De Holocaust en de slavernij, een reactie op een artikel van Sandew Hira (anti-racisme discussie deel 2)

Logo.
Logo.

In de voorbereiding op de demonstratie “Samen tegen racisme” op zaterdag 20 september in Den Haag ontstond een conflict over een eventueel optreden van de rapper/zanger Darryl Danchelo alias Insayno. De reden hiervoor was dat in zijn tekst de Holocaust als “slechts een cover up voor domme schapen” werd omschreven en de behandeling in de concentratiekampen als “slechts een lachertje vergeleken (met) onze slavenhandel”.(1) Sandew Hira van het International Institute of Scientific Rechearch schreef een stuk waarin hij de opvattingen van Danchelo verdedigde. Dat vraagt om een reactie.

De andere bijdragen aan dit debat vind je hier.

Daarnaast refereert het artikel “Naar een intersectioneler Zwart activisme” van Hodan Warsame en Ramona Sno ook deels naar dit debat.

Meedoen aan deze discussie over de ideeën en de toekomst van de anti-racismebeweging? Een korte reactie kun je hieronder plaatsen. Een langere bijdrage kun je aan de redactie mailen, zodat we die kunnen plaatsen als zelfstandig artikel.

Er is een verschil tussen de tekst van een lied of een rap en een door een wetenschappelijk instituut uitgebrachte tekst. Bij het eerste is er van dichterlijke vrijheid sprake en kunnen formuleringen anders opgevat worden dan ze misschien bedoeld zijn. Bij een artikel van acht pagina’s van een intellectueel als Hira mogen we er vanuit gaan dat er van nauwkeurige formuleringen en een overdachte visie sprake is. De benadering die Hira in dit artikel hanteert, levert mijns inziens geen bijdrage aan de strijd tegen racisme en discriminatie en ik zal een poging doen om uit te leggen waarom.

De Holocaust versus slavernij

Onder het kopje “De analyse van de Joodse Holocaust” vat Hira de opvatting van Danchelo als volgt samen. “1. De Holocaust is niet de ergste misdaad tegen de menselijkheid. De slavernij was een veel grotere misdaad tegen de menselijkheid. De behandeling van de slachtoffers tijdens slavernij was veel erger dan de behandeling in de concentratiekampen. 2. De Holocaust wordt gebruikt als een cover up om andere misdaden te verzwijgen.” En Hira voegt daar aan toe: “Ik zal aantonen dat Darryl (Danchelo) op alle twee punten gelijk heeft.”(2)

Om dat aan te tonen presenteert Hira een lijst van de vijf ernstigste misdaden tegen de menselijkheid, op basis van drie criteria: het aantal slachtoffers, de duur van de misdaad en de aard van de misdaad. En hij concludeert dat de Joodse Holocaust op nummer vijf komt na achtereenvolgens: de Zwarte Holocaust – de transatlantische slavernij, de Rode Holocaust – de genocide op de inheemsen van Amerika, de Victoriaanse Holocaust – de hongersnoden in India en China door het beleid van Westerse kolonisatoren, en de Congolese Holocaust – de rubbermoorden van de Belgische kolonisator.

We zullen hier niet de discussie gaan voeren over deze lijst en de daarbij gehanteerde criteria. Dit zijn zonder meer zeer ernstige misdaden tegen de menselijkheid. Maar de vraag is wat de zin is van het onderling vergelijken van deze gruwelijke misdaden. Maakt het feit dat er in de 300-400 jaar van de Zwarte Holocaust vijftig maal meer mensen zijn omgebracht dan in Hitlers gaskamers de verschrikkingen van de Joodse Holocaust minder erg? Of is dat een reden om te zeggen dat de Joodse Holocaust een lachertje was, of, zoals Hira in zijn beschrijving daarvan meldt dat de aard van de misdaad was: “Wegvoeren van huis en haard, verplichting om Jodenster te dragen (niet als brandmerk maar op de kleding), vergassing en dood binnen enkele minuten.” Kan het onderkennen van de ene gruwelijkheid ooit een reden zijn om andere gruwelijkheden te bagatelliseren?

