Laat ook je mening horen over het aangekondigde “verheerlijkingsverbod terrorisme”!

Sinds donderdag ligt het “verheerlijkingsverbod terrorisme” voor ter consultatie. Dit wetsvoorstel bevat iets dat Nederland nog niet eerder heeft gezien: een feitelijk strafrechtelijk meningsverbod.
Deze draad is een samenvatting van mijn eigen reactie op de internetconsultatie, die je hier kan lezen voor meer detail. Voor wie niet zeven juridische pagina’s wil lezen, hieronder de samenvatting.
Volgens justitieminister David van Weel gaat het om een verbod van het zwaaien met IS-vlaggen en het “verheerlijken” van terroristische video’s. Maar in de wet staat een stuk meer dan dat.

Het wetsvoorstel bestaat uit drie verboden: 1. Verheerlijking van terrorisme; 2. Verspreiden van verheerlijking; 3. Steun betuigen aan een als terroristisch aangemerkte organisatie. Wat houdt dat in de praktijk in?

Met “verheerlijken” wordt bedoeld dat je je positief uitlaat over een bepaalde gebeurtenis. Bij “terroristisch misdrijf” gaat het om een misdrijf met een terroristisch oogmerk (vrees aanjagen) waarop een levenslange gevangenisstraf staat.
Dan moet je denken aan moordaanslagen, maar ook om ontvoering met terroristisch oogmerk of brandstichting als daarbij lichamelijk letsel te vrezen is. Dat is een erg brede categorie, zeker omdat het verboden is om je er positief over uit te laten.
Denk bijvoorbeeld aan de moord op Luis Carrero Blanco, een hoge pief uit de fascistische dictatuur van Franco. Zijn dood als gevolg van een bomaanslag door de Baskische ETA heeft waarschijnlijk het herstel van de Spaanse democratie bespoedigd.
Dus ik zou zeggen: dat was waarschijnlijk positief. Maar waarschijnlijk mag ik dit niet meer zeggen als deze wet wordt aangenomen. Dit, terwijl de meeste mensen het einde van de dictatuur van Franco als positief zullen bestempelen.
Dat is het gevaarlijke van deze wet. Het is in feite een verbod om bepaalde meningen te koesteren. Je mag het alleen denken, maar je mag het niet in het openbaar zeggen, of erover schrijven, of erover posten op sociale media. En ideeën waar je niet over mag praten, sterven.
Geldt dat ook niet voor het discriminatieverbod? Dat klopt, maar toch is groepsbelediging anders. Het is (overduidelijk) niet verboden om een racist te zijn in Nederland. Je mag dat alleen niet op een beledigende manier zeggen. Wat je er ook van vindt, het biedt nog ruimte.
Bij het voorgestelde verbod op verheerlijking van terrorisme is dit anders. Het is een mening die je op geen enkele manier mag uiten, want het uiten van die mening zelf is verboden. Niet de vorm, maar de inhoud. Dat maakt deze wet fundamenteel anders dan bestaande wetten.
Dit maakt dat deze wet het maatschappelijke debat in de weg zit. Want om een goed maatschappelijk debat te hebben, moeten meningen kunnen worden geuit die aanstoot geven, choqueren of verontrusten, aldus het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
Met deze wet wordt het debat in disbalans gebracht. De voorstanders van steeds meer repressie tegen zogenaamd “terroristische” organisaties hoeven zich nergens zorgen om te maken. Tegenstanders moeten echter op hun woorden letten.
Dat is zeker zo omdat de term “verheerlijken” zo breed is. Dat betekent dat mensen eerder het zekere voor het onzekere nemen, en dus dat ze zichzelf eerder censureren. Dat is gevaarlijk, niet alleen in een debat, maar ook in de journalistiek en de wetenschap.
Het gevolg is asymmetrisch: de daden van een rebellengroep in een burgeroorlog mogen niet worden gevierd, want dat zou terrorisme kunnen zijn. De daden van een staat, hoe gruwelijk ook, mogen wél worden gevierd, omdat staten juridisch niet in staat zijn tot terrorisme.
Neem bijvoorbeeld de moord op Qassem Soleimani. Hij is gedood door een Amerikaanse luchtaanval, en dat was dus geen terrorisme. Had een rebellengroep hetzelfde gedaan, dan was het wél terrorisme geweest. Dat is een disbalans.
En dat is praktisch relevant, omdat de VVD al snel de dood van Soleimani vierde. Dat had, onder dit wetsvoorstel, niet meer gemogen als het een rebellengroep was geweest. Of misschien wel? Want de praktijk is weerbarstiger.
In de praktijk zijn er namelijk rebellengroepen die Nederland steunt, en rebellengroepen die Nederland verafschuwt. Waarschijnlijk zal de staat eerder proberen om mensen te vervolgen die het oneens zijn met het buitenlandbeleid van Nederland dan mensen die het steunen.
