Zwarte Piet is zooo 1850

(Foto: Gerard Stolk)
(Foto: Gerard Stolk)
De Zwarte Piet-figuur is uit de tijd. De racistische karikatuur wordt straks misschien wel als museumstuk tentoongesteld in exposities over de koloniale negentiende eeuw. Want de zwarte huisslaaf van de witte baas Sinterklaas is zooo 1850, het jaar waarin de onderwijzer Jan Schenkman hem tot leven bracht in zijn boek “Sint Nicolaas en zijn knecht”. De beweging die 150 jaar na de afschaffing van de slavernij ook Zwarte Piet wil afschaffen, is aan de winnende hand, ook al duurt de strijd nog even voort.

This text in English

Ce texte en Français

Na jarenlang steeds toenemende kritiek op Zwarte Piet lijkt 2012 het keerpunt te zijn geweest. Het einde van de knecht van Sint lijkt te zijn ingeluid. Zijn aanhangers worden steeds meer in de verdediging gedrongen. Jaar in jaar uit hebben ze krampachtig vastgehouden aan de blackface-traditie, die in de rest van de wereld al meer dan een halve eeuw geleden in onbruik is geraakt, en die alleen nog schaamte en woede teweegbrengt. Witten die zich zwart schminken en hun uiterlijk en gedrag in overeenstemming brengen met de aloude koloniale beeldvorming over “negers”, dat mag niet, dat is racisme, zo klinkt het bijna overal. Dat geluid is eindelijk ook met succes doorgedrongen in Nederland, waar een afbrokkelende hoeveelheid mensen de racistische Zwarte Piet-folklore nog steeds in stand probeert te houden. Maar die lijken hun achterhoedegevecht nu voorgoed verloren te hebben. Want er is een merkbare verschuiving opgetreden: steeds meer mensen lopen over naar het anti-racistische kamp. Wie blijft zitten waar hij zit, zal worden weggezet als een zakkige vastgeroeste koloniaal die elk jaar weer zeurt over zijn hopeloos achterhaalde tradities. Wie geen afstand neemt van Zwarte Piet en doet alsof zijn neus bloedt, wordt straks op zijn werk en op familiefeestjes bespot en met de nek aangekeken. “Vier jij Sinterklaas nog steeds met Zwarte Piet erbij? Maar dat kan echt niet meer, hoor. Dat is zo passé, zo negentiende-eeuws”, zullen ze te horen krijgen.

Afscheid

Bekende Nederlanders als zangeres Anouk en fotomodel Doutzen Kroes spreken zich erover uit. Bestuurders als de Amsterdamse GroenLinks-wethouder Andrée van Es komen ermee uit de kast. Wetenschappers als de antropoloog en Sinterklaas-kenner John Helsloot, verbonden aan het Meertens Instituut, maken zich er sterk voor. Zij laten publiekelijk weten dat het tijd wordt om afscheid te nemen van Zwarte Piet. Steeds meer mensen storen zich aan het Zwarte Piet-racisme en roepen in media, op hun werk en in hun privé-omgeving op om ermee te kappen. Het protest tegen dat racisme is overigens niet van vandaag of gisteren, maar kwam wel betrekkelijk laat op gang. Dat kwam doordat de slachtoffers van het Nederlandse kolonialisme en hun afstammelingen lange tijd getalsmatig nauwelijks invloed hadden in “het moederland”. Pas vanaf de jaren 70 kwamen grotere aantallen mensen uit de koloniën, met name uit Suriname, naar Nederland. Zij hadden een visie op en een verwerking van het koloniale verleden die volkomen tegengesteld was aan die van veel witten. De nazaten van tot slaaf gemaakten zwengelden in de jaren 80 en 90 de kritiek aan op het Zwarte Piet-racisme en voerden er als eersten in woord en daad actie tegen. Die eerste golf speelde zich af tegen de achtergrond van de bredere anti-racistische strijd die in die tijd werd gevoerd, bijvoorbeeld ook tegen extreem-rechts.

