Bookchin: een leven lang strijden voor een basisdemocratische revolutie

De cover van het boek.
De cover van het boek.

Hoeveel mensen ken jij die meer dan zeventig jaar hebben gestreden tegen uitbuiting en onderdrukking? De in 2006 overleden Amerikaanse revolutionair Murray Bookchin was zo’n persoon. In de biografie “Ecology or Catastrophe: The Life of Murray Bookchin” beschrijft voormalig levenspartner Janet Biehl aan de hand van zijn inspirerende levensloop de ontwikkeling van zijn vele vernieuwende linkse ideeën. Sinds de wereldwijde pleinprotesten en het democratisch experiment in Rojava staat zijn voorstel om de staat en de markt te vervangen door een confederatie van direct democratische buurtvergaderingen weer volop in de aandacht.

Toen ik Bookchin ontmoette in de zomer van 2004, had ik al jaren zijn tientallen boeken en artikelen bestudeerd. Over onder meer directe democratie, de relatie tussen hiërarchie en de ecologische crisis, revolutionaire geschiedenis en de toekomst van links. Als onderdeel van een week zomerschool op het door hem opgerichte Institute for Social Ecology had ik de eer om deze anti-kapitalistische visionair thuis vragen te mogen stellen.

Zoektocht naar vrijheid

Zijn levenslange zoektocht naar een vrijheidslievende vorm van socialisme werd gekenmerkt door de quote van de negentiende eeuwse Britse socialist William Morris die hij jarenlang in zijn zak had: “Ik zat eraan te denken hoe mensen strijden en de slag verliezen. En dat waar ze voor streden, wordt gerealiseerd ondanks hun nederlaag. En dat wanneer het er is, het toch niet blijkt te zijn wat ze bedoelden. En dat anderen moeten strijden voor wat ze wel bedoelden onder een andere naam.”

Bookchin op een bijeenkomst in 1984.
Bookchin op een bijeenkomst in 1984.

NYC marxist

Bookchin groeide op in de jaren dertig in New York bij zijn revolutionaire oma die tsaristisch Rusland was ontvlucht. Stakingen en debatten over revolutie waren ook voor jonkies als hij aan de orde van de dag. Na vervelende ervaringen nam hij al snel afstand van het autoritaire stalinisme. Na het einde van de Tweede Wereldoorlog riep hij zijn collega´s in de autofabriek op tot socialistische revolutie. Maar deze arbeiders waren, tegen de voorspelling van zijn trotskistische stroming in, meer geïnteresseerd in een koophuis en een Amerikaanse vlag. Dat zette de groep waar hij bij hoorde aan om hun aannames ter discussie te stellen en nieuwe tegenstellingen in de samenleving te onderzoeken.

Sociale ecologie

Begin jaren vijftig pionierde de toenmalige marxist met een anti-kapitalistische ecologische kritiek. Door de decennia heen ontwikkelde hij uiteindelijk zijn sociale ecologie. Die stelt dat ecologische problemen voornamelijk voortkomen uit sociale ongelijkheid. Na uitvoerig onderzoek naar onder meer chemicaliën in het voedsel kwam hij tot de conclusie dat de natuur zo enorm werd versimpeld en vergiftigd dat de voorwaarden voor complex, menselijk leven steeds verder ondergraven werden. Eind jaren zestig vulde hij de bekende slogan “wees realistisch en eis het onmogelijke” aan met “want anders krijgen we het ondenkbare”. En dat is, gelet op ecologische crisissen zoals klimaatverandering, nog steeds actueel. Volgens hem was het enige ecologisch alternatief het breken met het groei-of-sterf-kapitalisme. In plaats daarvan stelde hij een revolutionair vernieuwde economie voor. Een gedemocratiseerde en gedecentraliseerde economie waar de productiemiddelen door de gehele bevolking samen beheerd worden.

Social Ecology.
Social Ecology.

