Flexwerkers steeds vaker ook flexnomaden

Huizen voor mensen niet voor winst.
Huizen voor mensen, niet voor winst.

Volgens de Bond Precaire Woonvormen (BPW) is het kabinet Rutte II bezig om een klasse van “rechteloze flexnomaden” te creëren die in armoede en onzekerheid leeft. Door de ingrijpende plannen van minister voor Wonen Stef Blok dreigen starters op de woningmarkt te worden opgezadeld met tijdelijke huur, zonder dat ze daarna zicht hebben op een andere woning. Zo worden de huurrechten aangetast en komt de betaalbaarheid en beschikbaarheid van sociale huurwoningen nog meer in het geding. Hoog tijd dus voor woonstrijd, waarover Doorbraak en Leidse woonactivisten op 13 juni in samenwerking met de BPW een bijeenkomst organiseren.

De BPW is een landelijke vrijwilligersorganisatie die tot doel heeft om de woonrechten van diverse typen “flexbewoners” op te eisen en te waarborgen. De bond ondersteunt bewoners die zijn gedwongen om in anti-kraaksituaties of andere tijdelijke woonomstandigheden te leven en doet doorlopend onderzoek naar de ontwikkelingen op dit gebied. “Wij komen zeer verontrustende omstandigheden tegen van misbruik van de woningnood en zien de schaal van tijdelijk wonen en misbruik van mensen die een huis nodig hebben, snel toenemen”, aldus de BPW. “Bewoners zijn bang en kennen hun rechten niet. Maar bovenal valt op dat het ‘flexwonen’ en ‘flexwerken’ steeds meer hand in hand gaan, vooral aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Uitzendkrachten zijn steeds vaker ook ‘uitzendbewoners’. De rechtspositie van mensen wordt zowel op woon- als op werkgebied in een rap tempo aangetast.”

Flexibilisering

Het kabinet suggereert dat woningzoekenden behoefte zouden hebben aan meer mogelijkheden om tijdelijk te huren. Al langere tijd wordt flexibilisering op allerlei maatschappelijke terreinen door beleidsmakers verkocht als een ontwikkeling waar veel mensen zelf om zouden vragen. Maar de precaire huurders die voor ondersteuning contact opnemen met de BPW, verblijven niet in tijdelijke huisvesting omdat ze daarvoor kiezen of omdat ze dat zo leuk vinden. Het is voor hen een bittere noodzaak, als ze tenminste nog een dak boven hun hoofd willen hebben. De “vrije keuze” waar Blok over spreekt, bestaat slechts voor een hele kleine welvarende groep huurders. De achterban van de BPW kan een huurwoning in de vrije sector niet betalen en al helemaal niet een hypotheek krijgen. Qua inkomen zouden deze mensen een sociale huurwoning moeten krijgen, maar vandaag de dag komen er steeds minder sociale huurwoningen vrij, omdat ze vaak door woningcorporaties verkocht en geliberaliseerd worden. En als er al sociale huurwoningen beschikbaar komen, dan zijn ze vaak voor veel mensen te duur: al gauw meer dan vijfhonderd euro per maand. Ook de Woonbond, de grote landelijke belangenorganisatie van mensen met een sociale huurwoning en andere huurders, levert forse kritiek op de plannen van Blok.

De praatjes van de minister en andere beleidsmakers over de behoefte die woningzoekenden zouden hebben om tijdelijk te kunnen huren, wordt begeleid met een frame, met een bepaald beeld van hoe starters op de woningmarkt zouden zijn. Ze worden neergezet als jonge, pas afgestudeerde en hoogopgeleide personen die misschien net hun eerste baan hebben gekregen en daardoor nog niet over het hoge inkomen kunnen beschikken dat voor hen in het verschiet zou liggen. Na een tijdje zouden ze beter betaald werk kunnen gaan krijgen en kunnen doorstromen naar de vrije sector. Aldus de beeldvorming. In werkelijkheid echter komen mensen van jong tot oud en van hoogopgeleid tot laagopgeleid in tijdelijke woonvormen terecht, omdat ze elders buiten de boot vallen. Het gaat vaak om huurders die geen stabiel inkomen hebben en daar ook niet het vooruitzicht op hebben. Steeds meer mensen doen laagbetaald flexwerk en kunnen zo weer worden ontslagen. Door de woningnood en hun krappe beurs moeten ze dan ook nog eens flexwonen met tijdelijke huurcontracten.

Huisuitzettingen

Bij het ondersteuningswerk voor dit soort huurders merkt de BPW hoe de armoede groeit en het aantal huisuitzettingen fors toeneemt. Een tijd geleden liet corporatiekoepel Aedes weten dat er in 2013 zo’n zevenduizend huisuitzettingen zouden zijn geweest, acht procent meer dan in 2012. Uit de resultaten van een door Aedes gehouden enquête blijkt dat in maar liefst 88 procent van de gevallen huurschuld de reden vormde voor de huisuitzetting. Maar volgens de BPW is het aantal huisuitzettingen bij tijdelijke huur nog veel groter. Die uitzettingen worden echter niet geregistreerd, onder meer omdat die “normaal” zouden zijn. Mensen hebben nu eenmaal gekozen voor een tijdelijk huurcontract en kunnen dus weten dat het een keer ophoudt, zo wordt het dakloos maken verkocht door anti-kraakbureaus en andere verhuurders. Maar er valt voor veel flexhuurders nauwelijks iets te kiezen. Na een periode van tijdelijke huur is de toegang tot een betaalbare huurwoning immers nog steeds nihil. Ze komen dan weer in tijdelijke woonruimte terecht en moeten na een tijd opnieuw verhuizen. Zo ontstaat een groeiende groep “rechteloze flexnomaden”.

Dat kunnen ook hele families zijn, zoals bleek in de recente zaak van een gezin met vijf kinderen uit Soesterberg dat momenteel op straat dreigt te worden gezet. Hun tijdelijke huurcontract is door anti-kraakbureau Camelot opgezegd. Samen met de BPW is het gezin nu geld aan het inzamelen om langs juridische weg huisuitzetting te voorkomen. Eerder kwamen BPW-activisten al eens met succes in actie tegen de dreigende ontruiming van de woning van een vrouw en haar dochtertje, andere slachtoffers van de wanpraktijken van Camelot. Ook klaagt de BPW woningcorporaties aan die meewerken aan het rechteloos maken van huurders, zoals Parteon die aan Camelot woningen in beheer geeft om die tegen schandalige voorwaarden tijdelijk te verhuren.

Harry Westerink