Een paar jaar geleden laaide het protest opnieuw op. De uit Duitsland en Zweden afkomstige kunstenaressen Annette Krauss en Petra Bauer veroorzaakten veel ophef met hun kritische project “Read the masks. Tradition is not given” en vooral met een ludieke protestmars tegen Zwarte Piet, die op zoveel rechts-populistische agressie stuitte dat hij op het laatste moment werd afgelast. Die scheldpartijen en bedreigingen zorgden er op hun beurt weer voor dat meer Zwarte Piet-critici zich geroepen voelden om ook hun zegje te doen en tegengas te geven. Zo werd duidelijk dat de bezwaren tegen de racistische karikatuur moeilijker onder tafel konden worden geveegd. Door nauw met Krauss en Bauer samen te werken leverde Doorbraak een flinke bijdrage aan de verbreding van de kritiek op Zwarte Piet. Doorbraak-activisten schreven en publiceerden er artikelen over, waren mede-organisator van de protestmars, namen als spreker deel aan bijeenkomsten en speelden een rol bij de totstandkoming van een film van de kunstenaressen over het project.

Aan de huidige steeds sterker opkomende beweging tegen Zwarte Piet nemen naast veel zwarten ook flink wat witten deel, in elk geval meer dan voorheen. Het witte eenheidsfront dat de Zwarte Piet-figuur als welhaast heilig erfgoed beschermt en ophemelt, lijkt in de publieke opinie voorgoed te zijn doorbroken. De racistische karikatuur wordt meer tot probleem gemaakt. De argumentatie waarmee de zwarte knecht wordt verdedigd, verliest zienderogen terrein en brokkelt af. Overal in het kamp van de Zwarte Piet-fans zijn scheuren ontstaan. Die aanhangers beseffen terdege dat hun zo verafgoodde Sinterklaas-traditie voortaan vergezeld zal gaan van het indringende en aanhoudende pleidooi om Zwarte Piet af te schaffen. Ze weten dat de discussie over de racistische karikatuur elk jaar weer zal opduiken, en dat het nooit meer zal worden als vroeger, als in de veronderstelde goede oude koloniale tijd, toen zwarten nog knechten waren en witten de baas. Die losers kunnen zich er maar beter bij neerleggen en hun volkomen achterhaalde gemopper en gezeur beëindigen.

Chocoladeletters

Metro maakte enige tijd geleden duidelijk hoezeer de kritiek op Zwarte Piet in de media is opgerukt. Of Zwarte Piet nu een grappige schoorsteenveger is of een racistische karikatuur, daarover zullen we het wel nooit eens worden, zo gaf de gratis krant de stand van zaken in het debat weer. Aan de tegenstanders van Zwarte Piet bleek zo inmiddels een gelijkwaardige en serieus te nemen plaats in de discussie te zijn toebedeeld. Dat was opvallend, want lange tijd werden Zwarte Piet-critici weggehoond als overgevoelige fanatici of onwetenden die broodnodig op de hoogte zouden moeten worden gebracht van de fijnzinnige Nederlandse cultuur. “Laat 2013 het laatste jaar zijn waarin we over Zwarte Piet praten”, aldus de oproep van de wetenschappers Mariska Jung en Laura Boerhout, die zo snel mogelijk willen afrekenen met de racistische karikatuur. “Zijn er serieus nog mensen die uitgelegd moeten krijgen dat Zwarte Piet niet zwart is van het roet?” Twee andere wetenschappers, Maartje Janse en Karwan Fatah-Black, maakten er vorig jaar bezwaar tegen dat de Leidse universiteit aan hun medewerkers chocoladeletters uitdeelde met een eetbaar Zwarte Piet-hoofd, als deel van hun eindejaarsgeschenk. “De universiteit kiest er daarmee voor zich te vereenzelvigen met een traditie die niet alleen controversieel, maar ook zo’n beetje aan zijn eind gekomen is: de traditie waarin Sinterklaas wordt afgebeeld met een karikaturale zwarte knecht”, schreven ze. “Deze zwarte knecht is historisch gesproken een relatief nieuw verschijnsel: terwijl het Sinterklaasfeest ouder is en knechten in verschillende gedaanten kent, werd een zwarte knecht pas in 1850 voor het eerst afgebeeld in een Nederlands kinderboek. Niet toevallig was dat in de jaren dat Nederland debatteerde over de manier waarop slavernij in de koloniën moest worden afgeschaft. Het is niet ondenkbaar dat de zwarte, gehoorzame knecht de angst voor slavenopstanden na de afschaffing van slavernij moest bezweren.”

