Ex-agenten steunen Haags actiecomité met verklaring over politieracisme

Logo.
Logo.

Migrantenjongeren in Den Haag ondervinden dagelijks last van etnische profilering door de politie. Dat politieracisme heeft geleid tot de oprichting van het actiecomité Herstel van Vertrouwen, dat veel klachten over de politie heeft verzameld en eist dat etnische profilering wordt stopgezet. De politie geeft zelf aan dat men bepaalde etnische groepen nu eenmaal eerder aanhoudt, omdat men ervan uitgaat dat die groepen gemiddeld crimineler zouden zijn. Maar volgens het recente onderzoek “Etnisch profileren in Den Haag?” van de Leidse wetenschapper Joanne van der Leun, die het vergaand voor de sterke arm van de staat opneemt, valt het allemaal wel mee met het politieracisme. Met open brieven aan de Haagse gemeenteraad vegen twee ex-agenten de vloer aan met de vergoelijkende houding van Van der Leun.

De Haagse politie controleert mensen niet structureel op basis van hun veronderstelde “buitenlandse” uiterlijk. Dat concluderen Van der Leun en een aantal andere onderzoekers in hun rapport. De politie en de gemeente Den Haag hadden een al langer lopend kleinschalig onderzoek van twee Leidse studenten uitgebreid, omdat vanuit Herstel van Vertrouwen en ook de Tweede Kamer de druk toenam om wat te ondernemen in verband met klachten over etnische profilering. Om het onderzoek enige wetenschappelijke status te geven, is Van der Leun erbij gehaald, die warempel in de adviesraad van de Haagse politie blijkt te zitten. De politieleiding en de gemeente bleken dringend behoefte te hebben aan een onderzoek dat in hun voordeel zou uitpakken, om zo hun eigen straatje te kunnen schoonvegen. Van der Leun staat al jarenlang bekend om haar bijdrage aan het in kaart brengen van de leefwereld van mensen zonder verblijfsrecht, samen met andere onderzoekers als Godfried Engbersen en Richard Staring. Dergelijk onderzoek vindt veelal plaats in opdracht van of in het belang van de overheid en ondermijnt de toch al schaarse overlevingsmogelijkheden van illegalen. Dit soort wetenschappers staat daarmee bedoeld of onbedoeld aan de kant van de overheid en verdient dan ook minstens het nadeel van de twijfel.

Machtsmisbruik

Herstel van Vertrouwen zet in een reactie een heel ander beeld van het politie-optreden neer dan uit het onderzoeksrapport blijkt. Negentig procent van de slachtoffers van etnische profilering heeft geen strafblad, aldus het comité. “Wij zijn ruim zeven maanden actief in met name de Schilderswijk en hebben nu 61 klachten verzameld en tientallen gezinnen, jongeren, jongerenwerkers en agenten gesproken. Het beeld dat naar voren komt, is dat van een politie-organisatie die naar binnen is gekeerd, en niet adequaat is geëquipeerd om te dealen met de multiculturele samenstelling van de stad. Dit blijkt uit de legio voorbeelden van miscommunicatie, escalaties en bevooroordeeld optreden van agenten in de wijken. Het gebruik van geweld is eerder regel dan uitzondering en tot onze verbijstering komen wij processen-verbaal tegen met verzonnen aantijgingen. Dit hebben wij getoetst aan beeldmateriaal van enkele casussen.”

Volgens het comité is er “sprake van machtsmisbruik jegens burgers die hun rechten nauwelijks kennen. Het onderzoek is daar niet op ingegaan, terwijl daar nu juist de kern van het probleem ligt. Voorts wordt in het onderzoek opgemerkt dat het bij jongeren vooral om percepties gaat daar waar wordt aangegeven dat men zich gediscrimineerd voelt. Deze percepties worden vervolgens niet getoetst aan de feiten, zoals de processen-verbaal. Overigens bestaat het onderzoek van Van der Leun voor een aanzienlijk deel uit perceptie-onderzoek. Twee van de drie onderzoekscomponenten betreft interviews (straatinterviews met jongvolwassenen, interviews met politie-agenten). De percepties van de jongeren worden afgedaan als subjectieve belevingen die niet overeenkomen met de waargenomen feiten.”

Kat en muis

Morgenochtend komt het onderzoek van Van der Leun aan de orde tijdens een bijeenkomst van de Haagse gemeenteraad, in het bijzijn van leden van Herstel van Vertrouwen. Het comité zet daarbij extra troeven in, namelijk twee open brieven van anonieme ex-agenten van de politie Haaglanden. Die brieven tonen duidelijk aan hoeveel er mis gaat bij de Haagse politie. De ene ex-agent is van Marokkaanse herkomst. “Op het moment dat ik na mijn politie-opleiding op een bureau werd geplaatst”, aldus de ex-agent, die bijna 16 jaar bij de politie heeft gewerkt, “verzocht de ploegchef mij om een gesprek. In het gesprek werd mij duidelijk gemaakt dat bij toekomstige problemen binnen de ploeg de oorzaak bij mij gezocht moest worden en niet bij de ploeg. Deze opmerking kwam toen rauw op mijn dak en ik begreep dat jaren later pas echt goed. Tijdens een surveillancerit gaf een collega aan dat er veel strijd binnen het bureau was over de vraag wie ‘de Marokkaan’ in de ploeg zou opnemen. Met deze ‘Marokkaan’ werd uiteraard naar mij gerefereerd. Er waren ploegen die gewoonweg weigerden om mij op te nemen binnen de ploeg. Dit is de wijze waarop ze met een toekomstige collega omgingen, laat staan met de Marokkanen op straat. Discriminatie is binnen elk bedrijf te vinden, maar discriminatie bij de politie is vele malen erger dan bij andere bedrijven. De politie heeft een geweldsmonopolie en kan dat op onjuiste wijze toepassen.” De ex-agent meldt dat hij dat “in de dagelijkse praktijk vaak genoeg” heeft gezien.

