Ondanks kritiek zet Teeven bezuiniging op rechtsbijstand door

Logo.
Logo.

Half februari draaide staatssecretaris van Justitie Fred Teeven een vorig jaar ingevoerde bezuinigingsmaatregel terug na kritiek vanuit de advocatuur en de Tweede Kamer. Daarmee is het eind van de bezuinigingen op de gefinancierde rechtsbijstand helaas nog lang niet in zicht. Het protest tegen het afbraakbeleid houdt dan ook aan.

Op 1 oktober 2013 voerde de staatssecretaris, gebruik makend van zijn beleidsvrijheid, eigenhandig een aantal nieuwe bezuinigingsmaatregelen door. Een daarvan was de verlaging van de advocaatvergoeding voor zaken waarbij een beslissing wordt genomen zonder rechtszitting. Verblijfsrechtadvocaten werden door deze maatregel onevenredig hard geraakt, aangezien zij verhoudingsgewijs veel meer te maken krijgen met dit soort beslissingen dan andere advocaten. Bovendien staan ze veel mensen bij die afhankelijk zijn van gefinancierde rechtsbijstand. In februari moest Teeven toegeven dat een beslissing zonder zitting “niet altijd betekent dat er sprake is van een inhoudelijk eenvoudige zaak”. Hij draaide de maatregel terug, en dat is een overwinning voor de advocaten die eerder hadden aangegeven dat ze door de lagere vergoeding niet meer uit de kosten zouden kunnen komen. En het is ook een klein succesje voor mensen zonder papieren, die immers sterk afhankelijk zijn van een bekwame en betrokken advocaat die hen wil bijstaan in procedures tegen de IND.

Gunst

Teeven berichtte over de intrekking van de maatregel in een nieuwe brief over het bezuiningsstreven van vijfentachtig miljoen euro extra dat hij in de zomer van 2013 had aangekondigd. Hij lijkt vastbesloten om die plannen zoveel mogelijk door te zetten. Daarmee wil hij hele rechtsgebieden uitsluiten van gefinancierde rechtsbijstand. Het gaat bijvoorbeeld om het huurrecht, waar alle conflicten tussen verhuurders en huurders onder vallen, waaronder huisuitzettingen. In de toekomst zou daardoor alleen in uitzonderingsgevallen nog een advocaat beschikbaar worden gesteld op kosten van de staat. In alle overige gevallen zou er een oplossing buiten de rechter moeten worden gezocht, bijvoorbeeld bij de schuldhulpverlening. Daar worden mensen met een fraudeschuld of boete overigens ook al vaak van uitgesloten.

Wat Teeven betreft, zou iedereen die een beroep wil doen op gefinancierde rechtsbijstand, eerst moeten aankloppen bij het Juridisch Loket. Die instelling zou dan moeten nagaan of er geen goedkopere oplossing mogelijk is. Het Juridisch Loket zou in de ogen van de staatssecretaris zelfs als “poortwachter” moeten zorgen voor minder doorstroom naar de rechter. Als het Juridisch Loket zou bepalen dat het probleem ook via een niet-juridische weg kan worden opgelost, dan zou de staat de kosten van de advocaat niet meer vergoeden. Aangezien veel mensen die kosten niet zelf kunnen opbrengen, zou het voor hen onmogelijk worden om een advocaat in de arm te nemen. Rechtsbijstand dreigt zo steeds meer te worden ingekleed als een gunst, in plaats van als een recht.

Een ander flink schofterig voorstel van Teeven houdt in dat pas een beroep kan worden gedaan op gefinancierde rechtsbijstand, als het financieel belang van een zaak boven de duizend euro uitkomt. Nu ligt die grens op vijfhonderd euro, wat ook al aanzienlijk is. Zaken die onder dat bedrag liggen, zouden een “te gering” belang hebben. Voor bewindslieden als Teeven en andere veelverdieners vormt duizend euro ongetwijfeld een schijntje. Maar voor bijvoorbeeld bijstandsgerechtigden die te maken krijgen met een strafkorting van één maand op hun uitkering, betekent het dat ze geen advocaat meer in de arm kunnen nemen. Daardoor zullen ze veel moeilijker rechtszaken kunnen aanspannen tegen dat soort kortingen.