Natuur

Een andere economie is echter niet genoeg, zo stelt Bookchin. Want het idee dat de natuur overheerst kan worden komt voort uit sociale ongelijkheid en overheersing. Om een ecologische instelling te ontwikkelen die mensen potentieel tot bevorderaars van ecologische diversiteit en evolutie kan maken, is het noodzakelijk dat er gebroken wordt met eeuwen van patriarchaat, racisme en andere vormen van onderdrukking. Een belangrijk uitgangspunt van zijn ecologische ethiek is het idee dat natuur niet een portret van een bosmeer is, met bergen maar zonder mensen. Natuur is ontwikkeling, een evolutie naar steeds complexere en diverse vormen van leven, waar mensen een speciaal onderdeel van zijn.

Tegen hiërarchie

Klassenstrijd is voor Bookchin altijd belangrijk gebleven. Maar na zijn teleurstellende ervaringen met zijn collega’s in de autofabriek, nam hij afscheid van het idee dat het industriële proletariaat de voorbestemde groep was die vanzelfsprekend voorop zou lopen tijdens revolutionaire veranderingen. Zelfs in vele decennia arbeidersopstanden waren het vaak mensen die net van het platteland kwamen en die nog niet gewend waren aan de fabriek die de meest radicale voorstellen hadden. Fundamenteler was dat hij, geïnspireerd door met name de feministische beweging van de jaren zeventig, zich uitsprak tegen alle vormen van overheersing, of hiërarchie, zoals hij geïnstitutionaliseerde sociale en machtsongelijkheid noemde. Door de eeuwen heen, zo zegt Bookchin, kun je terugkijkend een geschiedenis van onderdrukking zien die veel dieper gaat dan alleen klasse. De overheersing van de gemeenschap door ouderen duizenden jaren geleden was de eerste vorm, volgens de vrijheidsdenker. Daarna volgden nog vele andere hiërarchieën die in de loop van de tijd veranderden van vorm en functie. Maar in gewijzigde vorm misvormden oudere en nieuwere vormen van ongelijkheid, die op een complexe manier verweven waren, de samenleving.

Vormen van vrijheid

Tegenover de geschiedenis van onderdrukking zette hij de vaak verborgen geschiedenis van vrijheid. Uit eeuwen aan opstanden en pogingen om in sociale gelijkheid samen te leven putte hij inspiratie. Hij zocht naar institutionele vormen die we kunnen gebruiken door ze aan te passen aan onze tijd en politieke voorkeuren. Zonder die bevrijdende instituties, die hij “vormen van vrijheid” noemde, zouden bewegingen geen blijvende sociale verandering voor elkaar kunnen krijgen.

Directe democratie

Als alternatief voor staat en markt stelde hij een directe democratie gebaseerd op buurtvergaderingen voor. Deze vorm van communisme, gebaseerd op vrije gemeenten, noemde hij libertair municipalisme. De buurtvergaderingen werken samen door van onderop mensen te kiezen die hun standpunten uitdragen en direct teruggeroepen kunnen worden. Op deze confederale directe democratie was hij gekomen door onder meer de Atheense klassieke democratie, ondanks al haar tekortkomingen, te combineren met de ervaringen tijdens de sectiedemocratie van de Grote Franse Revolutie (1789) en de oproep tot een commune van communes door de Parijse Commune (1871). Hij vond het belangrijk om altijd te benadrukken dat basisdemocratie geen utopie was, maar het voortbouwen op ervaringen van duizenden mensen en bewegingen. Toen hij in de jaren zestig deze ideeën begon uit te dragen, deed hij dat onder anarchistische vlag.

Meer weten?

Boeken en artikelen. Een boek dat een helder en samenhangend overzicht geeft is Bookchins “Remaking Society”. Een Nederlandstalige inleiding in het werk van Bookchin kun je hier vinden. Een vertaling van een interview met Janet Biehl waarin zij de hoofdlijnen van het libertair municipalisme uiteenzet is hier te vinden. Een overzicht van de meeste boeken van Bookchin vind je hier. Veel van zijn artikelen zijn hier, hier en hier te lezen.

Video. Een uitvoerig, avondvullend interview met Bookchin dat een goed overzicht geeft van de verschillende aspecten van zijn ideeën vind je hier. Andere diepgaande interviews zijn hier te vinden. En als dat nog niet genoeg zou zijn, dan kun je nog allerlei interviews op Youtube vinden.

