Kritisch rapport SP en PvdA over Leidse dwangarbeid gaat principiële vragen uit de weg

Louk Rademaker: mensen intimideren is de bedoeling van het Participatiecentrum.

Op 3 juli brachten de Leidse SP en PvdA een rapport uit over de praktijk van de dwangarbeid voor werklozen in hun stad. Hoewel daarin forse kritiek te lezen valt, stellen de partijen de gedwongen arbeid niet principieel ter discussie.

Tijdens de planningsfase en bij de invoering van de dwangarbeid deden vrijwel alle Leidse partijen nog alsof het om de normaalste zaak van de wereld ging. Maar de protesten van werklozen en van Doorbraak hebben ervoor gezorgd dat in ieder geval de SP en de PvdA zich geroepen voelen om ook ‘iets’ kritisch te doen rond het thema. Dat ‘iets’ werd uiteindelijk een kortdurend meldpunt voor werklozen. Doorbraak publiceerde begin mei al een vijfdelig dossier op basis van het maandenlang regelmatig bezoeken van het dwangarbeidcentrum DZB waarbij we met tientallen werklozen spraken. Twee maanden later kwamen de twee progressieve partijen met een eigen rapport op basis van 19 meldingen.

Billenknijpen

Dat rapport maakt onder meer melding van de intimidatie van vrouwen “door seksueel getinte ‘grappen’ van zowel mede-uitkeringsgerechtigden als begeleiders. Bij directe intimidatie zoals billenknijpen of uitschelden door mede-participanten wordt naar de mening van de respondenten niet ingegrepen door de begeleiding. Daarnaast zijn meldingen binnengekomen dat allochtonen en autochtonen anders behandeld worden. Ook racistische grappen van medewerkers en begeleiders komen voor.” Ook horen de partijen van de dwangarbeiders dat kritiek niet is toegestaan. “In het verlengde daarvan worden mensen verplicht positief te zijn. Dit houdt in dat de deelnemers vrolijk en enthousiast het centrum moeten binnenkomen. Als dit niet het geval is, wordt daar op intimiderende wijze op gewezen.”

Verder klagen dwangarbeiders over gebrek aan perspectief. Ze houden geen tijd over om te solliciteren. “Een keer werd een sollicitatie openlijk gesaboteerd door de coach, meerdere keren werden eigen suggesties voor sollicitaties of verzoeken om ander werk afgewezen door de begeleiders”, aldus het rapport. En dan moeten velen ook nog langer blijven: “Er zijn meerdere verhalen bekend van mensen die langer dan 6 weken moesten werken op het Participatiecentrum. De reden hiervoor is onduidelijk, hoewel het vermoeden bestaat dat allochtonen langer moeten werken op het Participatiecentrum dan autochtonen.”

Ontzettend naar hun zin

Van links naar rechts: Van Ette, Rademaker, De Haan en de gespreksleider.

Op 7 juli verschijnen de beide auteurs van het rapport, PvdA-raadslid Robert-Jan van Ette en SP-raadslid Louk Rademaker, samen met de verantwoordelijke wethouder Jan-Jaap de Haan in een uitzending van het lokale Unity TV (begint op 12:20 min.). De wethouder maakt meteen – geheel terecht – fijntjes duidelijk dat de beide partijen het centrum zelf gewild hebben. “SP en PvdA hebben dat beleid ook gesteund, dus als je medeverantwoordelijkheid draagt is het heel erg goed dat je de uitvoering daarvan controleert.” Hij gaat verder met de opmerking dat 19 klachten op in totaal 400 participanten “echt heel erg weinig” is, temeer daar ze ook betrekking hebben op de werklozen onderling.

Alle werklozen krijgen na afloop een enquête mee, vertelt hij, en daarop zou het centrum gemiddeld een 7,5 scoren. Of meer dan één werkloze die vragenlijst daadwerkelijk ingevuld heeft, krijgen we vanzelfsprekend niet te horen. Hij heeft het ook over “heel veel mensen die het ontzettend naar hun zin hebben daar, dat ze ons mailen en schrijven dat ze het jammer vinden dat het alweer is afgelopen”. Ongetwijfeld een jokkertje van de wethouder van Popmuziek en Dwangarbeid, zoals hij in de volksmond ook wel genoemd wordt, want onze ervaring leert dat vrijwel geen van de werklozen er enthousiast over is. En de leiding had bij de officiële opening in november vorig jaar de grootste moeite om een werkloze te vinden die iets positiefs over het centrum wilde zeggen.

Zichzelf redden

Sowieso rommelt de wethouder graag met cijfers en de interpretatie ervan. Zo meldt hij in de uitzending dat ongeveer 400 van de 800 aangemelde werklozen naar het Participatiecentrum moesten. Maar wanneer de strafkortingen ter sprake komen, en hij wil aantonen hoe weinig dat er volgens hem zijn, dan heeft hij het plots over 800 ‘participanten’ die allemaal samen slechts 30 strafkortingen kregen. Een cijfer dat overigens niet klopt, want de eerste maanden werd het aantal kortingen helemaal niet bijgehouden. Maar dat zegt De Haan er niet bij. Ook heeft hij het over de 22 procent van de werklozen die ‘uitgestroomd’ zouden zijn, en doet hij alsof die allemaal werk gevonden hebben via het centrum. Maar onder die 22 procent vallen ook de werklozen die zelf werk hebben gevonden, en zelfs de vele mensen die uit de uitkering zijn gegooid, of die na alle dwang en intimidatie zelf maar het bijltje erbij neergegooid hebben.