Het is duidelijk dat ook deze bezuinigingen weer voornamelijk een aanval op de onderkant van de samenleving zijn. Met uitzondering van strafzaken is gefinancierde rechtsbijstand immers juist bedoeld voor mensen met weinig of helemaal geen inkomen, die zelf geen advocaat kunnen betalen. Tachtig procent van de mensen die gebruik maken van gefinancierde rechtsbijstand, zit zelfs in de laagste inkomenscategorie. Hun mogelijkheden om effectief te kunnen opkomen voor hun rechten worden steeds verder ingeperkt, doordat het moeilijker of zelfs vrijwel onmogelijk wordt om een advocaat te regelen bij arbeidsconflicten, dreigende huisuitzettingen, kortingen op uitkeringen, echtscheidingen, en overige zaken.

Klassenjustitie

Er is tot nu toe al honderdvijftien miljoen euro bezuinigd op de gefinancierde rechtsbijstand. Verder bezuinigen noemt de Nederlandse Orde van Advocaten dan ook “onaanvaardbaar”. Sinds 2011 neemt de beroepsvereniging al stelling tegen de bezuinigingsdrift van Teeven en waarschuwt men voor “rechtsongelijkheid en klassenjustitie”. De protesten nemen niet alleen vormen aan die in de lijn der verwachtingen liggen van papiervreters als advocaten. Er zijn vanzelfsprekend ontelbare scherpe brieven, rapporten en nota’s geschreven. Maar ook op straat hebben advocaten zich al meerdere keren laten horen. Demonstraties in toga behoren tegenwoordig ook tot hun repertoire. Onder het motto “Rechtsbijstand, juist nu!” is bovendien een actiesite geopend “voor behoud van rechtsbijstand voor iedereen die dat nodig heeft”. En strafrechtadvocaten gingen in de herfst van 2013 zelfs over tot een staking.

De afgelopen maanden probeerden advocatenclubs om de bezuinigingen te verzachten door zelf alternatieven aan te dragen, en daarover met Teeven in gesprek te gaan. In zijn brief van half februari roemde de staatssecretaris hun “constructieve inbreng”. Hij sprak zijn “waardering” uit voor de gesprekken die “hebben geleid tot een beter begrip van elkaars standpunten. Er is wederzijds respect voor elkaars rol en verantwoordelijkheid”, zo schreef hij mierzoet aan de Tweede Kamer. Maar ondertussen neemt hij van de aangedragen alternatieven nauwelijks wat over.

Daarom sloeg de Vereniging Sociale Advocatuur Nederland (VSAN) eind maart een heel andere toon aan. “Wij zijn teleurgesteld”, zo begint de brief van de vereniging, om dan verderop te stellen dat de invoering van de verlaging van de advocaatsvergoeding bij zaken zonder zitting “een mooi voorbeeld is van het gebrek aan bereidheid om naar serieuze signalen uit het veld te luisteren”. Deze “sociale advocaten”, die mensen met weinig inkomen bijstaan, kunnen de “houding” van de staatssecretaris “niet rijmen met het in de brief breed uitgedragen credo dat de gesprekken met de advocatuur hebben geleid tot wederzijds respect en begrip, kwalificaties die wij overigens geheel voor uw rekening laten”. Ook de Orde van Advocaten is not amused dat Teeven de “aangereikte goede alternatieven” voor een groot deel naast zich neerlegt. “De meeste van deze voorstellen zijn niet overgenomen door de staatssecretaris, die toch de voorkeur geeft aan een verdere uitkleding van de rechtsbijstand om zijn budget kloppend te krijgen”, aldus de Orde begin maart. Niet alleen zijn de advocaten verbolgen over het terzijde schuiven van hun bezwaren tegen verder bezuinigen en van de aangedragen alternatieven, maar ook verwijten ze de staatssecretaris dat hij zich meerdere malen schuldig heeft gemaakt aan het geven van een onjuiste voorstelling van zaken richting de Tweede Kamer.

