Cleveringa draait zich om in zijn graf: Leidse universiteit blijft fascisten faciliteren op studentenmarkt

Net als vorig jaar deed de Universiteit Leiden gisteren weer haar uiterste best om de fascistische Groot-Nederlandse Studenten Vereniging (GNSV) de ruimte te bieden om hun vereniging uit te bouwen. Op de EL CID-kennismakingsmarkt werd hun propagandastand voortdurend omringd door twee en soms zelfs vier agenten, aangevuld met twee ‘beveiligers’ en een handjevol EL CID-officials. Veel interesse was er gelukkig niet voor de fascisten, en de overgrote meerderheid van de studenten vond dat zo’n extreem-rechts clubje geen plaats verdient op de markt en de universiteit.
Ondanks een verbod zijn drie teams van anti-fascistische flyeraars urenlang actief geweest op de markt, die zich uitstrekte langs de beide oevers van de Nieuwe Rijn, in het centrum van de stad. Ze boden ook anti-fascistische posters aan, die door de meeste standhouders positief werden ontvangen. In een flink aantal gevallen hingen die de posters ook meteen aan hun stand. Veel stands hadden zelf al regenboog- en andere lhbtqia+-vlaggen opgehangen, deels ook als stellingname tegen de aanwezigheid van de fascisten die erom bekend staan trans personen te belagen. De anti-fascisten deelden bijna duizend flyers uit en hadden tientallen goede gesprekken met studenten. Verreweg de meesten reageerden positief. Een onbekende gooide aan het begin van de markt zelfs een emmer stinkende compost voor de fascistische stand waarbij die een anti-fascistische leuze riep.

De meeste bezoekers van de markt bleken ook te wensen dat de universiteit een inclusieve plek blijft, voor mensen van kleur en queer mensen. En schaarden zich daarmee in de lijn van het anti-fascisme van Cleveringa, die zich tijdens de nazi-bezetting openlijk uitsprak tegen antisemitisme, iets waar de universiteit zich nog steeds voor op de borst klopt. Die hoogleraar zou zich echter omdraaien in zijn graf, als hij wist hoe het huidige universiteitsbestuur een club pampert die meedoet aan SS-herdenkingen en pleit voor etnische zuivering van Nederland. Het gebrek aan een moreel en politiek kompas zal echter niemand verbazen die de afgelopen twee jaar kennis heeft genomen van het fanatisme waarmee het universiteitsbestuur vasthoudt aan innige samenwerking met Israëlische universiteiten, waarvan bewezen is dat ze bijdragen aan de genocide van de apartheidsstaat. Universiteiten zijn inmiddels grotendeels verworden tot bedrijven die kennis en geld produceren voor kapitalisten. Op de markt werd – net als bij pro-Palestijnse protesten – duidelijk dat een democratische universiteit, bestuurd door de werkers en studenten, een heel ander beleid zou voeren. Dan zouden de GNSV-fascisten niet worden getolereerd.

Flyerverbod
Waar extreem-rechts in de watten werd gelegd en beschermd, zette de universiteit weer alles op alles om anti-fascisten te weren. Agenten, ‘beveiligers’ en officials patrouilleerden voortdurend, op zoek naar eventuele actievoerders. En net als vorig jaar had de politie weer een ‘demonstratievak’ gemaakt, dit keer met een paar dranghekken, schuin aan de overkant van het water. Eventueel aangetroffen actievoerders zouden daar dan heen gedreven moeten worden. De flyerteams wisten echter twee uur lang onder de radar te blijven. Pas nadat een van de teams ontdekt was, gingen die over tot uitdelen en gesprekken aangaan precies onder de neus van al die bewakers. Een flyerverbod mag helemaal niet, en de activisten wilden het conflict daarover bewust op de spits drijven. Maar vanzelfsprekend pas toen het hoofddoel al grotendeels bereikt was: zoveel mogelijk studenten informeren en mobiliseren tegen de fascistische aanwezigheid.

Het betreffende flyerteam was eerder al weggestuurd door een official. Daaraan hadden ze – heel tactisch – netjes gehoor gegeven en ze waren weggelopen, achtervolgd door de bewakers. Ze zouden niet mogen flyeren, omdat “dit deel” van de binnenstad was uitgeroepen tot “evenemententerrein”, wat overigens wel gewoon toegankelijk bleef voor terrasbezoekers en winkelend publiek. Maar de anti-fascisten hadden hun activiteiten vervolgens elders op de markt gewoon weer voortgezet, na eerst een blokje om gelopen te hebben. Na enige tijd werden ze daar opnieuw aangesproken door officials. Die eisten dat het nu echt moest stoppen, maar de anti-fascisten besloten gewoon door te gaan. Dat was niet eerlijk, zeiden de officials, omdat de anderen hadden betaald om daar met een stand te staan. Maar hun commerciële overwegingen gaan natuurlijk niet boven de vrijheid van meningsuiting en het demonstratierecht. En het kan toch niet zo zijn dat anti-fascisten de organisatie waartegen hun demonstratie zich richt, de EL CID, moeten betalen om hun mening te mogen uiten.