Zelfs de Sinterklaas-lobby, die de laatste jaren de zeilen flink moest bijzetten, ziet in dat de tijden zijn veranderd en het beeld van Zwarte Piet moet worden bijgesteld. Het oubollige Sint Nicolaas Genootschap pleit weliswaar niet voor afschaffing van de racistische karikatuur, maar wenst wel een aantal eigenschappen uit te bannen die van oudsher kenmerkend zijn voor Zwarte Piet, zoals zijn dommige, brutale, kinderlijke en vrolijk dansende verschijning. Het genootschap zou hem naar eigen zeggen graag opwaarderen tot “een onmisbare manager”. Men wil hem dus moderniseren en met het voortrazende kapitalistische tij mee laten gaan. Zo bezien zou de ouderwetse pseudoheilige Sinterklaas moeten worden omgetoverd tot een CEO van een internationaal bedrijf die zijn zwarte managers inzet om de inkoop en verspreiding van zijn cadeaus in goede orde te laten verlopen. Dat roept de vraag op waarom Piet ook in de rol van manager nog steeds het uiterlijk van een soort achttiende-eeuwse huisknecht zou moeten hebben. Genootschap-voorzitter Jan van Wijk blijft, wellicht tegen beter weten in, de opvatting bestrijden dat Zwarte Piet zijn langste tijd heeft gehad: “Het is aan Sinterklaas om uit te maken welke Pieten hij meeneemt en tot nog toe kiest hij voor Zwarte Pieten.” Met andere woorden: Sinterklaas moet de baas blijven die zijn bedienden uitkiest, en die knechten behoren zwart te zijn. Aan de baas-knechtverhouding mag volgens het genootschap niet worden getornd. De wens om Zwarte Piet het imago te geven van een hedendaagse manager zou wel eens kunnen voortkomen uit de behoefte om die scheve machtsverhouding te behouden door hem te camoufleren. Maar zelfs deze club van blackface-fans lijkt langzamerhand tegen heug en meug te moeten gaan erkennen dat de Sint en Piet-traditie in de bestaande vorm aan het wankelen is.

Golliwog

Als de scheuren in het witte Nederlandse kamp niet voldoende zouden zijn om Zwarte Piet op te doeken, dan komt er altijd nog een heleboel anti-racistische steun vanuit het buitenland aansnellen. Of het nu gaat om bijvoorbeeld Duitsland, Groot-Brittannië of de Verenigde Staten, overal staan mensen op die geschokt en boos moeten vaststellen dat de racistische blackface-folklore in Nederland nog steeds wordt toegestaan. Het Black Pete-debat gaat de hele wereld rond. Verbijsterd roept men uit: “Nederland lijkt nog in de negentiende eeuw te leven”. Niet alleen persbureaus als Associated Press besteden kritisch aandacht aan Zwarte Piet, maar ook Aljazeera. De kritiek op de blackface-folklore in Nederland lijkt ook de discussie in Duitsland te hebben aangewakkerd over het zwartschminken van kinderen tijdens de viering van drie koningen in dat land. Wat in Nederland niet zou moeten gebeuren, mag ook niet in Duitsland plaatsvinden, zo stellen critici daar. Ze zullen zich daarbij in hun standpunt gesterkt voelen door het internationale protest tegen het Zwarte Piet-racisme.

Dat steeds massalere protest leidt ertoe dat het nationalistische fantasiebeeld van Nederland als een progressieve en tolerante natie in duigen valt. Hoewel menig Nederlander dat beeld krampachtig overeind probeert te houden, komt men nu overal ter wereld tot de ontdekking dat dit land een achterlijke cultuur heeft en een flinke beschavingsachterstand kent. Buitenlandse bedrijven met vestigingen in Nederland weigeren om zich aan te passen aan het Zwarte Piet-racisme, want het eigen personeel neemt er aanstoot aan. Meedoen met de blackface-folklore zou het imago van die bedrijven ook schade toebrengen. ”Daar is die Sinterklaas met zijn leger van zwarte slaven”, merken Amerikanen op als ze op 5 december in Nederland op straat lopen. Het land van de molens, klompen en tulpen blijkt zwarten uit te beelden als de knechten van witten, stellen ze verontrust vast. Als het hun portemonnee zou kunnen treffen, dan blijken opvallend veel Zwarte Piet-fans er ineens, heel opportunistisch, wel rekening mee te houden dat ze met hun racistische traditie veel buitenlandse zakenpartners en toeristen zouden kunnen tergen en zich daardoor uit de markt zouden kunnen prijzen. Op luchthaven Schiphol is men dan ook voor en op 5 december heel terughoudend met het tonen van de bekende racistische karikaturen.

