Hetzelfde werk, maar de een is WSW-er en de ander dwangarbeider

Maar dan wel door rechteloze dwangarbeiders!
Maar dan wel door rechteloze dwangarbeiders!

Mijn collega’s en ik bezorgen post, tussen 11:00 en 15:00 uur. We werken in een bedrijf van de sociale werkvoorziening, dat een contract heeft met PostNL. WSW-ers als ik hebben een arbeidsovereenkomst met het bedrijf, vallen onder de cao WSW en krijgen een kleine reiskostenvergoeding. Maar onder mijn collega-postbezorgers zitten ook rechteloze dwangarbeiders.

Want niet alleen WSW-ers doen dit werk. De gemeente levert PostNL dwangarbeiders, mensen met een bijstandsuitkering die post moeten bezorgen om hun inkomen niet te verliezen. Deze werkende werklozen “zijn van de gemeente”, zoals dat op de werkvloer wordt genoemd. Om er te mogen werken, moeten ze bij PostNL eerst een kopie van hun paspoort of identiteitsbewijs inleveren. De dwangarbeiders vormen een derde deel van de postbezorgers en worden door de werkleiding drie tot vier dagen per week ingeroosterd. Ze voldoen aan veel, zo niet alle onderdelen van een arbeidsverhouding, maar hebben geen cao, geen salaris en geen reiskostenvergoeding. Ze krijgen ook minder gemakkelijk werkkleding. Terwijl de WSW-ers standaard na twee maanden een binnenjas, een overjas en eventueel ook nog een regenjas en regenbroek krijgen, is dat voor de dwangarbeiders zeker niet vanzelfsprekend. Sommigen hebben wel een PostNL-jas, maar de meesten hebben alleen maar een PostNL-hesje over hun eigen jas. Maar fietsen met stevige PostNL-tassen krijgen we allemaal, ook de dwangarbeiders. We hoeven dus niet onze eigen fiets te gebruiken.

Rotplekken

Met de meeste dwangarbeiders onder mijn collega’s heb ik inmiddels gesproken over hun arbeidsomstandigheden. Als WSW-er met een salaris en een contract vind ik hun situatie belachelijk en oneerlijk. Ze doen hetzelfde werk als ik, maar worden daarvoor niet beloond en minder gerespecteerd. Uiteraard toont geen enkele dwangarbeider met wie ik spreek, zich enthousiast over zijn of haar omstandigheden. Maar het blijkt zeker niet voor zich te spreken om daar dan ook wat tegen te gaan ondernemen. Dat is begrijpelijk, omdat ze afhankelijk zijn van de gemeente en korting op hun uitkering als het zwaard van Damocles boven hun hoofd hangt. Wat zeggen ze tegen me? “Ja, het is niet goed, maar wat kun je eraan veranderen, hè?” En: “Je moet toch wat doen?” Soms aangevuld met: “Voor je uitkering”. En: “Waar ik vandaan kom, kreeg ik soms helemaal niet betaald.” Of: “Ach joh, het is maar voor een paar uurtjes per dag. Dan ben ik even bezig en het staat ook beter op mijn cv.”

Na een paar gesprekken heb ik de indruk dat de dwangarbeiders liever post lopen dan de andere dwangarbeid te moeten doen die de gemeente ook voor hen in petto zou kunnen hebben. Een of twee dagen per week moeten ze sollicitatietrainingen volgen. Ze moeten dan solliciteren naar banen die er nauwelijks zijn. Tijdens die trainingen horen ze op welke rotplekken sommige van hun collega-werklozen verplicht onbetaald werk moeten doen. Bij PostNL valt het in hun ogen dan nog mee. Zo worden bijstandsgerechtigden onder de duim gehouden. Ze weten dat ze moeten oppassen, want anders komen ze op een nog beroerdere werkplek terecht. “Het wordt hoog tijd dat mensen ook in Nederland in opstand komen”, vertrouwt een dwangarbeider me toe. Maar wie gaat dan zijn nek uitsteken?