Een bekend voorbeeld van het bovenstaande is Nelson Mandela. Hij stond tot 2008 op de terrorismelijst van de VS, vanwege zijn gewelddadige activisme tegen apartheid.
Al deze bovenstaande punten gelden ook voor het verbod op steun voor een “van rechtswege verboden organisatie”. Maar hier schuilen ook andere gevaren, omdat “steun betuigen” nog veel breder is dan “verheerlijken”.

Voorbeelden in de Memorie van Toelichting gaan over het zwaaien met vlaggen, het gebruik van symbolen, of het zich positief uitlaten over een bepaalde groep. Een enorm brede verbodsbepaling dus.

Een verbod dat ingaat tegen de kern van de democratie. Want in een democratie zou je elk besluit van een orgaan moeten kunnen bekritiseren. Die mogelijkheid bestaat niet als een organisatie op een terrorismelijst staat. Dan mag je de organisatie niet meer prijzen.
Dus als ik zou willen betogen dat een bepaalde organisatie van de terrorismelijst moet worden afgehaald, dan maak ik me al heel snel schuldig aan “steun betuigen”, en ben ik strafbaar. Omdat ik het oneens ben met de inschatting van de overheid.
Hierbij ontstaan overigens ook praktische bezwaren. Want veel “terroristische” organisaties hebben ook een politieke tak die bijvoorbeeld een gebied regeren, bijvoorbeeld door zorg of sociale voorzieningen te leveren. Mag je daarover wel positief zijn?
En dan zwijgen we nog over de moeilijkheden van “dual use” symbolen: symbolen die een brede betekenis hebben, en ook door “terroristische” groepen gebruikt worden. Zijn die dan ook verboden? Palestijnse vlaggen, keffiyeh’s, hamers en sikkels…
Het is ook geen geheim dat de pro-Palestijnse beweging een doelwit is van deze wetgeving. Deze wetgeving werd al geprezen als onderdeel van het anti-antisemitisme plan (dat uiteindelijk een antisemitisme plan bleek) van de regering-Schoof.
En natuurlijk is het de zoveelste juridische stok waarmee de moslimgemeenschap geslagen zal worden. De repressie zal het hardst bij hen neerkomen, vooral omdat zij al onder een enorm en onrechtvaardig vergrootglas liggen van de repressieve staat.
Het wetsvoorstel dient daarnaast vooral om critici van regeringsbeleid het zwijgen op te leggen en de toch al ingewikkelde discussies over het gebruik van dekoloniaal geweld nóg moeilijker te maken, in het voordeel van kolonialen.
Er kan veel gebeuren tegen deze wetgeving, maar het eerste dat we nu kunnen doen, is laten weten dat we het oneens zijn met deze repressieve wetgeving.
Dus: laat je horen in de internetconsultatie door een reactie achter te laten.
Bo Salomons
(Dit artikel verscheen eerder als draadje op Twitter.)

Het wetsvoorstel is een greep van paternalistisch-autoritaire leiders naar de totale macht. Het is onversneden Trumpisme. Zo’n wet mag er niet komen. Het is een zaailing van fascisme en alles wat we kunnen missen is nog meer fascisme dan waar we nu al mee te kampen hebben.
Dit wetsvoorstel stuurt aan op zelfcensuur.
Het beperkt daarmee een levendige discussie tussen alle burgers van ons land.
Dat betekent een groot verlies van nuancering en inzichtvorming omdat het uitwisselenn van ervaringen en vraagstellingen op politiek gevoelige onderwerpen riskant zijn geworden. De politiek bepaalt dan uiteindelijkwat wij wel of niet mogen zeggen. Dat is op zich al een vorm van terreur. Het drijft ons verder uit elkaar en brengt ons niets ten goede.
Ik ben het niet eens met het aangekondigde wetsvoorstel dat verheerlijking van terrorisme strafbaar stelt. Hieronder licht ik toe waarom ik dat standpunt neem:
• De wet is vaag, juridisch overbodig en bedreigend voor de meningsvrijheid.
• Bestaande wetten bieden al voldoende instrumenten.
• We lopen groot risico dat de wet misbruik wordt als een “politie op gedachten” in plaats van een doelgericht antiterrorisme-instrument.
Toelichting:
• Vrijheid van meningsuiting in het geding
De Raad voor de Rechtspraak stelt dat het voorstel “tal van onduidelijkheden” bevat. Zonder helder omschreven grenzen lopen we het risico dat ook journalistieke en wetenschappelijke uitingen strafbaar worden.
• Rechters weten niet waar ze aan toe zijn
Rechters waarschuwen terecht dat het voor hen onduidelijk is welke criteria toegepast moeten worden. Moet iemand opzettelijk openbare orde verstoren? Wanneer is een uiting voldoende “verheerlijkt”? Dat maakt de handhaving getint en onvoorspelbaar .
