De fascistische repressie van het nieuwe “antisemitismeplan”
“Vanaf 2025 steekt het kabinet 4,5 miljoen euro per jaar in de bestrijding van antisemitisme. Daarnaast wil het harde maatregelen zoals het intrekken van het Nederlanderschap bij antisemitisch geweld combineren met preventie en onderwijs. Dat staat in de antisemitismestrategie van het kabinet tegen het opkomend antisemitisme in Nederland”, aldus de NOS vandaag. We wisten al dat het ging komen en dat het slecht zou zijn. Maar het op papier zien is een nieuwe klap in het gezicht. Onder het mom van bestrijding van antisemitisme wordt een pakket aan maatregelen voorgesteld dat vooral vrijheid inperkt.
Al in de inleiding van het plan zien we waar het misgaat: hoe wordt gekeken naar antisemitisme? Het stuk geeft een beschamend korte samenvatting van antisemitisme, met als extreem dieptepunt de Holocaust. Vervolgens gaat het meteen door naar de actualiteit.
Zelf zou ik daar wel meer ruimte aan hebben gewijd. Niet alleen aan de Holocaust, maar ook aan de wijze waarop Nederlanders hieraan hebben bijgedragen, en hoe Joden na de Holocaust in Nederland zijn ‘ontvangen’. Maar dat is niet het kabinetsframe.
Het kabinet wil namelijk vooral de link leggen met de aanval van Hamas en de “daaropvolgende gewelddadigheden”. Zelfs na het arrestatiebevel weigert de staat het te noemen wat het is: een opeenvolging van Israëlische oorlogsmisdrijven die leidt tot genocide.
Ook nadat Halsema is teruggekomen op de beschrijving van de avond als een “pogrom”, en ook nu het steeds duidelijker is geworden dat de Maccabi-fans zelf het geweld hebben veroorzaakt, blijft het kabinet bij haar reeds ontkrachtte versie van de gebeurtenissen.
En de reden waarom komt al snel naar voren. Het kabinet wil antisemitisme vooral in de schoenen schuiven van “extreem-links” en de moslimgemeenschap. Met extreem-rechts erbij, ook al wordt daar geen voorbeeld van gegeven, om een schijn van politieke neutraliteit te wekken.
Hierdoor wordt compleet voorbij gegaan aan de rol van “alledaags antisemitisme”: antisemitisme en racisme in de voetbalwereld, bijvoorbeeld. Antisemitisme is een probleem van de gehele Nederlandse samenleving, maar dat probeert het kabinet nu af te kopen.
Dat maakt de lachwekkende oproep om “in verbinding te blijven” zo scheef. Eerst een compleet verkeerde en islamofobe lezing van de gebeurtenissen geven om de moslimgemeenschap in een hoek te drukken, om vervolgens op te roepen tot “verbinding”. Hoe dan ook, dan komen de maatregelen.
Het eerste voorstel is een Taskforce Bestrijding Antisemitisme. Volgens het plan moet de Taskforce zich bijna alleen richten op demonstraties: de sit-ins op stations en demonstraties op universiteiten, en de sprekers die daarbij horen.
De regeringspartijen willen deze demonstraties al langer aanpakken onder het mom van “antisemitisme”, ook al is er nog niet één melding geweest van antisemitisme bij de demonstraties of sit-ins. Desondanks wenst de VVD al heel lang een verbod.
Dit is simpelweg gericht op het verdacht maken en criminaliseren van kritiek op Israël, want dat is waar die demonstraties en sit-ins om gingen. Kritiek op Israël kán antisemitisch zijn, maar niet op zichzelf. Kritiek op Israël is een legitiem standpunt.
En de verwijzing naar “antisemitische sprekers” op universiteiten gaat zonder twijfel over Mohammed Khatib, een voorpersoon van de Palestijnse organisatie Samidoun. Deze organisatie organiseert solidariteit met politieke gevangenen, waarover later meer.
Antisemitisme in het voetbal en antisemitisme in de gevestigde politiek, waaronder Wilders en zijn PVV, worden niet genoemd als onderwerp van zorg. Terwijl daar juist wél ernstige aantijgingen zijn van antisemitisme, dicht bij Nederlandse machthebbers.
Ook zorgwekkend zijn de organisaties die in de Taskforce worden betrokken. Onderwijs, cultuur, OV-sector… Ze worden voor het politieke karretje van de regering gespannen. Dit soort onderwerping van organisaties aan de regering heet “gelijkschakeling“.
De tweede maatregel is een strafbaarstelling van “verheerlijking van terrorisme”. Of: een verbod op wat de regering ziet als terrorisme. Het ontkennen dat een organisatie terroristisch is, kan ook worden gezien als verheerlijking. Dit is een gevaar voor de vrije meningsuiting.
Het cynisme van dit voorstel is onmiskenbaar. Het verbieden van “terrorismeverheerlijking” was al een doel van de regering. Dat kunnen ze nu legitimeren als middel tegen antisemitisme, al is hun enige argument dat “terroristen soms antisemitisch zijn”.
En laat er geen twijfel bestaan over hoe de regering dit middel wil inzetten. Regeringspartijen noemden het uitdelen van watermeloenen in de Tweede Kamer door de Partij voor de Dieren al antisemitisch en het verheerlijken van Hamas. Is de watermeloen straks een verboden vrucht?
Een volgende maatregel is de strafverzwaringsgrond voor discriminatoire misdrijven. Als anarchist zie ik weinig heil in ons huidige strafrechtelijke systeem, maar op het eerste gezicht lijkt dit niet zo schadelijk. Tot je herinnert dat watermeloenen blijkbaar antisemitisch zijn.