Verdringing

Dwangarbeid bij de post vormt volgens nogal wat werklozen dus niet de ellendigste soort arbeid, hoewel ze terdege beseffen dat ze rechteloos zijn. Bovendien gaat het uiteraard steeds om verdringing van betaalde banen. De WSW-ers moeten na het bezorgen van post hun uren nog volmaken met inpakwerk. Als er geen dwangarbeiders waren die een deel van het werk overnamen, dan konden wij, de WSW-ers, langer post lopen. Misschien zou niet elke WSW-er dat zo lang volhouden, maar de meesten van ons wel. En er staan ook nog WSW-ers op de wachtlijst om aan het werk te komen. Maar die komen niet aan de beurt, omdat dwangarbeiders het werk verplicht en onbetaald moeten doen. En ook “reguliere” postbezorgers hebben minder werk door de inzet van dwangarbeiders. Zonder het zelf te willen, maken dwangarbeiders anderen dus werkloos, waarna die laatsten het risico lopen dat ze ook verplicht en onbetaald moeten gaan werken voor hun uitkering.

Triest genoeg zijn gemeenten het “normaal” gaan vinden om bijstandsgerechtigden te dwingen om zonder salaris en zonder rechten te werken. De meeste dwangarbeiders pikken dat dan maar, stilletjes of met een hoop gemor als er geen gemeente-ambtenaren of “werkmeesters” in de buurt zijn. Maar enkelen vechten terug als ambtenaren hen bedreigen met strafkortingen. Een dwangarbeider vertelt me dat hij een keer terugschreeuwde tegen zijn ambtenaar: “Nu moet je ophouden met je gedreig met kortingen! Je kort me of je doet het niet, maar je gaat me niet steeds zo lopen te bedreigen. Als je me kort, dan zien we elkaar wel bij de rechtbank.” Het resultaat was dat hij niet werd gekort. Protest loont dus.

Koffie drinken

Tot een half jaar geleden voerde de gemeente nog aan dat postbezorging door bijstandgerechtigden een traject naar werk zou zijn. De werklozen zouden dat een half jaar moeten doen en als ze hun best deden, dan zouden ze bij PostNL worden aangemeld voor “regulier” werk als postbezorger. Daar zouden bijstandsgerechtigden overigens niets mee opschieten, want het contract zou gelden voor twaalf tot vijftien uur per week. Ze zouden dan nog steeds in de bijstand zitten en bovendien te maken hebben met gebroken werkdagen waarop ze nog moeilijker ander werk zouden kunnen vinden. Maar de dwangarbeiders met wie ik spreek, hebben zelfs niet eens de toezegging gekregen van die hooguit vijftien uur parttime-werk. Ze krijgen alleen maar te horen dat ze de dwangarbeid “gewoon” moeten doen. Voor hoe lang? Sommigen doen het een half jaar, anderen zelfs al meer dan een jaar en een enkeling zelfs al tweeeneenhalf jaar.

De meeste dwangarbeiders die hun dagelijkse portie post hebben bezorgd, gaan meteen weer naar huis. Maar een paar dwangarbeiders zitten voor of na het werk nog een tijd gezellig aan de koffietafel. Dat geeft hen iets: een mogelijkheid om met andere dwangarbeiders te kletsen over ervaringen met werk zoeken en met sollicitatietrainingen. En ook een gevoel van erbij horen en iets bijdragen, van meetellen als postbezorger, denk ik. Het is schrijnend dat ze wat hun rechtspositie betreft buiten de boot vallen. Andere dwangarbeiders laten me daarentegen weten dat ze na hun werk meteen vertrekken. Zodra ze hun fiets hebben neergezet en hebben uitgetekend, smeren ze hem. Want ze voelen zich gebruikt. Een van hen, een Afrikaanse vluchteling, voelt zich gedwongen om nog meer dan anderen te laten zien dat hij niet te lui is om te werken. Hij heeft een grote wijk toebedeeld gekregen. Na een half jaar dwangarbeid heeft de gemeente hem verplicht om nog een jaar langer door te werken. Het is ellendig om waar te nemen hoe racisme werkt en hoe het de vluchteling ertoe aanzet om zich anders te gedragen dan hij zou willen. Hij gaat niet gezellig koffie drinken, want hij heeft een intensief reïntegratietraject opgelegd gekregen, met ROC-les, huiswerk en sollicitatietrainingen.

Peter Daens