“Ongeveer tien procent van de mensen ziet af van de uitkering doordat we een Participatiecentrum hebben”, zegt De Haan ook trots in de uitzending, “op duizend aanmeldingen per jaar scheelt dat dus honderd mensen. Honderd uitkeringen is anderhalf miljoen euro. We kunnen het ons niet veroorloven om mensen een uitkering te geven die eigenlijk zichzelf kunnen redden en zelfstandig aan de slag kunnen.” Gemakshalve gaat hij ervan uit dat die afhakers hun uitkering niet nodig hebben! En dan rekent hij de werklozen niet eens mee die sowieso geen aanvraag meer doen uit angst voor dwangarbeid en andere intimidaties. Zo creëert De Haan een enorme armoede in de stad, en is hij er nog trots op ook.

Uitschelden

Drie dagen later is Rademaker alleen te gast bij de lokale radio Sleutelstad FM. Daar wordt hij geconfronteerd met een aantal uitspraken van De Haan. Die heeft naar eigen zeggen zelf maar vier klachten ontvangen. Werklozen “mogen ook bij ons klagen, mensen worden niet monddood gemaakt”, zegt De Haan, en “elke klacht is voor ons een kans om te leren”. Om de beheersing effectiever te maken, maar dat zegt hij natuurlijk niet hardop. Maar kritiek van werklozen moet wel “conform een normale werksituatie” zijn, hetzt de wethouder, “als je je baas gaat uitschelden, dan mag je ook naar huis”. Waarmee hij heel bewust het zelfverzonnen beeld oproept van een onbeschaafde en tierende werkloze. Zoals hij eerder dus al suggereerde dat de werklozen vooral elkaar dwarszitten, in plaats van dat “de leiding” dat zou doen. De enige toezegging die De Haan wil doen, is het instellen van een onafhankelijke vertrouwenspersoon.

Rademaker reageert opmerkelijk scherp met de opmerking “dat mensen zich geïntimideerd voelen, en grof gezegd is dat ook wel een beetje het idee geweest van het Participatiecentrum. Het is een beetje boos doen tegen werklozen af en toe, dat heet dan in een duur woord poortwachtersfunctie, maar de bedoeling is dat het een afschrikkende werking heeft.” En dat werkt de in het rapport genoemde misstanden in de hand. “Juist in zo’n situatie waarin je mensen verplicht werk te doen, en waarin je een cultuur creëert dat op het moment dat je kritiek hebt, je de kans hebt om je uitkering te verliezen, dat dit soort dingen kunnen gebeuren.”

Zinloos

Het werk is volgens hem zinloos omdat men er geen salaris voor krijgt en het mensen niet helpt zich te ontwikkelen. Het inpakken van schroefjes leidt niet tot zo’n baan, want die zijn er niet, zo zegt hij. Wat hij nadrukkelijk niet zegt, is dat het werk er wel degelijk is, want de werklozen doen het immers dagelijks, maar dat de bazen er simpelweg niet een normaal salaris meer voor over hebben. En dat de gemeente Leiden met medewerking van zijn partij werklozen dwingt om dat werk toch te doen, onbetaald! De gemeente ondermijnt zo onze verworvenheid van het minimumloon en uiteindelijk de hoogte van alle lonen.

Rademaker is niet tegen de onbetaalde gedwongen arbeid op zich, maar wil hem beperken tot hooguit twee weken in plaats van zes. In die periode zou de leiding van het centrum moeten nagaan wat de werkloze kan en hoe die aan een baan te helpen is. “Nu is het verschoven naar bezig houden en zinloze arbeid”, zegt hij, en de focus ligt nu op afschrikken en leren “ja en amen zeggen tegen een baas”. Wie waartoe gedwongen kan worden, is volkomen onduidelijk, zegt Rademaker, en dat maakt mensen onzeker. Hij meent dat oorspronkelijk afgesproken is dat alleen nieuwe werklozen naar het centrum moeten, maar inmiddels worden ook langdurig werklozen aan het productiewerk gezet. Vaak langer dan 6 weken. Daarover wil Rademaker na de zomer verder praten met de raad, en samen met de PvdA zal hij dan met voorstellen komen.

Raadsvragen

Weer drie dagen later is Van Ette te gast bij dezelfde radio. Hij keert zich vooral tegen dat inzetten van langdurig werklozen. Dat is niet de afspraak, meent hij. Het werk “is niet de manier om mensen aan een baan te krijgen, het is meer een soort intake” volgens hem. Samen met de SP heeft hij raadsvragen gesteld, vertelt hij. “Wordt er drang dan wel dwang toegepast om deze mensen bij het Participatiecentrum te krijgen? Zo ja, welke?”, luidt vraag 6. Ook willen de raadsleden weten: “Hoeveel geld is er gemoeid met het ‘werven’ van deze mensen voor het Participatiecentrum? En hoeveel geld is er gemoeid met het aan het werk krijgen van deze mensen? Waarom zet u het geld dat u voor deze groep gebruikt niet in voor bijvoorbeeld leer-werk-trajecten?” Wanneer de wethouder straks eerlijk antwoord zou geven, dan zou hij moeten zeggen: omdat we via de onbetaalde arbeid van die werklozen een flink deel van ons beleid financieren.

Eric Krebbers