De hondenfluitjes in informateur Buma’s stuk

Het document van Buma is een masterclass in “semi-taal”: taal die niet bedoeld is om helderheid te scheppen, maar om gure plannen aan te kondigen én gelijk te verhullen. Het zijn taaltrucjes die zijn bedoeld om geen verantwoordelijkheid te nemen.
Als mensen het hebben over “hondenfluitjes” in de politiek, dan gaat het vaak om extreem-rechts. Maar hondenfluitjes kunnen ook ‘gewoon’ rechts zijn. Het doel is simpelweg om de één te informeren en de ander tegelijkertijd onwetend te houden.
Laten we mijn werkgebied als voorbeeld nemen: hervormen van de arbeidsmarkt. Dat deel van Buma’s stuk staat vol met hondenfluitjes. Om te beginnen met “zekerheid” (geel). Zekerheid klinkt positief, we zijn liever zeker dan onzeker. Het is alleen wel belangrijk om te weten waarover je zeker bent.

Als het gaat over de Zelfstandigenwet: deze wet probeert duidelijk te maken wie werkt als ‘werknemer’ en wie als zelfstandige (zzp-er). Dit is belangrijk, want ‘werknemers’ hebben allerlei rechten die zelfstandige ‘ondernemers’ niet hebben.
Daarover is ook vanuit de regering een wetsvoorstel ingediend. De Zelfstandigenwet is een alternatief op de VBAR, ingediend door D66, VVD, CDA en SGP. Volgens de indieners geeft de Zelfstandigenwet vooral meer “duidelijkheid”.
Hoe gaat die wet dat doen? Onder andere door veel waarde toe te kennen aan wat er in het contract staat. Een contract dat veelal door de ‘werkgever’ wordt opgesteld. Er is dus meer “zekerheid”, maar wat precies zeker is, dat ligt in handen van de ‘werkgever’. Dus meer zekere schijnzelfstandigen.
Dat is het gevaar van het woordje “zekerheid”: het kan ook betekenen dat je heel zeker bent over een verschrikkelijke situatie. Dat is een situatie waarin we juist een beetje onzekerheid willen hebben. Als het gaat over klimaat, dan krijgen we steeds meer zekerheid. Geef mij maar wat onzekerheid.
Dan hebben we de “activerende” WW. De WW is de werkloosheidswet, de uitkering die je krijgt als je buiten je eigen schuld om baanloos raakt. “Activerend” klinkt dan goed. Het doet me denken aan het Duracell-konijn. Die is geactiveerd. Wie kan daar nu tegen zijn?
Alleen: een “activerende” WW betekent iets anders. Wat D66 en CDA bedoelen is dat mensen die in de WW zitten, harder hun best moeten doen om een baan te zoeken en geld te gaan verdienen voor een baas. Dat betekent strengere voorwaarden en eisen voor mensen in de WW.
Dat verzin ik niet zomaar, dat staat in de plannen van D66. De WW-uitkering moet korter. Het CDA wil dat mensen die opnieuw baanloos raken, terugvallen naar hun “oude uitkering”. Omdat de WW-uitkering tijdelijk is (en met de tijd lager wordt), is dat ook een bezuiniging.


Maar modernisering van het ontslagrecht, daar kan niemand tegen zijn, toch? Modern betekent slimmer, beter, meer aangesloten op de tegenwoordige tijd! Dat is inderdaad hoe het overkomt. Deze term doet meteen denken dat ons huidige ontslagstelsel “verouderd” zou zijn. Dat komt D66 en CDA goed uit.
De term “modernisering” is een loze term. Elke verandering is technisch gezien een modernisering, omdat elke verandering het verleden inruilt voor het heden. Ook al is het een slechte verandering. Wat “modernisering” is, hangt daarnaast af van je toekomstbeeld.
Om maar een voorbeeld te noemen: in 2021 is het kansspelbeleid van Nederland “gemoderniseerd”, waardoor online gokken werd gelegaliseerd. Heel modern, maar het leidde vervolgens (zoals verwacht) tot een explosie in gokverslaving.

En als we het hebben over het ontslagrecht: rechtse partijen willen al jaren af van de zogenaamde “preventieve ontslagtoets”. In Nederland moet de ‘werkgever’ toestemming vragen bij de rechter voordat een ‘werknemer’ ontslagen kan worden. Dit vinden zij “ouderwets”.
Maar het afnemen van de preventieve ontslagtoets betekent dat ‘werknemers’ minder beschermd zijn en dat ‘werkgevers’ sneller mensen kunnen ontslaan. Als dat je toekomstbeeld is, dan is dat inderdaad een “modernisering”. Maar ‘werknemers’ moeten hun rechten inleveren.
Dan een “passende” transitievergoeding. Ook hier geldt: iedereen zal het ermee eens zijn dat een transitievergoeding (de vergoeding die je krijgt als je wordt ontslagen) “passend” moet zijn. Geen enkele politicus zal campagne voeren voor een “niet-passende” transitievergoeding. Maar wat is passend?
Ditmaal maakt de VVD duidelijk wat ze bedoelen met een “passende” transitievergoeding: dat is géén verplichte transitievergoeding. Want zeg nu zelf: het is toch sneu voor Albert Heijn dat ze elke ‘werknemer’ die ze de laan uitsturen een zak geld mee moeten geven? Onnodige bureaucratie!