Politie
Daarop werd de politie erbij gehaald. Die liet enige tijd op zich wachten. Het flyeren en gesprekken aanknopen ging ondertussen gewoon door. Eenmaal gearriveerd werden de agenten een poosje straal genegeerd. Kennelijk wilden de agenten niet inbreken in gesprekken met studenten. Toen kwamen ze er toch tussen, en eisten ze dat er gestopt zou worden met flyeren. Toen de activisten dat weigerden, gingen de officials bellen met hun organisatie. Ondertussen probeerde een ‘beveiliger’, die vorig jaar ook extra moeilijk deed, opgefokt de agenten tot ingrijpen aan te zetten. Ook een NRC-journalist kwam zich ermee bemoeien, wat de chaos nog vergrootte. Ondertussen bleven de flyeraars stug doorgaan met hun werk.

De agenten gingen uiteindelijk ook hun baas maar bellen, en kwamen tien minuten later schoorvoetend erkennen dat flyeren inderdaad mocht, maar uitsluitend in het demonstratievak. “We gaan jullie daar nu naartoe begeleiden’, zei er een. Maar daar voelden de activisten niet voor: flyeren van achter een hek met smeris ernaast. “Heb je dat besluit op papier?”, vroeg een van de activisten. Dat maakte de agenten onzeker, die vervolgens opnieuw hun baas gingen bellen, wat weer ruim twintig minuten duurde.

Voordat ze antwoord hadden, waren de flyers van de activisten op. Een van hen kwam de agenten, beveiligers en officials melden dat het materiaal op was en dat ze op huis aan gingen. Hij zei hen vriendelijk gedag, maar de agenten reageerden verbouwereerd. Eentje zei: “Dat kan niet, want we hebben jullie staande gehouden”. “Nee hoor, daar kunnen we ons niets van herinneren”, antwoordde de ene actievoerder, en de andere beaamde dat. Daarop liepen ze weg. Twee agenten en de boze ‘beveiliger’ zetten de achtervolging in, allemaal in een rijtje het “evenemententerrein” af. Alles in wandeltempo, want het was bloedheet. Al wandelend maakte een van de anti-fascisten nog een selfie met de slow motion achtervolgers op de achtergrond. Hijgend belde een van de agenten weer met de baas, waarvan ze kennelijk te horen kreeg dat ze het maar moesten opgeven.



Trieste uitstraling
Terug naar de fascistische studenten. Hoe verging het hen? Ze stonden aan een van de uiteinden van de markt, met een vrijwel lege stand. Een tijdje was de enige attractie die stinkende hoop compost. De paar bezoekers die op hen afstapten, waren meestal argeloze studenten die om de weg vroegen op de markt. Twee van de vier fascisten konden hen waarschijnlijk niet veel wijzer maken, aangezien ze uit Nijmegen kwamen. Kennelijk waren er onvoldoende Leidse studenten voorhanden. Tijdens de uren dat ze daar met z’n vieren in de hitte stonden, hadden ze hooguit een handjevol gesprekken, waarbij ze zichzelf steevast introduceerden als “traditionele gezelligheidsvereniging”. De gesprekken waren overigens vrijwel allemaal met jongens waar ze zelf actief op afstapten en die allemaal een onzekere indruk maakten. Ze moesten het kennelijk van een soort etnisch profileren hebben.

De GNSV was trouwens niet de enige aanwezige extreem-rechtse groepering. Een paar standjes verderop stond het Haagsch Studenten Schutters Korps “Pro Libertate”, dat zich volgens Wikipedia betrokken voelt “bij het levend houden van de herinnering aan de krijgsgeschiedenis in de voormalige kolonie Indonesië”. Naast deze militaristische studenten was ook het ministerie van Oorlog zelf kanonnenvoer aan het ronselen, jonge lichamen die mogen komen oefenen om in dienst van het Nederlandse kapitaal ooit andere jonge lichamen kapot te schieten.



Een van de agenten die de GNSV-stand beschermde, legde uit dat het om een minderheid ging, en dat die het altijd moeilijk hebben. Maar het zijn gewone mensen, “zoals jij en ik”. Ze voelde overduidelijk een grote verwantschap met die “gewone mensen”, en ontkende dat de studenten SS-ers herdachten en voor etnische zuivering pleitten. Met anti-fascisme had ze daarentegen veel minder op. Een van de EL CID-officials die eveneens bij de stand rondhing, wilde de aanwezigheid van de fascisten niet verdedigen, maar schermde met “de regels” waardoor ze niet geweigerd konden worden. Op de tegenwerping dat mensen als hij die “regels” zelf maken, en dat inmiddels vier politieke partijen – GL, PvdA, PvdD en SVL – bezwaar maken daartegen, erkende hij dat de druk groeide en dat het debat voorlopig niet snel zou verstommen .
Eric Krebbers

