Refo-onderwijs en haar machtige elite

Zo zijn er nog meer machtige en rijke mannen op te noemen die samen die kliek vormen waar ik eerder naar verwees. Zij zitten allemaal in de belangrijkste bestuursorganen van de reformatorische gezindte, waaronder dus de besturen van scholen met duizenden leerlingen. Hun doel is om ervoor te zorgen dat deze scholen ideologisch gezien in het gareel gehouden worden, want met die scholen wordt misschien wel de belangrijkste culturele impact bewerkstelligd: de indoctrinatie van duizenden kinderen per jaar. Het overleven van de hele reformatorische subcultuur is hiervan afhankelijk, daar zijn deze heren zich ook van bewust. Kinderen worden op reformatorische scholen op allerlei verschillende manieren klaargestoomd om ideologisch weerbaar te zijn binnen de seculiere maatschappij. Zo worden ze vanaf jonge leeftijd (ik was 11) volgestopt met anti-wetenschappelijke theorieën over de leeftijd van de aarde, over het ontstaan van de mens en over homoseksualiteit. Maar dat niet alleen, tijdens verplichte lessen apologetiek worden de meest overtuigende ‘seculiere’ argumenten over seksualiteit, abortus, voltooid leven en basale natuurkunde behandeld, om de kinderen vervolgens de beste ontkrachting van die argumenten te leren zodat ze die kunnen toepassen zodra hun geloof wordt bevraagd door een niet-gelovige uitdager. De ideologische muur die hiermee wordt opgetuigd is dik, zo dik dat deze op latere leeftijd bijna niet meer te doorbreken is. Het bouwen van zo’n alternatieve realiteit in de hoofden van jonge kinderen dient maar één doel: het voortbestaan van reformatorisch gedachtegoed en het in stand houden van de machtsstructuren die daaromheen gevormd zijn. Deze ideologische zuiverheid kan alleen gewaarborgd worden dankzij die rigide refo-hiërarchie. Vanuit de besturen en identiteitscommissies worden verschillende middelen ingezet, die bijna allemaal gestoeld zijn op discriminatie. Mensen ‘van buitenaf’ mogen absoluut niet infiltreren en worden ook actief geweerd. Dit geldt voor zowel docenten als scholieren. In de praktijk komt het erop neer dat sollicitanten en aangemelde leerlingen en hun ouders worden onderworpen aan een strikte purity-test door een bevindelijke toelatingscommissie. Er worden dan vragen gesteld over je al dan niet trouwe kerkbezoek, of je dochter een (voldoende lange) rok draagt en wat je mening is over ‘afwijkende levenswijzen’ zoals homoseksualiteit. Op basis van de antwoorden daarop worden docenten en scholieren wel of niet aangenomen op de refoschool in kwestie.

Sander van der Kraan in Refo-onderwijs en haar machtige elite (Broodbuis.nl)