Bijstandsgerechtigden, klaag ambtenaren aan wegens dwangarbeid!

Netjes in doosjes doen
Lucifers in doosjes doen, gordijnhaakjes aanzetten, papiertjes prikken, en schoffelen in het park. Op grond van de Wet Werk en Bijstand (WWB) kunnen gemeenten alle bijstandsgerechtigden dwangarbeid opleggen. Wie niet werkt, zal niet eten, aldus de keiharde neo-liberale ideologie, ofwel: “kleerhangers sorteren of creperen”. Dwangarbeid staat echter op gespannen voet met het grondwettelijke recht op een vrije arbeidskeuze, en met internationale mensenrechtenverdragen.

Sinds de invoering in 2004 van de nieuwe Wet Werk en Bijstand (WWB) kan elke bijstandsgerechtigde verplicht aan het werk worden gezet. Maar in een aantal rechtszaken tegen deze dwangarbeid heeft de rechter de bijstandsgerechtigde in het gelijk gesteld en moesten de betrokken gemeenten bakzeil halen. Volgens de WWB is verplichte arbeid weliswaar toegestaan, maar alleen als de bijstandsgerechtigde met dat werk meer perspectief op de arbeidsmarkt krijgt en als het gaat om een reïntegratietraject dat op het betrokken individu is toegesneden, “maatwerk” dus. Vaak blijkt niet aan die twee voorwaarden te zijn voldaan, omdat bijstandsgerechtigden standaard worden gedumpt in zinloze en geestdodende “Work First”-projecten.

In dat soort gevallen handelen ambtenaren van de betrokken gemeentediensten dus in strijd met de WWB. Freelance journalist Louis van Overbeek adviseert bijstandsgerechtigden die met ongeoorloofde dwangarbeid te maken krijgen om aangifte te doen bij de politie wegens “ambtsmisbruik” van gemeente-ambtenaren. Op grond van artikel 365 van het Wetboek van Strafrecht moet een ambtenaar “die door misbruik van gezag iemand dwingt iets te doen, niet te doen of te dulden” worden gestraft met een gevangenisstraf of een geldboete. Gemeenten lappen de rechterlijke uitspraken tot nu toe aan hun laars. Daarom doen bijstandsgerechtigden er goed aan om de individuele ambtenaren die hen op de huid zitten met zinloze en geestdodende dwangarbeid, strafrechtelijk aan te pakken. Ze kunnen proberen om die ambtenaren veroordeeld te krijgen wegens machtsmisbruik. Zo krijgen ze mogelijk een effectief machtsmiddel in handen om het opleggen van dwangarbeid over de hele linie een halt toe te roepen. Gezien het huidige repressieve en stigmatiserende klimaat tegen werklozen is het wel van groot belang om zo’n strafrechtelijke procedure goed voor te bereiden met een strijdbare en deskundige advocaat of een steungroep voor bijstandsgerechtigden.

Het opbouwen van tegenmacht door bijstandsgerechtigden blijkt broodnodig, zoals ook Van Overbeek aangeeft. “Opvallend bij de invoering van de nieuwe, van staatswege verordonneerde arbeidsdwang in Nederland en andere Europese landen is de ongelooflijk gemakkelijke en brede acceptatie ervan in de samenleving. Gemor onder de bevolking valt nauwelijks te horen, pers en media zwijgen er nagenoeg over, juristen houden hun kaken op elkaar, vakbonden organiseren geen stakingen. Zelfs de leiders van de sociaal-democratische partijen hebben zich bekeerd tot de neo-liberale arbeidsdwang.”

De opstellers van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), dat ook Nederland heeft ondertekend, namen overigens een veel principiëler standpunt in met betrekking tot dwangarbeid dan de Nederlandse wetgeving. Volgens artikel 4 van dat verdrag is van dwangarbeid al sprake als het werk vergezeld gaat van de dreiging met een vorm van straf, en als de bijstandsgerechtigde tegen zijn wil in moet werken. Dergelijke dwangarbeid is volgens het EVRM verboden. Uitzonderingen erop zijn niet mogelijk.

Harry Westerink