De nederlaag van Israël en het opbloeien van het Palestijnse zelfbewustzijn

Tientallen jaren lang was de heersende opvatting dat de “oplossing” voor de Israëlische bezetting van Palestina lag in een goed georganiseerd onderhandelingsproces. “Alleen dialoog kan vrede brengen”, herhaalden politici, geleerden en de media tot vervelens toe. Deze opvatting vormde de basis van de Oslo-akkoorden (1993-1995) tussen de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) van Yasser Arafat en de Israëlische regering. Op zich is er natuurlijk niets tegen “dialoog” of zelfs “pijnlijke compromissen” om “vrede” te bereiken. Maar voor Israël en de VS betekenden “vrede” onderdanige Palestijnse leiders, in plaats van toepassing van het internationaal recht, zoals vastgesteld door de Verenigde Naties. En Israël was alleen bereid tot “dialoog’ als de PLO zou stoppen met “terrorisme” – lees: gewapend verzet –, en ermee in zou stemmen dat Israël een Joodse staat werd.
Pas toen de PLO met deze twee voorwaarden had ingestemd, was Israël bereid tot onderhandelingen. Uiteindelijk leverde Oslo de Palestijnen niets anders op dan een hele serie eenzijdige concessies die voor hen nadelig waren. Weliswaar erkende Israël de Palestijnse Autoriteit (PA), maar na verloop van tijd corrumpeerde die tot loopjongen van de Israëlische bezetters.
Israël hield zich verder aan god noch gebod. Het viel Palestijnse steden binnen, richtte bloedbaden aan, belegerde Gaza, vermoordde activisten en sloot Palestijnen – waaronder vrouwen en kinderen – massaal op in gevangenissen. In feite kwam de periode van “dialoog”, “vrede” en “pijnlijke compromissen” in de praktijk neer op inlijving van nog meer Palestijnse gebieden.
Gaza als de grote uitzondering
In deze periode vonden veel mensen dat geweld onaanvaardbaar was, waarmee ze dan uitsluitend het gewapende verzet van de Palestijnen tegen het onbeperkte Israëlische geweld bedoelden. Mahmoud Abbas, de president van de Palestijns Autoriteit, noemde het gewelddadige verzet in 2008 “nutteloos” en werkte met het Israëlische leger samen om elke vorm van weerstand tegen Israël, gewapend of geweldloos, te onderdrukken.
Gaza bleef echter altijd de grote uitzondering. Al sinds het begin van de jaren vijftig waren er gewapende opstanden in de Gazastrook van Fedayeen (vrijheidsstrijders) en later van verschillende socialistische en islamistische verzetsgroepen. Het is Israël en de Palestijnse Autoriteit nooit gelukt om de Gazastrook volledig onder controle te krijgen. Er zijn daar altijd gewapende groepen blijven bestaan, zoals bijvoorbeeld Hamas.
In 2006 veroverde Hamas een meerderheid van de zetels in de Palestijnse Wetgevende Raad, een onverwachte wending die Israël, de Verenigde Staten en andere westerse en Arabische bondgenoten woedend maakte. Die waren bang dat deze verkiezingsoverwinning zou leiden tot een grote opstand in de bezette gebieden. Daarom verscherpte Israël zijn blokkade van de Gazastrook door nog meer essentiële zaken niet langer toe te laten. Dat leidde tot een verschrikkelijke humanitaire crisis, maar Gaza weigerde zich over te geven. Zodoende nam Israël in 2008 zijn toevlucht tot een serie echte, weliswaar korte, oorlogen, bijvoorbeeld in december 2008, januari 2009, november 2012, juli en augustus 2014, en mei 2021. Deze gewelddadigheden leidden tot de dood en verwonding van tienduizenden mensen, voornamelijk van niet-strijders.
Ondanks de meedogenloze belegering en de enorme verwoestingen door de reeks oorlogen en ondanks alle druk van de Verenigde Staten en andere westerse en Arabische landen wisten de Palestijnen van de Gazastrook op de een of andere manier stand te houden en zich zelfs te herstellen. Zij bouwden de vernielde woningen opnieuw op met nog bruikbare stukken puin en de verzetsgroepen vulden hun wapenvoorraden aan, vaak met niet-ontplofte Israëlische munitie.
