Stormram van kabinet tegen laatste restjes sociale zekerheid

Bruin I wil mensen vanachter de geraniums opjagen richting de absolute onderkant van de arbeidsmarkt.
Werk schrappen voor mensen met een arbeidsbeperking, dan komen ze vanzelf aan een reguliere baan. Uitkeringen verlagen, dan krijgen uitkeringsgerechtigden meteen meer kans om uit de armoede te geraken. De rijken rijker maken en de armen armer, dat is beter voor de samenleving. De nieuwe Wet Werken Naar Vermogen (WWNV) en het recente bestuursakkoord tussen rijksoverheid, provincies en gemeenten is doordrenkt met dit soort bezuinigingscynisme.

Het kabinet Bruin I heeft het WWNV-voorstel vorige week als een stormram ingezet in de oorlog die men heeft verklaard aan de onderkant van de arbeidsmarkt en de samenleving. Het wetsvoorstel maakt deel uit van een bestuursakkoord dat in totaal zo’n 2 miljard aan bezuinigingen moet gaan opleveren op bijstandsgerechtigden, jonge gehandicapten, bijzondere ziektekosten, jeugdzorg en de sociale werkvoorziening. Het gebouw van de sociale zekerheid stond al op instorten, maar dreigt met deze kabinetsplannen helemaal te worden weggeblazen.

Het bestuursakkoord bestaat vooral uit bestuursdwang van boven naar beneden. De huidige Wet Werk en Bijstand, Wet Sociale Werkvoorziening en Wet Wajong worden samengevoegd tot de WWNV. Gemeenten krijgen wel de verantwoordelijkheid toegeschoven voor de reïntegratie van bijstandsgerechtigden en mensen met een arbeidsbeperking, maar niet het geld ervoor. Onder het motto “werk boven inkomen” dwingt het kabinet de gemeenten zo tot het naar onderen toe doorduwen van de bezuinigingdrift, die de kwetsbaarste en armste mensen keihard dreigt te treffen. Hoe meer mensen “kosten”, hoe minder gemeenten bereid zullen zijn om voor hen extra middelen vrij te maken en voorzieningen te scheppen voor zinvol werk. Bruin I eist immers dat ook gemeenten wild met de botte bijl om zich heen gaan slaan. “Thuiszitten is geen optie meer”, aldus de VVD, maar juist het kabinetsbeleid dreigt velen aan de onderkant van de arbeidsmarkt te veroordelen tot een bestaan tussen de geraniums, als ze zich die planten tenminste nog kunnen veroorloven met hun lage uitkering en dalende koopkracht. Minder werk volgens cao-voorwaarden, meer armoede, meer uitsluiting, meer disciplinering, dat is het inktzwarte scenario van het meest rechtse kabinet ooit.

Het nieuwe wetsvoorstel breidt de al in 32 gemeenten lopende proef met de loondispensatie flink uit. Daarmee wordt het voor bazen normaler om hun personeel onder het wettelijk minimumloon uit te betalen. Hoe gangbaarder het wordt om door ontduiking van het minimumloon de loonkosten te drukken, hoe meer ook het principe van dat minimumloon wordt aangevallen en op termijn zelfs over de hele linie zou kunnen worden afgeschaft. Nu al neemt dwangarbeid “met behoud van uitkering” schandalige vormen aan. Wajongers krijgen bovendien te kampen met “de vermogenstoets” van de WWNV. Op de huidige Wajong-uitkering wordt niet gekort in geval van inkomsten van de partner. Dat gebeurt wel als de nieuwe regels worden ingevoerd. Het inkomen van twee samenwonende Wajongers zou dan zelfs zo’n 600 euro per maand kunnen dalen. Ook het inkomen van andere groepen uitkeringsgerechtigden dreigt te slinken, onder meer van ouders met thuiswonende werkende kinderen. De nieuwe regels maken verder een einde aan de vrijstelling van de sollicitatieplicht voor ouders met kinderen beneden de vijf jaar, terwijl het kabinet aan de andere kant sterk bezuinigt op de kinderopvang. Vooral vrouwen worden daarmee onder zware druk gezet om hun onbetaalde zorgtaken voor het huishouden en de kinderen te combineren met een betaalde baan.

Harry Westerink