Noisejob: De grens overgaan

Ayatollah Ali Khamenei, hoogste religieuze baas van Iran.
Ayatollah Ali Khamenei, hoogste religieuze baas van Iran.
Onlangs deed Doorbraak-columniste Lili Irani met de onderstaande inzending mee aan een columnwedstrijd van de gratis krant Metro. Ze behoorde helaas niet tot de winnaars.

Toen ik nog een kind was en opgroeide in Teheran, de hoofdstad van Iran, kwam God altijd aardig op me over. Als ik een wens had, dan vroeg ik God om die te vervullen. Maar toen ik ouder werd, bleek God niet zo lief te zijn. Ik maakte kennis met een andere kant van het opperwezen, een strenge kant die me bang maakte en me nog steeds als een schaduw achtervolgt. Als jonge vrouw verlangde ik naar aandacht van het andere geslacht, waarvoor ik vaak moest liegen tegenover mijn ouders. Dan vreesde ik dat God me zou berispen. En hij zou het vast ook afkeuren als ik te lang naar een aantrekkelijke jongeman zou kijken. Mijn voorheen vriendelijke God zou ontzettend boos worden als ik buiten het huwelijk intiem zou zijn. Ik zou dan in de hel belanden, zo had ik gelezen in de koran. Daarom probeerde ik God zoveel mogelijk tevreden te stellen.

Jaren later kwam ik op een heerlijke zomerdag aan in Nederland. Mijn ogen gingen open in dat nieuwe land vol zondaars. Voor de eerste keer zag ik mensen elkaar in het openbaar omhelzen en zoenen. Op het strand lagen ze vrijwel naakt te zonnebaden. Tijdens feesten kreeg ik alcoholische dranken aangeboden en meende ik dat het satan in eigen persoon was die me probeerde te verleiden. Ik nam een glas sinaasappelsap om de duivel te laten merken dat ik standvastiger was dan hij misschien had gedacht. Ik zou wel eens laten zien hoe lastig het voor hem was om mij in de hel te krijgen. Met het afschepen van satan bracht ik menig feest door.

In de loop der tijd ging ik steeds meer vraagtekens zetten bij de godsdienst die me zo bang had gemaakt. Ik leerde de Nederlanders beter kennen. Ze bleken niet slechter en zondiger te zijn dan de Iraniërs, gemiddeld genomen. Ik vroeg me af waarom ik vroeger steeds had moeten aanhoren dat de Iraniërs rein en heilig zijn in vergelijking met de verschoppelingen in het verderfelijke westen. In Iran moest ik zoveel mogelijk van mijn lichaam bedekken. In Nederland loop ik het risico om juist minder respect te krijgen als ik een hoofddoek draag. Maar ik wil niet langer meer voldoen aan wat anderen van mij willen. Ik wil mijn eigen leven kunnen bepalen. Ik ben immers de grens overgegaan om in vrijheid mijn eigen grenzen te kunnen aangeven.

Lili Irani