Over etnische profilering neemt de ex-agent geen blad voor de mond. “Op het moment dat een diender een keuze heeft om twee verschillende auto’s te controleren, één met vier Marokkanen en één met vier Nederlanders, dan is de keus snel gemaakt. De auto met de vier Marokkanen moet het altijd ontgelden. Dit alleen op basis van het gegeven dat er vier Marokkanen in de auto zitten. Het doorgeven van een signalement door dienders geschiedt ook op basis van deze vooringenomenheid.”

“De politie speelt een kat en muis-spel met jongeren op straat en schrijft daarbij onnodig veel bekeuringen uit aan jonge kinderen. De enigen die zij daar mee pakken, zijn de ouders. De eerste generatie heeft nooit een vlieg kwaad gedaan, maar heeft zelf ook geen respect meer voor de politie. De kloof tussen politie en burger wordt alleen maar groter. In de Schilderswijk wonen voornamelijk allochtonen, maar je ziet binnen de politie geen afspiegeling van de verschillende bevolkingsgroepen. Dat is niet omdat de politie niemand kan krijgen, maar de politie wil dat helemaal niet hebben. Ik heb stage gelopen bij een bureau in de Schilderswijk en werd erop aangesproken dat ik te joviaal omging met de jeugd uit de wijk. Je moest alleen repressief optreden en echt contact met de wijk werd gezien als nederlaag. Iedereen heeft snel zijn mening klaar over de Marokkaanse jeugd en kan makkelijk de rotte appels aanwijzen. De politie moet eens wakker worden en ook de rotte appels binnen het eigen apparaat aanpakken. De rotte appels zijn ook daar bekend, maar daar wordt helaas niets aan gedaan. De klachtenprocedure binnen de politie slaat ook nergens op. De klacht wordt vaak behandeld door een bekende van de beklaagde. Als je de klachtenprocedure zuiver zou willen houden, dan zet je deze weg bij een onafhankelijke partij of op zijn minst bij een ander politiekorps. De politie schermt af met de bekende cijfers, maar in deze cijfers zijn niet de mensen opgenomen die aan een politiebureau worden weggestuurd, omdat er geen klacht wordt opgenomen.”

Draai om de oren

De andere ex-agent, die zo’n 15 jaar bij de politie heeft gewerkt, laat weten dat hij de berichtgeving over het onderzoek naar het optreden van de Haagse politie “met veel interesse” volgt. “Als ervaringsdeskundige durf ik te stellen dat de enige juiste feitelijkheden alleen kunnen worden vastgesteld na het horen van diverse slachtoffers, aangevers, benadeelden en getuigen, en niet alleen door uit te gaan van de juistheid van de informatie zoals gerelateerd in processen-verbaal door de betrokken politie-ambtenaren.” De ex-agent laat geen spaan heel van het onderzoek van Van der Leun. “Sommige onderzoeksmethoden zijn absoluut niet geschikt om daaruit conclusies te trekken. Het meemaken van de dagelijkse politiepraktijk door dagen mee te rijden met de surveillance, het zogenaamd ‘live’ ervaren van het dagelijkse politiewerk, het bezoeken van diverse lokaliteiten op aanwijzen van de politie, en het uitgaan van de juistheid van de informatie zoals geregistreerd door de politie bewijst alleen maar dat de onderzoeker een onjuiste weergave doet in zijn rapportage van de waarheid zoals deze op straat aan de gang is. De onderzoeker rijdt namelijk mee met vooraf geselecteerde ambtenaren, bezoekt vooraf geselecteerde lokaliteiten en men gaat echt niet afwijkend gedrag vertonen, wetend dat er een onderzoeker bij is.”

De ex-agent geeft Van der Leun zelfs een draai om de oren. “Een enkele onderzoeker durft zelfs te stellen dat van etnisch profileren en het onjuist toepassen van geweld geen sprake is. Dit is pertinent onjuist. Ik heb zelf vele malen mogen ervaren op welke wijze geselecteerd wordt door collega’s om tot staandehouding, aanhouding of het toepassen van geweld te komen. Zodra je aan het geijkte profiel c.q. signalement voldoet (‘Marokkaans uiterlijk’, zoals men pleegt te verwoorden in mutaties), word je gepest, getreiterd, gecontroleerd, bekeurd, te pas en te onpas staande gehouden of aangehouden, puur en alleen om je dwars te zitten.” Tot slot stelt de ex-agent nog: “Het wantrouwen jegens elkaar is een proces geweest van tientallen jaren en naar mijn gevoel wordt dit steeds erger. De politie en de politiek moeten eerlijk, open en transparant zijn. Men moet gemaakte fouten erkennen en ervan leren.” Ook deze ex-agent roept ertoe op om de klachtenprocedure te verbeteren.

Harry Westerink