Zo is er volgens Teeven steun vanuit de advocatuur voor zijn geplande “poortwachtersfunctie” van het Juridisch Loket. Maar die steun gaat alleen over een “kwalitatieve” versterking van de eerstelijnsinstelling, aldus de VSAN. “Ten onrechte doet u nu voorkomen alsof de advocatuur zich kan vinden in een verplichte poortwachter.” Er is juist “constant naar voren gebracht dat er twijfels zijn bij de haalbaarheid van kwalitatieve versterking, aangezien deze versterking slechts gemotiveerd wordt vanuit een bezuinigingsdoelstelling”. Bovendien wordt er juist ook bezuinigd op het Juridisch Loket zelf. De instelling trok daarover eind maart zelf aan de bel via een persbericht: “Forse bezuinigingen op het Juridisch Loket eisen hun tol. De financiële noodzaak dwingt de beoogde poortwachter van het rechtsbestel om in te grijpen in de toegankelijkheid van de juridische dienstverlening. De openingstijden worden beperkt, het telefoontarief wordt verhoogd, en de telefonische advisering ’s avonds wordt beëindigd. Tijdelijke contracten worden niet verlengd en er is een vacaturestop. De vraag is of het Juridisch Loket zo het toenemend aantal klanten met een laag inkomen kan blijven helpen.”

De drempel verhogen voor “gering belang”-zaken kwam voort uit een voorstel van advocaten zelf, maar dan alleen voor hoger beroep in specifieke gevallen. Teeven heeft dit aangegrepen om in alle zaken het minimumbelang te verdubbelen. “Dit idee wordt helemaal uit zijn verband gerukt”, briest de VSAN. Maar dit soort voorstellen moeten uiteraard ook niet worden gedaan aan een staatssecretaris wiens doel het is om de onderste laag van de samenleving zoveel mogelijk uit te knijpen.

Afweging

Teeven beargumenteert zijn plannen met de bekende VVD-retoriek die we ook op andere terreinen zien. Ten eerste is daar de mantra van de eigen verantwoordelijkheid weer. Het “probleemoplossend vermogen van de rechtszoekende moet worden gestimuleerd”, aldus de staatssecretaris. Maar uit onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum van Teevens eigen ministerie van Veiligheid en Justitie bleek dat slechts vijf procent van de geschillen aan de rechter wordt voorgelegd. Dat betekent dat nu al vijfennegentig procent wordt opgelost buiten de rechter om.

Ten tweede heeft de staatssecretaris in eerdere bezuinigingsronden meerdere malen beargumenteerd dat er sprake zou zijn van een “ongebreidelde kostenstijging” van deze voorziening voor de armen. Maar het was helemaal niet zo “erg” als Teeven eerder voorstelde. De afgelopen tien jaar zijn de kosten van de gefinancierde rechtsbijstand weliswaar flink gestegen, maar een groot deel daarvan komt door inflatie, en doordat pas vanaf 2006 tolk- en vertaaldiensten worden meegerekend in de kosten. Volgens de VSAN komt de kostenstijging slechts neer op “minder dan twee procent per jaar”. Die geringe stijging “rechtvaardigt geen nieuwe bezuinigingen, te meer daar de motivering van de eerdere bezuinigingen onjuist is geweest: er is geen sprake van ongebreidelde kostenstijgingen zoals u altijd heeft betoogd, en wij altijd hebben bestreden”, aldus de VSAN. Toch blijft Teeven kostenstijging telkens als argument gebruiken. Het valt daarbij op dat hij niet duidelijk is over de cijfers. Zo noemt hij de inflatie wel, maar de tolk- en vertaaldiensten niet altijd als reden voor de kostenstijging.

Ten derde gebruikt de staatssecretaris de vergelijking met beter gesitueerden die “geen financiële hulp krijgen bij hun rechtsbijstand”. De maatschappelijke onderkant procedeert er volgens Teeven maar op los, omdat het toch bijna niets zou kosten. Een “tendentieuze stelling zonder een flinter van bewijs”, zo vindt de VSAN. Volgens Teeven zouden mensen die niet in aanmerking komen voor gefinancierde rechtsbijstand, meer afwegen of ze wel een rechtszaak zouden beginnen, aangezien ze de kosten voor een advocaat zelf moeten ophoesten. Maar ook veel armen moeten dokken voor advocaten en rechtszaken. Ze moeten een eigen bijdrage betalen die voor de laagste inkomensgroepen nu al op bijna tweehonderd euro per zaak zit, exclusief de kosten voor de rechtszaak zelf. Het is belachelijk om te suggereren dat deze groepen geen afweging zouden maken. Ook gaat Teeven er volstrekt aan voorbij dat veel zaken rechtstreeks voortvloeien uit overheidshandelen, bijvoorbeeld in het geval van beëindiging van een bijstandsuitkering of een strafrechtelijke vervolging. In het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand is zelfs zestig procent van de zaken het gevolg van overheidshandelen. Het is dan ook terecht dat in dat soort gevallen de overheid de verantwoordelijkheid moet dragen voor de financiering van deze zaken.