Linkse traditie

Vanaf halverwege de jaren negentig heeft hij vooral geprobeerd om de erfenis van revolutionair links en zijn eigen gedachtegoed te behouden voor de mestvaalt van de geschiedenis. Door pittige kritieken op het individualisme en het gebrek aan grootschalige democratische alternatieven binnen het reëel bestaande anarchisme, hoopte hij zijn ideeën te verhelderen. Omdat hij vond dat dit tegen dovemansoren was gericht, nam hij rond de eeuwwisseling publiekelijk afstand van het anarchisme en noemde hij zijn ideeën communalisme. Terugkijkend op het einde van zijn leven sprak hij de hoop uit dat er een linkse beweging zou ontstaan die het beste van het anarchisme, met haar kritiek op de staat en hiërarchie, zou combineren met het beste van het marxisme met haar uitvoerige analyse van het kapitalisme en poging tot een samenhangende theorie en praktijk.

Revolutionaire geschiedenis

De laatste jaren van zijn leven heeft hij zijn lessen van eeuwen Europese revolutionaire bewegingen opgeschreven. Alsof hij er zelf bij was, beschrijft hij aan de hand van onder meer de Franse, Russische en Spaanse revoluties dat er vaak na een eerste revolutie tegen de oude macht, een tweede revolutie volgt die veel verder gaat, maar autoritair uitpakt. Hij heeft zijn kwartet boeken “The Third Revolution” genoemd om de noodzakelijke derde en laatste revolutie te eren waarin bewegingen met basisdemocratische instituties van onderop de staat en de markt proberen te verslaan.

Ideeëngeschiedenis

De biografie is een vlot en helder geschreven, goed gedocumenteerde ideeëngeschiedenis van een van de interessantste denkers van de afgelopen eeuw. Het is een liefdevolle inlossing van de belofte van de auteur aan haar wijlen levenspartner om zijn leven te beschrijven zoals hij het verteld zou willen zien. Er is naast dit interessante verhaal ook behoefte aan een kritische discussie van de ideeën en de grote claims van Bookchin. Dat biedt nog genoeg ruimte voor aanvullende werken. Hoewel ik zeer bekend ben met de beschreven ideeën, heeft de geschetste maatschappelijke context van de sociale bewegingen waarbinnen hij werkte een grote meerwaarde bij het verdiepen van mijn begrip ervan. Ik denk dat Biehls boek ook als introductie goed werkt omdat de complexe ideeën helder worden samengevat. Naar mijn smaak had het einde van het boek wel minder een oproep voor waardering van een interessante man en meer een oproep tot revolutie mogen zijn. Maar dat neemt niet weg dat ik de ruim driehonderd pagina´s met veel plezier heb gelezen.

Nalatenschap

Bookchin is alweer bijna tien jaar dood. Wat doen wij met zijn nalatenschap? Sinds enkele jaren is er hernieuwde interesse in Bookchins ideeën. Via PKK-leider Öcalan is de Koerdische bevrijdingsbeweging zijn ideeën over confederale democratie gaan gebruiken als inspiratie voor hun politieke praktijk. Ook de wereldwijde pleinprotesten met massale vergaderingen hebben ervaren dat er na de explosie van energie een duurzaam basisdemocratisch alternatief nodig is. En in de mondiale klimaatbeweging is zijn – ooit unieke – combinatie van sociale rechtvaardigheid en ecologische kritiek gelukkig vanzelfsprekender geworden.

Onderzoeken

De komende maanden gaan we met Doorbraak de ideeën van Bookchin dieper onderzoeken. Wat kunnen we ervan leren, waar schieten ze tekort en hoe vertalen we ze naar onze politieke praktijk? In Nijmegen start er een studiegeroep over. Als onderdeel daarvan verzorg ik op zaterdag 13 februari een inleiding in de ideeën van Bookchin. Wij zullen zelf de wereld moeten veranderen, en daarbij kunnen we gelukkig putten uit de ervaringen en ideeën van deze vrijheidslievende, revolutionaire geest.

Bob Wester

“Ecology or Catastrophe: The Life of Murray Bookchin”, Janet Biehl. Uitgeverij: Oxford University Press, $ 34,95, ISBN: 9780199342488.