Hira heeft groot gelijk als hij betoogt: “In de Nederlandse schoolboeken en in het bewustzijn van veel Nederlanders (en witte mensen in het westen) staat de Holocaust gegrift als de ergste misdaad tegen de menselijkheid.” En hij heeft gelijk als hij betoogt dat andere misdaden en met name de transatlantische slavernij wordt gebagatelliseerd of genegeerd. En hij heeft ook groot gelijk dat de Joodse Holocaust gebruikt wordt om de misdaden tegen de Palestijnen te vergoelijken of te rechtvaardigen. En dat “zonder de Joodse Holocaust de misdaad van de roof van Palestijns land en de vestiging van de Joodse apartheidsstaat niet mogelijk (was) geweest”. Maar als hij daaruit concludeert dat de misdaden van Hitler verbleken bij de misdaden van de Europese kolonisatoren, slaat hij de plank volledig mis.

Hitler stond niet op zich

De misdaden van Hitler verbleken niet in relatie met die van de Europese kolonisatoren, de slavenhandelaren en slavendrijvers, ze krijgen er juist reliëf door. De misdaden van het nationaal-socialisme waren niet mogelijk geweest zonder de eeuwenoude Europese traditie van virulent antisemitisme, het diepgewortelde Europese racisme, het kolonialisme en de daarbij behorende mentaliteit.

Op één punt verschilde het nationaal-socialisme echter van de aan haar voorafgaande racistische moordregimes. Bij de andere vier door Hira genoemde holocausten was het uiteindelijke doel steeds het geldelijk gewin: het zoveel mogelijk winst persen uit de tot slaaf of dwangarbeider gemaakte mensen en het zo goedkoop mogelijk roven van de natuurlijke hulpbronnen. Natuurlijk speelde er bij individuele beulen ook sadistische en andere perverse mechanismen een rol, maar de functie van het systeem van slavernij, slavenhandel, rubberwinning, enzovoort, was in de eerste plaats het maken van winst ten koste van de laatste druppel zweet en bloed van de gekleurde bevolking. De racistische ideologie diende om die misdaden te legitimeren.

Bij Hitler en zijn trawanten speelde economische motieven een rol als het ging om het racisme tegenover Oost-Europeanen – die ruimte moesten maken voor het Germaanse lebensraum – maar bij het antisemitisme was het racisme als het ware een doel op zich geworden. Joden werden niet alleen als zondebokken bestempeld en van hun bezittingen beroofd, maar de Joden in Europa moesten als het aan de nazi’s lag tot de laatste levende ziel vernietigd worden. Dat gaf de Joodse Holocaust een uniek karakter.

Nogmaals: Hira heeft gelijk als hij schrijft dat de Joodse Holocaust voorgesteld wordt als dé grote misdaad tegen de menselijkheid, terwijl over al die andere grote misdaden nauwelijks wordt gerept. Maar in plaats van daar een soort complot tegen de slavernijherinnering in te zien, kunnen we beter kijken naar wat daar de oorzaken van zijn. Ik denk dat dat er drie zijn.

In de eerste plaats is de Joodse Holocaust natuurlijk korter geleden en in tegenstelling tot de andere door Hira genoemde wandaden zijn er nog steeds directe overlevenden van.

In de tweede plaats waren bij de Joodse Holocaust niet alleen de daders, maar ook de slachtoffers Europeanen en vond de slachting plaats op Europese bodem. Dat botste met het racistische Europese zelfbeeld, waarin de witte beschaafde Europeanen stonden (en staan) tegenover de onbeschaafde primitieve gekleurde volkeren van Afrika, Azië en Latijns Amerika. Om dat zelfbeeld niet aan te tasten, is er dus alle reden om de Joodse Holocaust als een geïsoleerd fenomeen te zien, voortkomend uit de zieke geest van de volksmenner Adolf Hitler en om de banden met de Europese antisemitistische, racistische en imperialistische cultuur zoveel mogelijk te negeren .En ten derde is er wat de historicus Norman Finkelstein genoemd heeft de Holocaust-industrie: het gebruik van het Joodse lijden voor specifieke politieke doeleinden, met name voor de rechtvaardiging van de Joodse staat Israël en haar systematische agressie tegen de Palestijnen.