De term “passend” bevat een waardeoordeel. In tegenstelling tot schoenen kan je van een transitievergoeding niet objectief stellen of die al dan niet “passend” is. Door het woord “passend” te gebruiken, doen D66 en CDA alsof het iets objectief meetbaars is, in plaats van een belangenafweging.
Bonuswoord: de term “transitievergoeding” is ook een innovatie. Vroeger heette dat een “ontslagvergoeding”. Maar ‘werkgevers’ en regering wilden niet dat mensen het zagen als een beloning voor je jarenlange werk en trouw, maar als potje om een nieuwe baan te vinden. Vandaar “transitievergoeding”.
Dan is er nog de term “vereenvoudiging”. Ook dat klinkt goed: het is fijn als dingen makkelijk te begrijpen zijn, en dat dingen niet onnodig complex zijn. Kernwoord is hier: “onnodig”. Sommige dingen, zoals een zonnepaneel, zijn niet eenvoudig, want ze moeten complex zijn om hun werk te doen.
Wat politiek gezien “nodige” en “onnodige” complexiteit is, is net zoals bij “modernisering” en “passend” een belangenoordeel. Voor CDA is dat helder: “vereenvoudiging” betekent het schrappen van regels. Dat maakt het eenvoudiger voor de mensen die zich aan die regels hadden moeten houden.

Maar net als bij “zekerheid” is ook “eenvoud” niet altijd positief. Een baksteen door je ruit is eenvoudig, maar dat maakt het nog niet goed. Zo moeten bedrijven zich aan complexe regelgeving rond natuur en milieu houden om de natuur te beschermen. Dat gaan we ook niet zomaar “vereenvoudigen”.
Of neem alle toeslagen en heffingen die bestaan. Ja, die zijn complex, en niet eenvoudig. Maar wat de VVD voorstelt, is een versimpeling door vooral de dingen af te schaffen waar arme mensen baat bij hebben. Het is een bezuiniging afschilderen als “versimpeling”.

En als laatste een persoonlijke frustratie: de “slimme oplossing”. Als ik die hoor, dan word ik woest. Geen enkele politicus zal ooit met trots zeggen dat die een “domme” oplossing wil. Iedere politicus denkt dat die slim is. Zeggen dat je iets “slim” wil oplossen, is geen aanprijzen.

Als politici het hebben over “slimme” oplossingen, dan bedoelen ze eigenlijk iets anders. Dan bedoelen ze dat ze een oplossing willen vinden die niemand tegen het hoofd stoot, maar die wel alle problemen oplost. Een soort “slim” toverstokje waarmee problemen verdwijnen.
In het voorbeeld hierboven: meer bomen planten, groene daken plaatsen en bloemrijke bermen laten bestaan zijn allemaal goed, maar het zet geen zoden aan de dijk. Het is “slim” in de zin dat het klein is, en dat ze doen alsof het in belangrijke mate bijdraagt aan een oplossing.
In dit voorbeeld: GL/PvdA wil “slimme” oplossingen met woningsplitsing en optopping. Slim, want je hoeft geen pandjesbazen te onteigenen, je kan gewoon meer mensen in een pand proppen Huurders leveren in op woonoppervlakte en woonplezier, maar de mensen die ertoe doen blijven gespaard.

En ook hier geldt: wat iemand “slim” vindt, is een waardeoordeel. De VVD vindt het “slim” om te doen alsof huurders van een flat die niet reageren op een renovatieverzoek “voor” de renovatie stemmen. Heel slim voor huisbazen, minder voor de huurders.

Dit document laat zien hoe erg de parlementaire politiek in de ban is van pr. Hele documenten zitten vol met betekenisloze woorden die bedoeld zijn om de harde gevolgen van beleid te verdoezelen. Het maakt deze documenten alleen maar minder informatief, ten gunste van de betrokken partijen.
En media laten ze ermee wegkomen. Een kritische journalist geeft context aan de woorden die partijen kiezen. Maar de modus is tegenwoordig vooral om de loze leuzen kritiekloos over te tikken. Welke leek kan deze paragraaf zonder duiding begrijpen?

Dit soort strategieën maken politiek tot een “black box” waar niemand meer iets van begrijpt, behalve de mensen die ermee bezig zijn. Het maakt dat politici niet meer verantwoordelijk gehouden kunnen worden. Taal is bedoeld om te verhelderen en te leren. De politieke semi-taal is geen taal meer.
Bo Salomons
(Dit artikel verscheen eerder als draadje op Bluesky.)
