in de gemeente waar Carmen en Orlando wonen. Een gesprek over haar ervaringen.

Carmen omschrijft haar leefomgeving als “een PVV-achtige gemeente waar een vorm van polderracisme heerst”. In 2012 was Orlando twee jaar. Hij ging toen naar de peuterspeelzaal. “Als alleenstaande moeder kwam ik in aanmerking voor een subsidieregeling waardoor mijn kind drie ochtenden per week naar het kinderdagverblijf kon gaan. Die drie ochtenden waren voor mij van groot belang, want ik kon daardoor iets meer tijd voor mezelf hebben. Op het kinderdagverblijf kreeg ik helaas al snel te maken met gezeur over de problemen die mijn zoon zou hebben met spreken.” Een medewerker van het kinderdagverblijf vroeg Carmen zelfs of de Nederlandse taal bij haar thuis “de voertaal” was, hoewel ze een Surinaamse achtergrond heeft en vloeiend en accentloos Nederlands spreekt. Ook vroeg men haar waar “de vader van Orlando” was. “Uit allerlei dingen maakte ik op dat ik werd geframed als probleemgeval. Ik kreeg een stempel opgedrukt: alleenstaande moeder, zwart en werkloos. Dus dan moest er wel het een en ander mis met mij zijn en moest mijn zoon extra in de gaten worden gehouden.”

Geklets

“Veel zwarte vrouwen zien er elk jaar in november en december vanaf om afrokapsels te hebben, gouden oorbellen te dragen en lipstick op te doen. Ze weten namelijk dat ze anders het verhoogde risico lopen dat ze nare opmerkingen naar hun hoofd krijgen geslingerd die verband houden met Zwarte Piet.” Daar heeft Carmen ook vaak last van gehad. Ze heeft zich daarom in het openbaar nooit ontspannen en onbezorgd kunnen voelen. Ook los van Zwarte Piet krijgt ze publiekelijk flink wat commentaar. “Als ik buiten ga hardlopen, dan gebeurt het regelmatig dat witte mensen zomaar tegen me gaan praten. Dan zegt men bijvoorbeeld: ‘Ik wist niet dat negerinnen dat ook deden, dat hardlopen.’ En meer van dat soort racistisch geklets.”

“In de peuterspeelzaal zag ik een keer slingers hangen met Zwarte Piet-afbeeldingen erop. Er waren geen slingers met Sinterklaas-plaatjes. Ik vroeg aan het personeel: ‘Zouden jullie de Zwarte Piet-slingers willen vervangen door Sinterklaas-slingers?’ Ik stelde de vraag zo vriendelijk mogelijk. Maar er kwam een keiharde reactie van de kant van de kleuterleidster: ‘Als het je niet bevalt, dan hou je je kind toch lekker thuis. Wij gaan niets veranderen aan het feest.'” Vijf andere kinderen op de peuterspeelzaal waren ook van Afrikaanse herkomst, net als Orlando. Carmen ging met de ouders van die kinderen praten over het Zwarte Piet-racisme, maar ze wilden hun nek niet uitsteken, uit angst om zich sociaal te isoleren en nog meer agressie over zich heen te krijgen. De kwestie van de vermeende taalachterstand van Orlando bleek hoog te worden opgenomen. “Er werd gedreigd dat hij naar een logopedist moest. Anders zou Jeugdzorg worden ingeschakeld.”

Klacht

Eerst volgde Carmen de gebruikelijke route voor klachten, die begint bij de ouderraad. De kleuterleidster die haar zo had afgesnauwd, bleek voorzitter van de ouderraad te zijn, waardoor die raad “zeker niet objectief” was. “Ik diende bij de raad van bestuur en de raad van toezicht van het overkoepelende orgaan van het kinderdagverblijf een aangetekende klachtbrief in over de aanwezigheid van de Zwarte Piet-figuur op de peuterspeelzaal, maar vooral ook over de onbeschofte behandeling. Ook werd in mijn ogen de wet op het voorschoolse onderwijs niet goed nageleefd en was de opstelling van het kinderdagverblijf tegenstrijdig aan de visie die elk kinderdagverblijf op zijn website heeft staan.” Carmen kreeg geen reactie op haar brief. Daarop besloot ze om haar zoon thuis te houden, een week lang, tot na de Sinterklaasviering. Ze werd daarover niet gebeld door de kleuterleidster. Haar kind deed er blijkbaar niet toe. Na enige tijd werd ze wel gebeld door een andere persoon die ze niet kende en die ook niet van de raad van toezicht bleek te zijn. Uit het gesprek dat volgde werd haar duidelijk dat die persoon erop uit was om haar klacht mondeling af te handelen. “Dat is de gebruikelijke gang van zaken om een klachtprocedure dood te laten lopen. Daarmee wil men voorkomen dat de klager een dossier opbouwt en er verder mee aan de slag kan blijven gaan.” Carmen stuurde nog een tweede brief, maar daar kwam ook weer geen reactie op. Ze werd dus volkomen genegeerd, iets dat haar daarna wel vaker zou overkomen in de strijd tegen het Zwarte Piet-racisme.

