Kno’Ledge: “De strijd tegen Zwarte Piet is een strijd tegen de macht om anderen te vernederen”

Kno'Ledge Cesare.
Kno’Ledge Cesare.
12 november 2011, Dordrecht, en 15 november 2014, Gouda: twee data, twee plekken, twee Sinterklaasintochten, twee keer gearresteerd worden. Twee keer wilde Kno’Ledge Cesare zijn mening over Zwarte Piet geven en twee keer werd hij daarom van zijn vrijheid beroofd. In december 2014 werd hem zelfs een beroepsverbod opgelegd. Een gesprek met een van de kartrekkers van de beweging tegen Zwarte Piet.

In december 2014 kreeg Kno’Ledge een telefoontje van de korpschef van de Utrechtse politie. Die vertelde hem dat zijn beveiligingspas zou worden ingetrokken, omdat een politie-agent aangifte tegen hem zou hebben gedaan. Hij zou de agent tijdens zijn arrestatie in Gouda hebben mishandeld. Maar uit videoverslagen en getuigeverklaringen blijkt zonneklaar dat niet hij, maar juist de politie geweld gebruikte. Hij werd hardhandig tegen de grond gewerkt en meegesleept. Daarbij werd zijn t-shirt over zijn hoofd getrokken, alsof hij een zware crimineel was. “Iemand moest boeten voor het protest tegen Zwarte Piet in Gouda, en dat was ik”, aldus Kno’Ledge, die ervan uitgaat dat het de vooropgezette bedoeling van de autoriteiten in Gouda was om hem en andere activisten tegen Zwarte Piet te criminaliseren en monddood te maken. Maar hij laat zich niet tegenhouden door politie-intimidatie.

Twee weken na het telefoontje van de korpschef volgde de definitieve intrekking van zijn pas, waardoor hij zijn baan moest opgeven en niet meer in de beveiligingssector mag werken, ook niet in het buitenland. “Beveiligers mogen geen strafblad hebben. Maar ik heb geen strafblad. Er is aangifte tegen mij gedaan door een mij onbekende agent. Ik ken ook de precieze inhoud van de aangifte niet. De aangifte is nog niet eens in behandeling genomen door het Openbaar Ministerie, laat staan dat ik veroordeeld zou zijn voor een strafbaar feit. Toch vormt dat al voldoende aanleiding voor de autoriteiten om me mijn baan af te pakken.”

Tweederangs burger

“Soms reageren mensen op mijn arrestatie met opmerkingen als: ‘Je bent in elk geval niet doodgeschoten, zoals in de VS gebeurt. Het valt dus nog wel mee.’ Alsof ik blij zou moeten zijn, alsof ik de politie zou moeten bedanken.” Kno’Ledge ziet de politierepressie in een breder perspectief. Wat hem overkomt, kan ook anderen overkomen, ook witte mensen. Als de politie een vrijbrief krijgt om zomaar geweld te gebruiken en iemand valselijk te beschuldigen, dan kan daar een gevaarlijke precedentwerking van uitgaan. “Het is de wereld op zijn kop. De autoriteiten willen blijkbaar een voorbeeld stellen. Ze willen mij breken en het verzet tegen Zwarte Piet indammen. Ik moet gecriminaliseerd worden om anderen af te schrikken die mogelijk ook in actie willen komen tegen de racistische karikatuur. Maar ik vertik het om te spreken zoals anderen eisen dat ik spreek. Ik vertik het om mijn mond te houden.” In eerste instantie wilde Kno’Ledge geen bezwaar aantekenen tegen het beroepsverbod. Op 21 februari, tijdens de aftrap van de strijd tegen Zwarte Piet in 2015, zei hij daarover in een toespraak: “Ik dacht: zak in de stront met je beveiligingspas”. Maar vervolgens had hij zich afgevraagd wat voor effect het op de beweging tegen Zwarte Piet zou kunnen hebben als hij geen juridische actie tegen het beroepsverbod zou ondernemen. Bij nader inzien wilde hij niet het signaal afgeven dat het normaal is als demonstraties zomaar worden verboden, als de politie extreem gewelddadig optreedt, als iemand valselijk wordt beschuldigd zodat de autoriteiten daarna zijn baan kunnen afpakken. Daarom heeft hij een advocaat in de arm genomen om het intrekken van zijn beveiligingspas ongedaan te maken.

“Wat er op 15 november 2014 in Gouda is gebeurd, zegt veel over hoe ver de autoriteiten bereid zijn om te gaan met hun intimidatie. De strijd tegen Zwarte Piet is een strijd tegen macht, tegen de macht om anderen te vernederen. De meerderheid mag niet bepalen hoe de minderheid aan de samenleving wil deelnemen, hoe die minderheid zich zou moeten gedragen, wat voor normen en waarden ze zouden moeten hebben. Na vierhonderd jaar slavernij en vernedering wil geen enkele zwarte persoon nog meemaken dat er de baas over hem wordt gespeeld, dat hij wordt geminacht en gekleineerd. Niemand wil de knecht of de slaaf van een ander zijn. De strijd tegen Zwarte Piet is ook een strijd tegen negatieve beeldvorming over zwarte Nederlanders. De manier waarop de politie mij heeft behandeld, geeft me echt het idee dat ik een soort tweederangs burger ben. Daarmee geven de autoriteiten mij de boodschap: ‘Jij moet je plek kennen. Jij mag niet voor je mening uitkomen. Jij mag niet brutaal zijn. Jij moet je gedeisd houden.’”