De breuk van 7 oktober
De aanval van Hamas op 7 oktober, bekend als Operatie Al-Aqsa-storm, betekende een belangrijke breuk met de gebruikelijke gang van zaken. Voor de Palestijnen was die het absolute hoogtepunt van hun gewapende strijd, die begin jaren vijftig was begonnen. Voor hen was het een duidelijke boodschap aan Israël dat de regels van het spel onherroepelijk waren veranderd, dat de belegerde Palestijnen weigerden zich te onderwerpen, en dat ze genoeg hadden van hun rol als slachtoffers.
Voor Israël was deze gebeurtenis een vreselijke schok. Het bracht aan het licht dat zijn veelgeprezen leger en inlichtingendienst ernstig tekort waren geschoten, en dat de regering de kracht van de Palestijnse organisaties volledig verkeerd had ingeschat.
Tijdens de eerste regering-Trump waren de contacten van Israël met een aantal Arabische landen verbeterd. De Palestijnse kwestie was nu onbelangrijk geworden voor Israël, temeer omdat het de Palestijnse leiders op de Westelijke Jordaanoever onder controle had en Gaza belegerd was. De Israëlische premier Benjamin Netanyahu kon zich nu volledig wijden aan zijn droom om zijn lange politieke carrière af te sluiten met een flinke versterking van Israëls positie in het Midden-Oosten.
Toen zijn plannen door de 7 oktober-actie van Hamas in duigen vielen, was Netanyahu woedend en gedesoriënteerd, maar ook vastbesloten om de positie die Israël voor de aanval had, terug te veroveren. Daarom begon hij een massamoordcampagne, die in de loop van twee jaar uitmondde in een van de ergste genocides in de geschiedenis van de mensheid. Het systematisch doden van Palestijnen in Gaza, en Israëls openlijke wens om de overlevenden te verjagen, toonden de wereld het gewelddadige karakter van het zionisme om in het hart van het Midden-Oosten een Joodse staat op te richten. Dit opende de ogen van veel mensen in het westen van de wereld.
Verzet, veerkracht en nederlaag
Maar de grootste angst van Israël, en ook van de VS en verschillende Arabische landen, is het vooruitzicht dat het verzet, met name het gewapende verzet, opnieuw zou kunnen opduiken in Palestina, en misschien zelfs in het hele Midden-Oosten. Dit bedreigt alle ondemocratische, autoritaire regimes in deze regio. De acties van Hezbollah in Libanon en Ansarallah in Jemen (*) versterkten deze angst aanzienlijk, en stimuleerden de Amerikanen om in te grijpen.
Maar het lukte Israël en zijn bondgenoten niet om Gaza eronder te krijgen, dankzij de legendarische “sumud” (standvastigheid, veerkracht) van de Palestijnse bevolking, en dankzij de dapperheid van het verzet, dat erin slaagde meer dan tweeduizend Israëlische militaire voertuigen te vernietigen, waaronder honderden van de trots van Israëls militaire industrie: de Merkava-tank.
Geen enkel Arabisch leger is erin geslaagd om Israël gedurende zijn bijna tachtigjarige gewelddadige bestaan zoveel militaire, politieke en financiële schade toe te brengen. Hoewel Israël, de VS, sommige Arabische landen en de Palestijnse Autoriteit blijven eisen dat de Palestijnse verzetsgroepen de wapens neerleggen, ziet het er niet naar uit dat die dit ook werkelijk gaan doen. Israël heeft in twee jaar tijd meer dan 200.000 ton explosieven op Gaza gegooid om dat doel te bereiken, en het heeft gefaald. Het is niet erg waarschijnlijk dat het nu een dergelijk doel alleen door middel van politieke en economische druk kan bereiken.
Volgens heel wat Israëlische historici en gepensioneerde generaals is Israël in Gaza definitief verslagen, terwijl de Palestijnen er in geslaagd zijn om hun eis tot onafhankelijkheid onder de aandacht van de wereld te brengen. Daarnaast hebben zij aangetoond dat de combinatie van verschillende vormen van verzet een succesvolle strategie is tegen het Israëlische kolonialisme en het westerse imperialisme.