Wat is dan precies antisemitisme? Daarvoor heeft de regering ook een voorstel: de IHRA-definitie wordt leidend voor het kabinet. Dit lijkt een procedurepunt, maar is wellicht een van de gevaarlijkste voorstellen die het kabinet in dit plan heeft gestopt.
De IHRA-definitie van antisemitisme wordt namelijk ernstig bekritiseerd, vooral omdat legitieme kritiek op de staat Israël onder deze definitie als antisemitisch kan worden gezien. Precies het gevaar dat hierboven wordt omgeschreven.
En ja, kritiek op Israël kan antisemitisch zijn, bijvoorbeeld als Israël wordt gezien als onderdeel van een “Joods complot” of als Joden als groep of individu verantwoordelijk worden gehouden voor het handelen van Israël.
Echter, de IHRA-voorbeelden stellen ook dat het antisemitisch is om te stellen dat de staat Israël racistisch is, maar dat soort kritiek kan juist legitiem zijn. Het Internationaal Gerechtshof heeft bijvoorbeeld vastgesteld dat Israël een apartheidsstaat is.
Als dit de werkdefinitie wordt van antisemitisme, dan staat dat mogelijk gelijk aan een verbodsbepaling op kritiek op de staat Israël. Dit, terwijl Israël zich schuldig maakt aan een apartheidsregime en openlijk oorlogsmisdrijven pleegt in Palestina.
Ook wordt gewerkt aan een uitgebreide gegevensvergaring door de politie in het openbare orde-domein. Dit wordt een “modernisering” genoemd, vooral omdat de regering een inperking van politiebevoegdheden als “ouderwets” ziet. Maar die beperkingen zijn juist belangrijk.
Ons huidige systeem geeft de politie (te) veel bevoegdheden om gegevens te vergaren in het kader van opsporing van misdrijven. Daarbuiten zou de politie niet veel mogen, ook al gebeurt het in de praktijk wel. Dit voorstel breekt dat gesloten systeem open.
Dat wordt verhuld door termen als “openbare orde-domein”, maar een leek kan die term vervangen door “alles”. Voor de politie is alles een openbare orde-vraagstuk. De uitbreiding van gegevensvergaring op dit terrein betekent simpelweg dat de politie meer mag bespioneren.
Dat creëert simpelweg een geheime politie, iets waar we in Nederland nu al veel last van hebben, laat staan als deze handelswijze in de wet wordt gecodificeerd. Zeker in het demonstratierecht, zoals Amnesty in dit rapport omschrijft.
De echte gure maatregelen komen nu, zoals het intrekken van het Nederlanderschap. Dit wil de regering gebruiken bij “antisemitische misdrijven”. Dat gaat dus heel ver als je de IHRA-definitie gebruikt. Ook is het een inherent discriminatoire maatregel.
Het maakt namelijk onderscheid tussen mensen op basis van nationaliteit. Ik heb maar één paspoort, dus mijn nationaliteit kan niet worden afgepakt. Maar veel Nederlanders met een Marokkaanse achtergrond hebben een dubbel paspoort, omdat Marokko die bijna automatisch verstrekt.
Deze maatregel raakt dus vooral mensen met een migratieachtergrond, en maakt van hen tweederangsburgers die altijd voor hun Nederlandse nationaliteit en dus voor hun burgerrechten moeten vrezen. Het is racisme ten top en verzwakt ieders rechten.
Dan komen we (weer) bij het demonstratierecht, dat de regering ook al langer wil aanpakken. Ook hierbij hangt de regering het opportunistisch aan antisemitisme, zonder dat er ook maar enige link is tussen demonstraties en antisemitisme. Maar het komt de regering mooi uit.
Onderdeel hiervan is een verbod op gezichtsbedekkende kleding voor demonstranten. Gezien in het licht van de eerdere bepalingen over de uitbreiding van surveillance door de politie is dit heel zorgelijk, en ook bedoeld om de politie meer macht te geven over demonstranten.
Het plan stelt ook voor om Samidoun en “soortgelijke organisaties” te verbieden. Ook hier gaat het om het criminaliseren van kritiek op Israël. Samidoun zet zich in voor politieke gevangenen van Israël, en wordt daardoor verdacht gemaakt door rechtse partijen.
Ook wil de staat geld intrekken van organisaties met een “antisemitisch karakter”, waarschijnlijk in het licht van de IHRA-definitie. Dus ook hier: kritiek op Israël kan je je subsidie kosten.
Dan wil ik afsluiten met een laatste concrete punt: het aanscherpen van de VOG’s (Verklaring Omtrent het Gedrag) voor taxichauffeurs. Dit is duidelijk een steek richting de taxichauffeurs die op 8 november het geweld van Maccabi-supporters tegen andere taxichauffeurs hebben gefilmd.
De conclusie die taxichauffeurs, en andere beroepsgroepen, moeten trekken is dat kritiek op het regeringsframe duur wordt betaald. Op wat voor manier de regering dit ook maar kan bewerkstelligen. Ook al is dat via de VOG.
Ik zou het kinderachtig noemen, als het niet zo overduidelijk fascistisch was. Het is de cult van actie, de theaterpolitiek: actie-reactie, waarbij elk incident een aanleiding is voor nieuwe inperkingen van fundamentele vrijheden.
Fascisten in de regering, weg ermee!
Bo Salomons
(Dit artikel verscheen eerder als draadje op Twitter.)
Dank voor de zeer uitvoerige info. Wat een griezelig en disfunctioneel perspectief. Ik vraag me nog af hoe de andere politieke partijen hier tegenaan kijken.