Wetenschappers blijven systematisch geweld in oorlog tegen Indonesië ontkennen

Cover van het boek van Oostindie.
Cover van het boek van Oostindie.

Ik was gisteren bij een symposium van de KNAW over de koloniale oorlog in Indonesië van 1945 tot 1950. Een van de sprekers was de historicus Gert Oostindie, die daar onlangs het boek “Soldaat in Indonesië” over geschreven heeft. Hij beweert dat het geweld in die smerige oorlog wel structureel, maar niet systematisch was. Er kwam weliswaar veel geweld voor, zo erkent hij dus, maar daar zou van bovenaf niet expliciet het bevel toe gegeven zijn. Een nogal rare en twijfelachtige conclusie.

Om te beginnen was die hele koloniale oorlog natuurlijk op zichzelf systematisch geweld dat van bovenaf werd opgelegd. Van bovenaf werd de oorlog uitgeroepen en werden de orders gegeven tot grootschalige militaire acties die dood en verdoemenis zaaiden onder de Indonesische bevolking die streed voor onafhankelijkheid.

Dan zou de redenering nog kunnen zijn dat het weliswaar een oorlog was, maar dat de top van het Nederlandse leger zich wel aan de bestaande “regels” voor oorlogvoering hield. Nu heb ik onlangs het artikel “Business as usual: Dutch mass violence in the Indonesian War of Independence 1945-1949” (1) van Rémy Limpach gelezen over het massale geweld tijdens die koloniale oorlog, en daarin wordt dat idee van een oorlog binnen de regels flink onderuitgeschoffeld. Directe orders tot oorlogsmisdaden werden dan (misschien) niet (vaak) van bovenaf gegeven. Maar in het hoofdstuk “An overall framework that promoted violence” van Limpachs artikel wordt haarfijn uitgelegd hoe de militaire structuur de daders van oorlogsmisdrijven onbestraft liet en klokkenluiders juist keihard aanpakte. Het systeem stimuleerde zo dus massageweld en probeerde het onder de radar te houden. Dat mogen we best systematisch geweld noemen, toch?

Verslagen

Een andere spreker op het symposium was historicus Bart Luttikhuis. Een deel van zijn onderzoek bestaat uit het naast elkaar leggen van de vaak summiere Nederlandse verslagen en de uitgebreidere Indonesische verslagen van het massageweld dat Nederlandse militairen pleegden. Hij gaf een voorbeeld van een ‘incident’ waarbij het Nederlandse militaire verslag spreekt van driehonderd Indonesische slachtoffers. In het midden werd gelaten wie dat dan precies waren. Uit het Indonesische verslag werd duidelijk dat het vrijwel uitsluitend om burgers ging.

Soms zijn die verslagen ook tegenstrijdig en Luttikhuis stelde wel erg voorzichtig dat we misschien wel meer dan vroeger wat meer waarde mogen hechten aan die Indonesische verslagen ten opzichte van de Nederlandse verslagen. Weliswaar kunnen die Indonesische verslagen vervuild zijn door nationalistische propaganda, maar dat kan net zo goed het geval zijn met de Nederlandse, zo zei hij. Blijkbaar is het iets vrij nieuws om Indonesische verslagen te bekijken en ook serieus te nemen, zo begreep ik uit zijn verhaal, en dat is toch wel bijzonder schokkend. Dat die Indonesische verslagen ook als uitgangspunt genomen zouden kunnen worden, is kennelijk helemaal een brug te ver.

Neutraal

Dat hangt ook samen met de nagestreefde ‘neutrale’ sfeer op het symposium waarbij een soort ‘gelijkwaardigheid’ gesuggereerd werd tussen de twee strijdende partijen van toen. De aanwezige wetenschappers wilden nadrukkelijk geen morele oordelen vellen of de geschiedenis indelen in goed en fout. Tegelijk erkenden ze dat neutraliteit uiteindelijk niet mogelijk is. Nu ben ik zelf ook geen voorstander van het simplistisch indelen van de geschiedenis in goed en fout, maar we moeten zeker ook niet vervallen in een moreel relativisme waarbij dingen “nou eenmaal zo waren in die tijd” en we niet “onze moraal van nu op het verleden mogen toepassen”. Na meer dan driehonderd jaar koloniale onderdrukking en uitbuiting probeerde Nederland met een smerige koloniale oorlog een profijtelijke kolonie terug te veroveren, mede om zichzelf na de Tweede Wereldoorlog uit het slop te trekken. Daarmee kunnen we wel stellen dat Nederland aan de verkeerde kant van de geschiedenis stond.

Op het symposium sprak verder historica Stef Scagliola nog over hoe onze visie op de koloniale oorlog zich ontwikkeld heeft de afgelopen decennia. Een van haar conclusies was dat er weinig radicaal onderzoek naar gedaan is, wat te maken kan hebben met de Nederlandse poldercultuur. Wetenschappers met een niet al te radicale visie slepen gemakkelijker geld binnen en dat was dus ook op dit symposium weer te merken. Het is dan ook niet toevallig dat Rémy Limpach, die een radicalere positie inneemt, niet op een Nederlandse universiteit werkt, en dat Gert Oostindie, die de machthebbers buiten schot houdt door systematisch geweld te ontkennen, dikke subsidies ontvangt als directeur van het KITLV.

Het artikel van Limpach was overigens slechts een klein voorproefje van zijn Duitstalige dissertatie die kort geleden verscheen bij de Universiteit van Bern. Komende lente komt het boek ook in het Nederlands uit. Dat zal hopelijk flink tegengas geven aan de eurocentrische geschiedvertelling door veel Nederlandse historici.

Joris Hanse

Noot
1. Het artikel is te vinden in het boek “Colonial counterinsurgency and mass violence: the Dutch empire in Indonesia”.