• Bestaande wetten zijn al voldoende
De Raad van State keurmerkt het voorstel als overbodig omdat bestaande strafbepalingen—zoals opruiing, ronselen en bedreiging—al ingrijpen wanneer de openbare orde in gevaar komt. Een nieuw artikel voegt juridisch niets wezenlijks toe.
• Risico op ‘gedachtenpolitie’
Met te brede definities ontstaat een wet die dicht bij wat sommigen “gedachtenpolitie” noemen komt. Dit betreffen dan uitingen op sociale media of in demonstrations die niet direct leiden tot gevaar, maar wel onder het vergrootglas komen te liggen.
• Burgergevoel op online fora
Ook online komt naar voren dat burgers bang zijn dat vooral twijfelachtige uitingen/meningen onder vuur komen te liggen. Zo schrijft iemand:
“Een keer meedoen met een demo … is al genoeg. Eenmaal op zo’n lijst kom je er eigenlijk niet meer vanaf.”
Ik roep daarom op dit voorstel af te wijzen.
Ik heb dit naar de consultatie gestuurd:
Dit voorstel gaat lijnrecht tegen de fundamenten van onze rechtstaat in. Het belemmert kritiek op het beleid van een zittende regering. Die bepaalt de norm voor wat als “terrorisme” wordt gezien. Het is dus een beroving van de vrijheid van meningsuiting. Dit is belangrijk omdat een bevolking zich moet kunnen verzetten tegen als dictatoriale regeringen, binnenlands of buitenlands, met als doel de rechtstaat en het naleven van mensenrechten te herstellen. Dit voorstel maakt een bevolking vleugellam als het onrecht zegeviert. Bovendien is de vrijheid van meningsuiting ook een ventiel om hoogoplopende spanningen de ruimte te geven in een samenleving. Sluit je dat ventiel, dan is een “ontploffing” dichterbij dan wanneer er ruimte is voor meningen die de zittende regering “onwelgevallig” zijn. Nederland heeft historisch gezien wat dat betreft tot nu toe meestal verstandig beleid gehad. Het past niet bij Nederland om dit soort repressieve wetgeving te gaan invoeren.
Standpunt: Ik ben principieel tegen dit wetsvoorstel
Ik verzet mij in alle gevallen tegen dit voorstel en de autoritaire taal die het ondersteunt. Deze wet is in strijd met de kernwaarden van een vrije en democratische rechtsstaat. Het invoeren van vage en subjectieve begrippen zoals “verheerlijken” en “openbare steun” opent de deur naar willekeurige vervolging van burgers op basis van hun politieke uitingen, overtuigingen of symbolisch protest.
Waarom ik mij hiertegen verzet:
1. **Vrijheid van meningsuiting is geen gunst van de staat.**
Het is een fundamenteel recht dat juist bescherming verdient wanneer het gaat om onwelgevallige of confronterende opvattingen. Deze wet criminaliseert uitingen die onder dat recht vallen.
2. **De wet maakt legitiem maatschappelijk protest strafbaar.**
Politieke symbolen, kritiek op buitenlands beleid, of solidariteit met onderdrukte bevolkingsgroepen kunnen onder deze wet worden aangemerkt als strafbare steun aan terrorisme. Dat is een directe bedreiging voor de vrijheid om te demonstreren en om je uit te spreken.
3. **De formulering van de wet is te vaag en te breed.**
Wat wordt verstaan onder “verheerlijking” of “openbare steun” is niet duidelijk gedefinieerd. Dat creëert rechtsonzekerheid en geeft politie en justitie buitensporige ruimte voor interpretatie.
4. **De focus van de wet is selectief en ideologisch gekleurd.**
In de praktijk zal deze wet vooral worden ingezet tegen uitingen die worden geassocieerd met bepaalde bevolkingsgroepen of politieke stromingen, terwijl andere vormen van extremisme (zoals extreemrechts) onbenoemd blijven.
5. **De wet ondermijnt juist de democratische rechtsorde die zij zegt te beschermen.**
Door fundamentele vrijheden in te perken uit naam van veiligheid, wordt het tegenovergestelde bereikt: een samenleving waarin afwijkende stemmen worden verdacht gemaakt en gestraft.
Ik ben van mening dat deze wet thuishoort in een autoritair systeem, niet in een open samenleving. Het voorstel is niet alleen juridisch onhoudbaar, maar ook moreel verwerpelijk. In een democratie moet ruimte zijn voor scherpe kritiek, symboliek en protest — ook als die ongemakkelijk of controversieel is.
Ik ben daarom zonder voorbehoud tegen dit voorstel.
Ik ben tegen dit wetvoorstel. Omdat dit wet voorstel zwijgen aan burger oplegt en ondermijnd democratie.
