“Ongewenst” overheidsgedrag maakt uitkeringsgerechtigden het leven zuur

Ook PvdA-staatssecretaris Klijnsma pest graag werklozen…. (foto: Roel Wijnants Fotografie)
PvdA-staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken gaat in alle sociale verzekeringswetten opnemen dat uitkeringsgerechtigden hun uitkering kwijtraken als ze zich “zeer ernstig” misdragen tegenover personeel van Sociale Diensten of andere uitvoeringsinstanties. Daarop had VVD-Kamerlid Cora van Nieuwenhuizen aangedrongen, die zich eerder al schuldig maakte aan het treiteren van werkloze migranten door hen te willen uithongeren als ze onvoldoende Nederlands zouden spreken.

In 2011 kreeg 77 procent van de medewerkers van Sociale Diensten te maken met “ongewenst gedrag” van werklozen aan het loket, zo liet de staatssecretaris weten. Door te dreigen met stopzetting van de uitkering hoopt ze boze en ontevreden uitkeringsgerechtigden af te schrikken en klein te krijgen. De maatregel past in het proces van disciplinering waaraan uitkeringsgerechtigden al langere tijd worden onderworpen. De overheid streeft ernaar om hen om te vormen tot brave, hardwerkende en zichzelf wegcijferende modelburgers, tot makke schapen die ja en amen tegen hun bazen zeggen en zonder morren de belangen van de BV Nederland dienen.

Klik op de cartoon voor de grote versie (meer de website van Arvy http://www.arvy.org )
Hoe ziet dat “ongewenste gedrag” van de uitkeringsgerechtigden er eigenlijk uit? Wie bepaalt wat wangedrag is, onder welke omstandigheden? Is het tegenspreken van een ambtenaar “ongewenst gedrag”? Het een keer verheffen van je stem? Steeds meer werklozen ervaren dat elk gedrag dat zou kunnen duiden op het niet honderd procent meegaand zijn al snel tot “ongewenst” bestempeld wordt. Maar hoe zit het met het “ongewenste” gedrag van medewerkers van uitkeringsinstanties? En met het “ongewenste” beleid dat bijstandsgerechtigden arm en rechteloos maakt, uit de uitkering jaagt en tot dwangarbeid verplicht?

De beantwoording van die vragen hangt nauw samen met de scheve en onrechtvaardige machtsverhoudingen tussen uitkeringsgerechtigden en uitkeringsinstanties. Een uitkering hebben is steeds meer een gunst aan het worden, in plaats van een recht. Een uitkering aanvragen dreigt steeds meer tot mislukken te zijn gedoemd. Werklozen worden opgejaagd en klaargestoomd richting pulpbanen. Het minimumloon wordt ontdoken en arbeidsrechten worden verkwanseld. In zo’n klimaat behoeft het geen verwondering te wekken dat de verontwaardiging en woede onder uitkeringsgerechtigden enorm kan oplopen. Steeds meer mensen hebben te weinig inkomen om van rond te kunnen komen, zitten diep in de schulden, kunnen geen betaald werk krijgen, en worden door uitkeringsinstanties behandeld alsof ze kinderen, klaplopers en luie donders zijn. Dat zet kwaad bloed, wat bonzen en bestuurders proberen in te dammen met repressief beleid van de neo-liberale strafstaat. Die politiek van afknijpen en klein krijgen kan worden opgevat als het in regels vastgelegde wangedrag van de overheid, waarmee uitkeringsgerechtigden dag in dag uit te maken krijgen.

Harry Westerink

Klik op de cartoon voor de grote versie (meer op de website van Arvy http://www.arvy.org )