De Golliwog, het Britse broertje van Zwarte Piet.
De Golliwog, het Britse broertje van Zwarte Piet.
Door de toenemende ergernis en hoon die internationaal neerdaalt op het koude kikkerlandje zien Zwarte Piet-fans zich gedwongen om de zelfgenoegzame nationalistische houding te matigen die ervan uitgaat dat buitenlanders niets begrijpen van de Sinterklaas-traditie en daarover eerst maar eens een lesje moeten leren. Zo stort het nationale zelfbeeld als een kaartenhuis in elkaar. Diep van binnen weten veel Nederlanders wel dat hun blackface-folklore gevoelig ligt. Als ze zich in het buitenland bevinden, dan zijn ze op hun hoede. Hema besteedt in zijn vestiging in Londen wel aandacht aan het Sinterklaasfeest, maar laat wijselijk geen zwartgeschminkte knechten toe. De Pieten in de winkel hebben alleen zwarte stippen op hun wangen. Ook in een Nederlands café in de Britse hoofdstad is Zwarte Piet niet welkom, omdat men vreest door de overheid aangeklaagd te worden wegens racisme. De Golliwog, het Britse broertje van Zwarte Piet, is wegens belediging en stigmatisering van zwarten al lang bij het grof vuil van de geschiedenis gezet. De Nederlanders moeten het dus niet in hun hoofd halen om in Groot-Brittannië onbekommerd hun eigen variant op de Golliwog te introduceren.

Campagne

De al langer heersende onvrede met de Zwarte Piet-figuur is vanaf de zomer van 2011 verder in een stroomversnelling geraakt door de inzet van Quinsy Gario en anderen van de “Zwarte Piet is racisme”-campagne. De arrestatie van een paar activisten tijdens de intocht van Sinterklaas in Dordrecht veroorzaakte internationaal grote verontwaardiging. Ze werden hardhandig aangehouden, alleen maar omdat ze een T-shirt met de tekst “Zwarte Piet is racisme” droegen. De toch al flink gegroeide irritatie over het toestaan van dat racisme werd aangevuld met woede over deze schending van de vrijheid van meningsuiting. De overheid bleek kritiek op Zwarte Piet met repressie te beantwoorden. Dat schoot velen in het verkeerde keelgat, ook mensen die voorheen al wel hadden getwijfeld over Zwarte Piet, maar zich daarover tot dan toe nog wat verdekt hadden opgesteld. Nu spraken meer Zwarte Piet-critici zich er openlijk over uit. De “Zwarte Piet is racisme”-campagne heeft door intensief straatwerk velen gemobiliseerd tegen de racistische karikatuur. Dat heeft zijn vruchten afgeworpen, zozeer zelfs dat Gario onlangs stelde dat zijn doel, het blijvend ter discussie stellen van Zwarte Piet, was bereikt. Inmiddels heeft het invloedrijke Landelijk Platform Slavernijverleden, dat jarenlang heeft geijverd voor de komst van het slavernijmonument in het Amsterdamse Oosterpark, een klacht tegen het Zwarte Piet-racisme ingediend. Men wil de zaak ook internationaal gaan aankaarten en zo de druk op Nederland opvoeren.

Hoe je het ook wendt of keert, of je nu hoog of laag springt, er is geen houden meer aan: vroeger of later gaat Zwarte Piet verdwijnen. Hoe eerder, hoe beter. Het protest tegen de knecht van Sint boekt succes en maakt deel uit van een bredere strijd tegen het Nederlandse kolonialisme en nationalisme. De kritische verwerking van het koloniale verleden is sinds zo’n 15 jaar steeds meer op stoom gekomen. Dat levert allerlei resultaten op, niet alleen de komst van het Amsterdamse slavernijmonument, de jaarlijkse herdenking van de afschaffing van de slavernij op 1 juli en pittige debatten over het slavernijverleden, maar ook een overwinning in de rechtszaak over de oorlogsmisdaden van het Nederlandse leger in het dorp Rawagede tijdens de koloniale oorlog tegen Indonesië. Inmiddels worden door Indonesische nabestaanden en door Nederlandse Indonesië-weigeraars nieuwe rechtszaken aangespannen waarin de Nederlandse staat wordt aangeklaagd voor misdaden tijdens de koloniale overheersing van Indonesië door Nederland.

Harry Westerink