De zoveelste stap op een steeds hellender vlak. Het is overduidelijk dat dit in het huidige tiijdsgewricht selectief ingezet kan en zal worden om omwelgevallige geluiden te smoren.
Dat is op dit moment duidelijker een groot risico dan het de afgelopen 80 jaar misschien geweest zou zijn. Er zijn meer dan voldoende instrumenten om de v.v.m.u. in goede banen te leiden.
Volgens dat wet! Is het zo dat ieder organisatie, bedrijf, en/of individuelen die verheerlijk, werkt of positieve zijn over/met de Israëlische staat , leger , of beleid maakt dat strafbaar .
Sinds dat de genocide is de grootste terrorist daad .
Als crypto fascistische partijen
gaan bepalen wat wel en niet toelaatbaar is in deze dan is dat het einde van de vrijheid van meningsuiting en democratie.
Ik ben tegen dit wetsvoorstel omdat het de vrijheid van meningsuiting beperkt en deze door zijn vage formulering selectief Jan worden toegepast. Vooral met het huidige sentiment binnen de politiek een gevaarlijke ontwikkeling.
Inperken van meningsuiting, ook: verbieden van uitingen op ondefinieerbare gronden, dienen hoofdzakelijk corrupte machtshebbers.
Wetgeving gebaseerd op onderbuikgevoelens, in dit geval van een rechts-populistisch en demissionair kabinet, lijkt me geen goed idee en op zichzelf een ondermijning van onze vrije democratische samenleving en rechtsstaat.
Ik vind dat deze wet is een gevaar voor de democratie .
Een wetsvoorstel van een extreemrechts demissionair kabinet, dat gewoon op moet rotten.
Weg met. onderbuikgevoelens.
Recht op vrijheid van meningsuiting en demonstratierecht.
Recht op het veroordelen van wat je niet goed acht.
Een vrije democratische rechtstaat!
Gezien de gevolgen van eenzelfde wet in het VK zou ik als ik u was dit nog even ter overweging nemen.
Het voorstel richt zich op
a) terroristische misdrijven die op zich al strafbaar zijn en op
b) terroristische organisaties zoals o.a. aangewezen in de terrorismelijsten van de EU.
Het debat richt zich echter niet alleen op individuen en door de overheid gedefinieerde terroristische organisaties maar ook op terroristische oogmerken van staten en overheden.
Als grootste terroristische overheid kan genoemd worden die van de Verenigde Staten. Die heeft sinds de tweede wereldoorlog miljoenen mensen vermoord en laten sterven door directe aanvallen, steun aan vreemde legers en sancties tegen landen. Het laatste voorbeeld hiervan is de steun aan Israël die ondanks een internationale veroordeling gewoon doorgaat.
Een voorbeeld van het debat zijn de uitlatingen van de Palestijnse bevrijdingsleider Leila Khaled (geciteerd in Hyper-imperialism – A decadent new stage, TriContinental, jan-2024):
“We weten dat ze over terrorisme praten, maar zij zijn de helden van het terrorisme. De imperialistische macht overal ter wereld, in Irak, in Syrië, in verschillende landen… bereidt zich voor op een aanval op China. Alles wat ze over terrorisme zeggen, blijkt uiteindelijk over hen te gaan. Mensen hebben het recht zich met alle mogelijke middelen te verzetten, inclusief de gewapende strijd.
Dit staat in het Handvest van de Verenigde Naties. Ze schenden dus de rechten van mensen op verzet, omdat het hun recht is hun vrijheid te herstellen. En dit is, en ik zeg het altijd, een fundamentele wet: waar repressie is, is verzet. Mensen zullen niet leven onder bezetting en repressie. De geschiedenis heeft ons geleerd dat wanneer mensen zich verzetten, ze hun waardigheid en hun land kunnen behouden.”.
Een ander voorbeeld vormen de boeken van Peter Gelderloos over geweldloos of niet-geweldloos verzet:
How Nonviolence Protects the State, 2007;
The Failure of Nonviolence: From the Arab Spring to Occupy, 2013 en
They Will Beat the Memory Out of Us: Forcing Nonviolence on Forgetful Movements, 2024.
Daarom is het voorstel een beperking van de vrijheid van meningsuiting omdat de discussie ernstig wordt verstoord. In het debat zal rekening moeten worden gehouden met de op dat moment heersende overheid, en zelfs in de geschiedschrijving zal rekening moeten worden gehouden met zogenaamde verheerlijking van terrorisme. Denk bijvoorbeeld aan het verzet in de tweede wereldoorlog, het verzet van het ANC in Zuid Afrika en zelfs aan de slavenopstand in 1763 in de Hollandse kolonie Berbice. En het Verzetsmuseum in Amsterdam mag ook wel oppassen.