Voorbeeldbrief tegen Zwarte Piet-racisme zet scholen nog meer onder druk

Dit moet ophouden, geen blackface meer voor kleuters in de klas.
Dit moet ophouden, geen blackface meer voor kleuters in de klas.

Al langere tijd komen ouders in actie tegen de aanwezigheid van de racistische karikatuur Zwarte Piet op de school en in het lesprogramma van hun kinderen. Zoals bijvoorbeeld Rani Gupta, die daar in 2014 een klacht over indiende bij het College voor de Rechten van de Mens. Het College oordeelde uiteindelijk dat de school van haar kinderen het Zwarte Piet-racisme op termijn moet afschaffen. Die uitspraak en ook andere invloedrijke standpunten, zoals van VN-organisaties, bieden volop mogelijkheden voor anti-racistische ouders met kritiek op de Zwarte Piet-figuur. Eduard Mangal heeft onlangs een soort voorbeeldbrief opgesteld die ouders kunnen gebruiken om het Zwarte Piet-racisme op de school van hun kinderen afgeschaft te krijgen.

Download de voorbeeldbrief als pdf.

Flink wat anti-racistische ouders staan ook dit jaar weer in de startblokken om de komende maanden richting 5 december het Zwarte Piet-debat in het onderwijs verder aan te zwengelen. Het is van groot belang dat de directies, de ouderraden en de medezeggenschapsraden van de scholen meer onder druk worden gezet met oproepen om het Zwarte Piet-racisme over de hele linie uit het onderwijs te verwijderen. Daarbij kunnen de ouders hun strijd versterken door van elkaar te leren hoe ze campagnes kunnen opzetten tegen Zwarte Piet op school, door inspiratie op te doen en door ervaringen uit te wisselen.

Keiharde ontkenning

De brief van Mangal is gericht aan de schoolleiding en voorzien van allerlei nuttige verwijzingen. Hij zet in zijn brief centraal dat het in het onderwijs erom zou moeten gaan dat kinderen Zwarte Piet sowieso in verband brengen met zwarte mensen, ook al ontkent de schoolleiding dat verband, en de negatieve gevolgen daarvan voor de beeldvorming van zwarte mensen die kinderen met de Zwarte Piet-figuur krijgen opgedrongen. “Ongeacht of de (leden van de) school Zwarte Piet wel of niet een uiting van koloniaal racisme vinden”, schrijft Mangal, “het blijft een feit dat jonge kinderen Zwarte Piet associëren met donkere mensen, ook al is dat niet de bedoeling. We kennen allemaal de verhalen van ouders die rood aanlopen als hun kind ‘Zwarte Piet’ roept naar een donkere toevallige passant. Kinderen doen dat in hun onschuld. Ook in hun onschuld schrijven zij onbewust de stereotyperingen toe aan donkere mensen die worden neergezet door Zwarte Piet (dom, volgzaam, onderdanig, jolig, acrobatisch, enzovoorts). Dit is een vorm van het cultiveren van cognitief predispositioneren. Waar het toe leidt: een keiharde ontkenning van het leed dat de figuur Zwarte Piet met zich meebrengt. Het ergste is nog dat scholen en leraren er zelf ook een steentje aan bijdragen, wellicht vanuit hun eigen aangeleerde cognitieve predispositie. Zie maar om u heen hoeveel empathie er bestaat voor de donkere medemens in Nederland: de keiharde ontkenning van klaarblijkelijk racisme, discriminatie en vooroordelen. Vooral door de overheid en instituties, zelfs die instanties die het juist voor de benadeelden zouden moeten opnemen en/of hen beschermen. Een school zou die rol ook moeten hebben voor hun leerlingen. Alle leerlingen.”

Mangal maakt vervolgens duidelijk dat het publieke debat over Zwarte Piet al decennialang aan de gang is. “Voor wie denkt dat de discussie over Zwarte Piet nu pas gaande is, wil ik graag wijzen op De Groene Amsterdammer uit 1930, speciale editie “Negernummer”, pagina 36, de uitspraken van Donald Jones uit de jaren zestig, Sesamstraat in de jaren tachtig, en de discussie in de jaren negentig is ook te berde gebracht bij Barend & Witteman. Ik mag hopen dat u niet zo reageert als de schooldirectrice bij B&W, want dat zou betekenen dat we sinds die tijd geen stap zijn opgeschoten. Ook zou het zelfs aanvullend bewijs kunnen zijn van de voornoemde cognitieve predispositie van racisme die men cultiveert bij kinderen. Daarnaast vraag ik mij af: als kinderen al vanaf zo jong wordt geleerd over een karikatuur van de zwarte mens inclusief alle stereotyperingen, waarin zij geacht worden te geloven, welk effect zal dat hebben op het met de overheid gesloten convenant over ‘goed burgerschap’ als men kinderen dergelijke middelen aanreikt om te kunnen pesten en discrimineren? Ook daar zou ik graag een antwoord op krijgen.”

Stappen ondernemen

Verschuilen achter het Sinterklaasjournaal is eveneens geen optie”, zo laat Mangal de schoolleiding weten, waarbij hij wijst op de uitgebreide brief die de actiegroep No To Racism (NTR) in juni heeft verstuurd aan de NTR-redactie en de redactie van het Sinterklaasjournaal. Die redacties “schenden namelijk hun eigen redactiestatuten inzake het Sinterklaasjournaal en blijken dezelfde tactiek als politici erop na te houden. Daarbij kunnen ze het kennelijk zelf nog erger maken door een échte geestelijke, die jarenlang tégen racisme heeft gestreden, te vergelijken met hun ‘hulpsinterklaas’. Ik zou dus heel graag willen weten hoe deze school een discriminatievrije omgeving kan garanderen, waarbij kinderen geen racisme wordt aangeleerd. Welke stappen worden concreet genomen om – ook bij de allerkleinsten – te voorkomen dat kinderen de figuur van Zwarte Piet associëren met donkere mensen in het algemeen (mocht de school nog gebruik (willen) maken van deze stereotypering)? En welke stappen zal de school tegen de leerlingen én hun ouders nemen bij die leerlingen die gefaald hebben om deze stereotypering los te kunnen koppelen van donkere mensen?”

Tot slot wijst Mangal in zijn brief op een aantal bronnen die het Zwarte Piet-racisme problematiseren:

Harry Westerink