Bij elkaar maakt dat dat er relatief veel aandacht is voor de Joodse Holocaust. Als anti-racisten zouden we die aandacht toe moeten juichen, en moeten helpen de herinnering aan deze vreselijke gebeurtenissen levend te houden. En daarbij moeten we die plaatsen in de Europese context van Europees antisemitisme, racisme en kolonialisme. Het kolonialisme en de Holocaust ontsproten aan dezelfde voedingsbodem. De Palestijnse Nakba volgde op de Joodse Holocaust en is daarmee verbonden. Alleen door die historische continuïteit en discontinuïteit te zien kunnen we de positie van het zionistische Israël en haar agressie tegen de Palestijnen en de Noord-Amerikaanse en Europese steun daaraan begrijpen en bestrijden.

Met het tegenover elkaar plaatsen van de Joodse Holocaust en de eerdere vormen en uitdrukkingen van het Europese racisme, zoals Hira dat doet, levert hij geen bijdrage aan de anti-racistische strijd, maar versterkt hij slechts de onderlinge verdeeldheid.

Vrijheid van meningsuiting

Tot slot wil ik nog iets zeggen over de vrijheid van meningsuiting, die door Hira in zijn stuk als een belangrijk punt wordt genoemd. Hira schrijft daar onder andere over: “Hier is een groot verschil tussen ons en de socialisten (en andere progressieve mensen in de anti-racisme beweging). Het beginsel van vrijheid van meningsuiting houdt in onze optiek in dat iedereen het recht heeft om zijn of haar mening te uiten, ongeacht de inhoud van die mening. Anderen vinden dat de vrijheid van meningsuiting afhankelijk is van de inhoud van de mening. Je heb de vrijheid om de mening te verkondigen die ik deel.”

Hij noemt daarna drie voorbeelden. “Daarom waren we tegen het verbod om Darryl (Danchelo) te laten spreken op de anti-racisme demonstratie in Den Haag.” Dat is curieus, want er was helemaal geen sprake van een verbod. Een optreden van de rapper was als een van de mogelijkheden genoemd, en toen het de organisatoren van de demonstratie duidelijk was dat zijn boodschap (de Joodse Holocaust tegenover de slavernij) haaks bleek te staan op de boodschap die de organisatoren over wilden brengen, (tegen elke vorm van racisme en uitsluiting) hebben ze daar van af gezien. Met beperken van de vrijheid van meningsuiting heeft dat niets van doen.

Met het tweede voorbeeld dat hij noemt: “Daarom waren we tegen de pogingen van de politie om te verhinderen dat de sprekers hun solidariteit uiten met de Palestijnse verzetsbeweging Hamas”, ben ik het eens. Het is niet aan de politie om te bepalen wat er op een demonstratie wordt gezegd. Maar ik geloof niet dat we de politie tot “de socialisten (en andere progressieve mensen in de anti-racisme beweging)” moeten rekenen, waarmee Hira van mening verschilt over de vrijheid van meningsuiting.

Het derde voorbeeld van Hira is volstrekt absurd. “Daarom waren we tegen het verbod van linkse partijen als de SP tegen Abou Jahjah en Appa tijdens de demonstratie tegen de oorlog in Gaza in Amsterdam.” Hier wordt de werkelijkheid gewoon op zijn kop gezet. Abou Jahjah en Appa hebben op de demonstratie van 23 augustus op de Dam in Amsterdam gesproken. De SP heeft omdat zij zouden spreken, besloten zich als mede-organisatoren van de demonstratie terug te trekken en er niet meer voor op te roepen. Net zoals Hira en Danchelo dat bij de demonstratie op 20 september in den Haag hebben gedaan. Met beide beslissingen kan je eens of oneens zijn, maar met beperken van de vrijheid van meningsuiting heeft dat helemaal niet van doen.

Wij hebben Sandew Hira gevraagd op dit artikel te reageren en hopen binnenkort een reactie van hem te plaatsen. Ook anderen die willen reageren, zijn natuurlijk van harte welkom.

Willem Bos
(Medewerker van Grenzeloos)

Dit artikel verscheen eerder op de site van Grenzeloos.

Noten
1. Voor de volledige tekst zie het citaat in het artikel van Hira.
2. Daarvoor schrijft Hira al: “Hij (Danchelo) brengt het verhaal over de Holocaust op een artistieke manier, maar het is hetzelfde verhaal dat wij brengen in onze cursussen”.