Zakkenvullers

Advocaten stelden deze achterliggende ideeën bij de bezuinigingswoede van Teeven aan de orde via brieven en tijdens demonstraties. En de kritiek blijft niet beperkt tot advocaten. Ook in de Eerste Kamer rommelt het. Drie weken geleden nam de Kamer, tegen Teevens zin in, een motie aan waarin wordt gevraagd om de bezuinigingsmaatregelen te “heroverwegen”. Coalitiepartner PvdA stemde niet in met de motie, maar sprak wel over “dramatische proporties” die de bezuinigingen op de rechtsbijstand “dreigen aan te nemen”. Het is opmerkelijk dat de Eerste Kamer al over de voorstellen heeft gesproken, aangezien ze nog ter beoordeling bij de Tweede Kamer liggen. Daar vond op 26 maart een debat plaats. Ondanks gemor van de voltallige oppositie wilde Teeven van geen wijken weten. Het kabinet heeft in de Tweede Kamer weliswaar een krappe meerderheid, maar in de Eerste Kamer heeft de oppositie de overhand. Men zou de bezuinigingen dus naar de prullenbak kunnen verwijzen. Teeven moet dan ook toegeven dat hij “klem komt te zitten tussen beide Kamers”. Of zijn plannen het helemaal gaan halen, is dan ook nog de vraag.

Hoe dan ook, leuker en makkelijker dreigt het zeker niet te worden voor mensen aan de onderkant van de samenleving. Het afbraakbeleid valt de armen aan en ontziet de rijken. Dat blijkt ook uit de koehandel rond de strafbaarstelling van illegaal verblijf. Die strafbaarstelling is inmiddels gelukkig van tafel, maar in ruil daarvoor krijgen de middeninkomens belastingvoordelen. De economische crisis zorgt voor meer werklozen, en de maatregelen tegen bijstandsgerechtigden worden steeds strenger. Minder inkomen betekent ook meer kans op schulden, met bijvoorbeeld een groeiend aantal huisuitzettingen tot gevolg. Aan alle kanten lijkt de noodzaak om een advocaat in de arm te kunnen nemen, juist toe te nemen. Deze bezuinigingsmaatregelen zijn dus desastreus voor velen.

De afbraak van de gefinancierde rechtsbijstand kan rekenen op veel verontwaardiging. Maar niet iedereen zal er rouwig om zijn als advocaten een centje minder gaan verdienen, ook iets waar Teeven zijn zinnen op heeft gezet. Advocaten staan immers bij velen bekend als zakkenvullers en aasgieren, een label dat zeker op een deel van de beroepsgroep van toepassing is. Maar bij deze bezuiniging gaat het om de “sociale advocatuur”, niet over de “commerciële”. Qua salariëring maakt dat een groot verschil. Belangrijker is dat er voldoende advocaten beschikbaar moeten blijven voor mensen met een laag inkomen. Als het aantal “sociale” advocaten door het bezuinigingsbeleid terugloopt, dan treft dat iedereen aan de onderkant van de samenleving. Iedereen moet immers een beroep kunnen blijven doen op rechtsbijstand. Zeker ook flexwerkers, bijstandsgerechtigden en mensen zonder verblijfsrecht. Rechtsbijstand moet geen gunst worden waar armen om moeten bedelen. Om te kunnen opkomen voor rechten, om voldoende weerbaar te kunnen blijven in een systeem dat armen uitbuit en rijken bevoorrecht, moet het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand blijven bestaan en niet verder worden uitgekleed.

Mariët van Bommel