Gekwetst

Als vertegenwoordiger van de beweging tegen Zwarte Piet nam Kno’Ledge deel aan het landelijke en het Amsterdamse overleg tussen voor- en tegenstanders van Zwarte Piet. Bij het landelijke overleg zat ook minister Lodewijk Asscher, bij het Amsterdamse overleg burgemeester Eberhard van der Laan. “Dit soort bestuurders merken tijdens het overleg en ook daarbuiten steeds op: ‘De verandering van Zwarte Piet moet uit het volk komen’. Vervolgens gaan ze zitten wachten op dat ‘volk’. Maar wie ben ik dan? Wie zijn al die anderen dan die zich uitspreken tegen Zwarte Piet? Wij zijn toch ook onderdeel van dat ‘volk’? Er komt toch al verandering vanuit het ‘volk’, want wij zorgen daar toch voor?”

Het overleg tussen voor- en tegenstanders verloopt volgens Kno’Ledge zo moeizaam omdat er geen gezamenlijk uitgangspunt is over de vraag of Zwarte Piet een racistische karikatuur is. Al vaker heeft Van der Laan in het openbaar verkondigd dat “we” er in het Zwarte Piet-debat “samen wel uitkomen”. Tijdens de aftrap van de jaarlijkse slavernijherdenking in 2014 liet de burgervader doodleuk weten dat Sinterklaas “een feest voor iedereen” zou worden. Hij maakte het zo bont dat er vorig jaar zelfs werd gedemonstreerd tegen zijn huichelachtige houding. Zolang Zwarte Pieten Sinterklaas tijdens de landelijke en lokale intochten blijven vergezellen, zolang is er volgens Kno’Ledge sprake van een manifestatie van racisme in het openbaar. En zolang Van der Laan en andere bestuurders vasthouden aan die racistische karikatuur, zullen “we” er nooit samen uitkomen. “Tijdens het nationale overleg, met Asscher erbij, viel het me op dat er vooral werd gesproken over gekwetst zijn, juist door witten. De witte meerderheid zou gekwetst zijn als hun Zwarte Piet-traditie zou verdwijnen. Ze stellen het kwetsende karakter van de racistische figuur op één lijn met hun eigen gekwetst zijn over de mogelijke afschaffing van die figuur. Dat vind ik ook weer zo’n typisch staaltje van wit privilege.”

Racisme op de arbeidsmarkt

Kno’Ledge moet nu zien rond te komen van de financiële reserve die hij heeft opgebouwd. Hij had een parttime baan van 24 uur per week. Zo hield hij voldoende tijd over om zijn betaalde werk te kunnen combineren met zijn onbetaalde activiteiten, als dichter en als activist. Hij is nu op zoek naar ander betaald werk. Dat valt niet mee. Hij wordt niet alleen in het algemeen geconfronteerd met het heersende racisme op de arbeidsmarkt, maar ook in het bijzonder met zijn publiekelijke bekendheid als woordvoerder van de beweging tegen Zwarte Piet. Dat vormt een extra belemmering om een nieuwe baan te vinden.

Veel Zwarte Piet-fans bestoken de tegenstanders van de racistische karikatuur onder meer met het vooroordeel dat ze geen betaald werk zouden hebben. “De werkelijkheid is dat ik juist wel een baan had, maar die ondertussen ben kwijtgeraakt omdat ik me uitspreek tegen Zwarte Piet.” Hij merkt dat de strijd tegen Zwarte Piet mensen persoonlijk raakt, ook in positieve zin. “Zo kan het gebeuren dat een wildvreemde, bijvoorbeeld een zwarte trambestuurder, mij op straat ziet lopen en uitroept: ‘Ik ben zo blij dat jij deze strijd aan het voeren bent. Ga zo door!’ Er zijn ook veel witte Nederlanders die mij bijstaan en een hart onder de riem steken. Daarentegen heb ik ook witten horen zeggen: ‘Ik zou juist blij zijn als ik Zwarte Piet werd genoemd’.” Dat soort opmerkingen maken deel uit van het witte privilege. Witten hoeven er immers nooit voor te vrezen dat ze voor Zwarte Piet worden uitgescholden, gezien hun huidskleur.

Nieuwjaarsdag

Het is de bedoeling dat er een steuncampagne komt voor Kno’Ledge en voor andere tegenstanders van Zwarte Piet die worden getroffen door staats- en andere repressie. Er is een website in de maak om zoveel mogelijk donaties op te halen. “Voor de duidelijkheid: dat geld is niet bestemd voor mijn eigen levensonderhoud. Het dient een collectief doel: het is gericht op de financiering van rechtszaken van activisten tegen Zwarte Piet.” De voorbereiding van de steuncampagne is nu in volle gang.

Kno’Ledge heeft een zoon en een dochter, van 5 en 11 jaar. Juist ook voor hun belangen en voor hun toekomst voert hij actie tegen Zwarte Piet. “Ik vier geen Sinterklaas en ook geen Kerstmis. Ik geef mijn kinderen elk jaar een cadeau op 1 januari, op nieuwjaarsdag. Dat vinden ze heel leuk. Zo kan het dus ook. Toen mijn dochter en mijn zoon waren geboren, zei het ziekenhuispersoneel in beide gevallen tegen me: ‘Dat wordt later zeker een muzikant en voetballer, hè?’ Witte ouders krijgen daarentegen te horen dat hun kinderen later slim, rijk en machtig worden. Die stereotiepe beeldvorming, daar gaat het om. Daar vechten we tegen. Niet alleen bij Zwarte Piet, maar overal waar institutioneel racisme heersend is.”

Frodo Tromp
Harry Westerink