Waarom fossiele brandstoffen-multinationals zich met hand en tand verzetten tegen de omschakeling naar groene energie

Actiebordje bij het dekoloniale anti-racistische blok tijdens de klimaatmars van 19 juni 2022 in Rotterdam.

Waarom houden kapitalisten zo van fossiele brandstoffen, zoals steenkool, aardolie en aardgas? Dat komt omdat ze slechts op een klein aantal speciale plekken op aarde te vinden zijn. Bedrijven kunnen deze gebieden opkopen en toestemming krijgen om de brandstoffen te winnen. Dat brengt meestal grote investeringen met zich mee, waardoor kleine concurrenten worden uitgesloten, en grote bedrijven, multinationals, praktisch een monopoliepositie krijgen. Deze firma’s kunnen de fossiele brandstoffen overal ter wereld opslaan, waar ze maar willen, en verkopen als de prijs zo hoog mogelijk is.

Groene energie, van bijvoorbeeld windmolens en zonnepanelen, kan iedereen bijna overal opwekken, zonder dat daar reusachtige investeringen voor nodig zijn, en de opgewekte energie kan je niet goed opslaan, zodat je er niet mee kan speculeren.

Tegenwoordig is het opwekken van groene energie meestal goedkoper dan energie van fossiele brandstoffen. Maar vreemd genoeg voelen de energiemultinationals er niet voor om op grote schaal over te schakelen op groene energie. Dat komt omdat er bij het opwekken van groene energie veel concurrentie is, waardoor er minder winst valt te maken. Bij de productie van fossiele brandstoffen is het juist omgekeerd: er is niet veel concurrentie en daardoor kunnen de grote concerns er wel veel winst mee maken.

Als gevolg daarvan verzetten producenten van fossiele brandstoffen zich met hand en tand tegen de omschakeling naar groene energie. Dankzij hun enorme winsten kunnen ze de politiek naar hun hand zetten, hun critici aanvallen en belasteren, desinformatie verspreiden en veel geld geven aan de verkiezingscampagnes van degenen die op hun hand zijn. In Donald Trump hebben ze de heerser gevonden die hen door dik en dun zal steunen.

De fossiele brandstof-industrie financierde het afgelopen jaar de verkiezing van Trump om hem aan te kunnen moedigen om tal van milieuregels buiten werking te stellen. De industrie voerde een ongekende lobbycampagne in het Congres, betaalde geheimzinnige denktanks en gaf financiële steun aan extreem-rechts – dat, zoals het altijd heeft gedaan, de eisen van machtige bedrijven en superrijken steunt.

Over de hele wereld gebruiken olie-, gas- en kolenbedrijven steeds meer verschillende tactieken om de concurrentie en oppositie te verpletteren, waaronder rechtszaken om milieugroeperingen de mond te snoeren. Degenen die de wereld willen beschermen tegen een klimaatramp komen oog in oog te staan met een meedogenloze en levensgevaarlijke tegenstander.

Misschien wel het krachtigste wapen in handen van de fossiele brandstof-firma’s zijn de media. De miljardairspers heeft hun belangen telkens weer verdedigd. Ze blijft het belangrijkste hulpmiddel voor hun ontkenning, desinformatie en vertragingstactieken. Sommige eigenaren van kranten en mediabedrijven hebben zelf veel geld belegd in fossiele brandstof-bedrijven. Ze behoren tot wat een van hun redacteuren ooit de “vakbond van de rijken” noemde: ze beschouwen een aanval op welk onderdeel dan ook van het roofzuchtige kapitalisme als een aanval op henzelf. Naast demonstreren, en het voeren van acties en campagnes, is het gaande houden van een stroom van onafhankelijke, kritische berichtgeving van levensbelang voor de klimaatstrijd.

George Monbiot

Het oorspronkelijke artikel “Fossil fuel extractors bend the world to their will – help fund the journalism that exposes them” verscheen augustus in The Guardian. Vertaling en bewerking: Jan Paul Smit.