Nadat Orlando driekwart jaar op het kinderdagverblijf was geweest, haalde Carmen hem daar voorgoed weg. Door de weigering van het kinderdagverblijf om tegemoet te komen aan haar verzoek om haar kind te vrijwaren van het Zwarte Piet-racisme, zag ze zich gedwongen om Orlando anderhalf jaar thuis te houden. Op papier bevat het beleid van het kinderdagverblijf mooie woorden als “diversiteit” en “het belang van het kind staat voorop”. Het handhaven van het Zwarte Piet-racisme was in feite in strijd met de uitgangspunten van het kinderdagverblijf. “Dat gaf me het gevoel alsof men tegen me zei: ‘val maar dood’.” Omdat ze haar kind moest thuishouden, had ze minder tijd voor zichzelf. “Dat dwarsboomde me in mijn ontwikkeling. Ik was zojuist een onderneming gestart, maar dat kon niet doorgaan vanwege gebrek aan tijd.”

Uitsluiting

“In 2013 was ik bij het historische protest tegen het Zwarte Piet-racisme op het Beursplein in Amsterdam. Dat maakte diepe indruk op me. Voor het eerst waren zoveel mensen tegen Zwarte Piet bijeen. Ik ging beseffen dat er iets aan het veranderen was. Ik ervaarde kracht en empowerment. Het luik ging open, zeg maar.” Maar toen Orlando het jaar daarop naar de basisschool ging, werden hij en zijn moeder weer geconfronteerd met de Zwarte Piet-figuur. Die school heeft zo’n honderd leerlingen en is dus nogal klein. “Daardoor is iedereen daar, de ouders en de leerkrachten, al snel op de hoogte van de nieuwste roddels.” Toen Carmen ook daar ging klagen over de aanwezigheid van Zwarte Piet, kreeg ze al snel een boze reactie van een leerkracht: ‘Jullie willen Zwarte Piet afschaffen. Gaan jullie nu ook al beginnen? We moeten al zoveel rekening houden met de Marokkaanse kinderen en het suikerfeest.'” Zo werd Carmen ingedeeld bij ‘jullie anderen’, ‘jullie allochtonen met jullie andere gewoonten en gebruiken’ tegenover ‘wij witten die toch in de meerderheid zijn’.

“Ik werd voor het blok gezet om zelf een alternatief te bedenken voor het Zwarte Piet-racisme. De school nam daarin geen verantwoordelijkheid. Ik moest zelf het probleem oplossen dat ik had aangekaart. Maar ik heb toen en ook later steeds geweigerd om die positie in te nemen. De lerares van Orlando gooide het over de boeg van de goede bedoelingen. Zwarte Piet zou niet racistisch zijn, want de voorstanders van die figuur zouden niet racistisch zijn, aldus haar redenering. Daarop ging ik klagen bij de ouderraad van de school. Daar werd aan de ene kant gesteld dat diversiteit binnen de school een groot goed is. Maar aan de andere kant bleek er flink wat woede te zijn over mijn stellingname tegen Zwarte Piet. ‘Hoe haal je het in je hoofd om onze tradities aan te vallen’, zo kreeg ik te horen.”

Pas veel later werd het voor Carmen duidelijk dat ze niet langer meer werd uitgenodigd voor vergaderingen van de ouderraad. Toen ze navraag deed over de reden daarvan, werd haar verteld dat men haar “ongeschikt” had bevonden. Ze zou niet in het team passen. “Ik was ontzet daarover en overwoog om mijn zoon van school te halen. De directrice liet me zelfs doodleuk weten dat ze alle andere scholen in mijn gemeente al had verteld over mij en mijn zoon. Ik zou nooit een andere school voor mijn zoon kunnen vinden, zo werd me te verstaan gegeven. Een geval van sociale uitsluiting dus. Op het schoolplein was ik voor een groep PVV-achtige witte moeders ondertussen lucht geworden. In het begin groette ik hen ook. Maar ze zeiden niets meer tegen mij. Je moet niet vergeten dat zo’n school een soort microsamenleving is. Hoe het er daar aan toe gaat, zegt veel over de rest van de maatschappij. Ik werd meer en meer genegeerd en gedehumaniseerd.”

Leerplicht

“In groep twee kreeg Orlando een andere lerares. Zij bleek meer open te staan voor kritiek op Zwarte Piet. Maar ze meldde me wel dat mijn zoon toch zou moeten deelnemen aan het twee keer per dag kijken naar het Sinterklaasjournaal, waarbij ook de Zwarte Piet-figuur te zien zou zijn. Inmiddels was hij leerplichtig geworden. Als ik hem thuis zou houden, dan zou dat problemen gaan geven. ‘Dan moeten we dat gaan doorgeven aan de inspectie’, zo werd me verteld. Maar als Sinterklaas met Zwarte Piet in levende lijve de school zou bezoeken, dan zou mijn zoon daar dan weer niet bij hoeven te zijn, zo begreep ik. Als je je kind tijdens de Sinterklaastijd thuis houdt vanwege het Zwarte Piet-racisme, dan krijg je een boete omdat je de leerplicht ontduikt. Die boete schijnt per gemeente te verschillen. In mijn gemeente gaat het om zeventig euro per dag.”