Dit verklaart de grote angst dat de nederlaag van Israël in Gaza de machtsverhoudingen in het Midden-Oosten fundamenteel zou kunnen veranderen. Hoewel de VS en hun westerse en Arabische bondgenoten zullen blijven onderhandelen om de Oslo-akkoorden met behulp van de negentigjarige Palestijnse leider Abbas nieuw leven in te blazen, zal dat door de genocide waarschijnlijk niet lukken.
Tot slot: we hebben de Palestijnse overwinning in Gaza in de eerste plaats te danken aan de Palestijnse bevolking, hun onverzettelijkheid en hun onderlinge samenwerking ondanks al hun verschillende levensvisies en politieke ideeën. Verder moeten we het huidige staakt-het-vuren in Gaza niet zien als een “vredesplan”. Het is slechts een pauze in de genocide, omdat er zeker nog een volgende ronde van conflicten zal volgen, waarbij er veel afhangt van wat er de komende maanden en jaren op de Westelijke Jordaanoever en verder in het Midden-Oosten gaat plaatsvinden.
Ramzy Baroud
Het oorspronkelijke artikel “The Defeat of Israel and the Rebirth of Palestinian Agency” verscheen half oktober op Z. Vertaling en bewerking: Jan Paul Smit.
(*) Noot van de redactie. De auteur suggereert hier dat de islamistische organisaties “Hezbollah in Libanon en Ansarallah in Jemen” onderdeel uit zouden maken van een Midden-Oosten breed verzet tegen “alle ondemocratische, autoritaire regimes in deze regio”, terwijl ze in werkelijkheid zelf lokaal onderdrukkende regimes vormen, veelal ondersteund door het eveneens “ondemocratische, autoritaire” Iran.

Ik vraag me af of de overlevende Palestijnen in Gaza, en de Palestijnse bevolking die doelwit is van steeds zwaardere Israëlische terreur, ook het gevoel heeft dat Israël “definitief verslagen”is, en dat er sprake is van een “Palestijnse overwinning” waar Baroud het over heeft.
Ik denk ook dat Baroud het doel van de Israëlische genocide-operatie verkeerd inschat. Hij schrijft: “Hoewel Israël, de VS, sommige Arabische landen en de Palestijnse Autoriteit blijven eisen dat de Palestijnse verzetsgroepen de wapens neerleggen, ziet het er niet naar uit dat die dit ook werkelijk gaan doen. Israël heeft in twee jaar tijd meer dan 200.000 ton explosieven op Gaza gegooid om dat doel te bereiken, en het heeft gefaald. Het is niet erg waarschijnlijk dat het nu een dergelijk doel alleen door middel van politieke en economische druk kan bereiken.” Maar volgens mij is het ontwapenen en verslaan van gewapende strijdgroepen niet het kerndoel van Israël (net zo min als die gijzelaars het kerndoel waren). Het kerndoel is: Gaza zo onleefbaar maken dat de complete etnische zuivering van het gebied naderbij komt. Hamas etc. zijn voorwendsel vor de vernietiging van Gaza, haar samenlkeving en hara Palestijnse bewoners. Dat er in de ruïnes nog geruime tijd kleine groepjes gewapende Palestijnse strijders rondtrekken, is bijzaak. Die kunnen zelfs prima dienen als excuus om de genocidale operaties weer op te voeren. Maar het gaat Israël niet om het uitschakelen van strijdgroepen, het gaat om het etnisch zuiveren van Gaza – en de Westoever. Het “definitief verslagen” Israel gaat daar na die “Palestijnse overwinning” gewoon mee door, in wisselend tempo, en terwijl de wereld inmiddels haar aandacht aan het verplaatsen is.
Kortom, ik vind dat Baroud een merkwaardig triomfalistisch stuk heeft geschreven, wellicht op basis van de behoefte toch nog wat positiefs te ontwaren in een overweegend rampzalige situatie, om niet totaal de moed te verliezen. Maar aan on gefunderd optimisme hebben we minder dan niets.