“Iets meer dan een week voor 5 december vond op school de gebruikelijke weekafsluiting plaats. Ik had met de school de afspraak gemaakt dat Orlando Zwarte Piet niet te zien zou krijgen. Maar dat gebeurde toch. Opnieuw was ik flink verontwaardigd. Ik hield hem thuis. ‘Is Orlando ziek?’, werd me gevraagd. ‘Nee, maar we zijn er wel ziek van’, antwoordde ik. ‘Stuur de rekening van de boete maar naar me op’, zei ik. Op school zag ik een Sinterklaasversiering met zeker driehonderd Zwarte Piet-afbeeldingen. Ik was laaiend. Je moet bedenken dat het budget van de ouderraad drieduizend euro is, waarvan ongeveer de helft wordt besteed aan het Sinterklaasfeest. In plaats van geld uit te geven voor de promotie van het Zwarte Piet-racisme, kan men beter boeken kopen voor de bibliotheek van de school. En voor een zaak als hygiëne was zelfs maar dertig euro gebudgetteerd.”

Schaatsen

“In 2016 had ik een gesprek met de directrice van de school. Ik was toen ziek. Ze legde meteen een verband tussen ziek zijn en mijn Surinaamse herkomst. Ze zei: ‘Ik ken nog iemand uit Suriname, die heeft het ook zo koud en wil dolgraag terug naar Suriname.’ Ik antwoordde: ‘Ik hou van de kou. Als ik niet ziek zou zijn, dan zou ik graag gaan schaatsen in Friesland.’ Inmiddels hadden de ouders van twintig leerlingen hun kind van school gehaald, van wie er tien een Marokkaanse achtergrond hadden. Ik vatte dat op als een teken aan de wand: het klimaat op school was slecht ten opzichte van migrantenkinderen.” Bij de schoolleiding groeide langzamerhand het beeld van Carmen als een doorgewinterde activist, die bovendien niet alleen stond, maar in de rest van de samenleving steeds meer medestanders kreeg. Dat versterkte haar positie.

“Orlando kreeg bij de CITO-toets een laag cijfer voor taal en een hoog cijfer voor rekenen. ‘We weten niet of hij wel overgaat naar groep 3’, kreeg ik te horen. Daarop regelde ik bijlessen voor hem, waarna zijn cijfer voor taal ineens met sprongen omhoog ging. Ondertussen had de school in de beeldvorming wel een probleemkind van hem gemaakt. Ook viel me op dat hij steeds minder bij andere kinderen thuis mocht komen spelen, vanwege mijn activisme tegen Zwarte Piet. ‘Voordat hij kan komen spelen, willen we eerst wel eens weten hoe het met de vader van Orlando zit’, zei een moeder botweg tegen me. Door dit soort ervaringen merkte ik dat ik steeds meer een ‘schoolgezicht’ kreeg, dat enorm verschilde van mijn ’thuisgezicht’. Op school gedroeg ik me dus heel anders dan thuis.”

Kinderombudsvrouw

“Toen kwam ineens het bericht dat de directrice op staande voet was ontslagen. Vermoedelijk vanwege racisme. Het was natuurlijk gaan opvallen dat maar liefst een vijfde van alle leerlingen uit onvrede naar een andere school was gegaan. Maar de echte ommekeer kwam dankzij de uitspraak van de Kinderombudsvrouw, die in het openbaar nog eens bevestigde dat de Zwarte Piet-figuur een racistische karikatuur is. Zij herhaalde in feite alleen maar wat ik op school steeds had verkondigd. Maar door de hogere status en het witte privilege van de Kinderombudsvrouw werd alles anders. Er ontstond een nieuw elan. Dat had ook te maken met de komst van een nieuwe directrice, die de knoop doorhakte en besloot om Zwarte Piet op school af te schaffen. Ze vertelde me dat haar man een Surinaamse achtergrond had, wat zeker van invloed was op haar beslissing, denk ik. Er zou op school nog wel naar het Sinterklaasjournaal worden gekeken, maar dat kwam omdat dat pakket eerder was ingekocht en de directrice dat niet meer kon terugdraaien. Maar nu kon ineens wel worden geregeld dat Orlando niet meer naar het Sinterklaasjournaal zou hoeven te kijken. Er werd zelfs een speciaal alternatief programma voor hem vastgesteld.”

Na jarenlange strijd heeft Carmen eindelijk een overwinning geboekt. Haar gevecht vormt een inspiratiebron voor andere ouders die het Zwarte Piet-racisme op de school van hun kinderen ook afgeschaft willen krijgen. Haar “schoolgezicht” zal niet verdwijnen. Op school is Zwarte Piet verleden tijd. Carmen hoopt dat de nieuwe directrice nog lang zal aanblijven. Haar strijdervaringen hebben Carmen pijnlijk duidelijk gemaakt wat er allemaal achter de Zwarte Piet-figuur schuilt. “Nu Zwarte Piet weg is, staat het alledaagse racisme niet meer in zijn schaduw, maar in het volle zicht.”

Carmen en Orlando zijn schuilnamen.

Harry Westerink