De laster en daaropvolgende draaikonterij van het Leidse CU-raadslid Mart Keuning

De Leidse ChristenUnie-fractievoorzitter Mart Keuning.
De Leidse ChristenUnie-fractievoorzitter Mart Keuning.

Het Leidse ChristenUnie-raadslid Mart Keuning beschuldigde Doorbraak eind vorig jaar in de raad onder meer van “intimidatie”. Van hem moest het SP-raadslid Natalie Wanga, die ook zeer kritisch is op dwangarbeid, daarom afstand nemen van ons. Dat was niet alleen laster van Keuning, maar ook hypocrisie. Want een week eerder hadden wij nog met hem in zijn werkkamer overlegd over steun aan geïllegaliseerde vluchtelingen en migranten. Wij zijn de voortdurende ongefundeerde laster van de gemeente, de directie van het Leidse dwangarbeidcentrum DZB en nu dus ook raadsleden, inmiddels goed zat. Daarom hebben we besloten om er paal en perk aan te gaan stellen, en lasteraars voortaan per direct ter verantwoording te roepen. We begonnen met een brief aan Keuning die uitmondde in een gênante briefwisseling vol draaikonterij.

Twee weken geleden werden we weer eens zwaar bedreigd door een medewerker van het dwangarbeidcentrum, toen we daar kwamen praten met uitkeringsgerechtigden. De directie van het centrum en de gemeente doen echter al geruime tijd voorkomen alsof wij degenen zijn die mensen lopen te bedreigen. Ze belasteren ons op die manier in de media en in raads- en commissievergaderingen. Maar ook bij hoorzittingen en kort gedingen in het kader van bezwaarprocedures die we hebben aangespannen in WOB-procedures en tegen de absurde beperkingen die de Leidse burgemeester Henri Lenferink steevast op wil leggen aan onze activiteiten. Zo probeert men onze strijd tegen dwangarbeid te dwarsbomen.

De gemeente beweert meerdere keren aangifte tegen ons te hebben gedaan, maar wij hebben nog nooit iets te horen gekregen van de politie. Integendeel, waar de gemeente ons voortdurend afschildert als intimiderende actievoerders die sterk ingeperkt moeten worden, legt de politie ons in de praktijk geen strobreed in de weg. Agenten verklaren dat onze activiteiten altijd zonder incidenten verlopen. De verzinsels die de gemeente en de directie over ons verspreiden, hebben geen enkele grond, maar ze blijven wel rondzingen. En dat is natuurlijk ook de bedoeling.

Integriteit

Lange tijd hebben we gedacht om het er maar bij te laten zitten. Het leidt immers alleen maar af van de strijd tegen dwangarbeid. En als we het al over bedreigingen willen hebben, dan moet het gaan over de bedreiging van de bestaanszekerheid van uitkeringsgerechtigden door de gemeente, onder meer als ze niet gratis willen werken. Bovendien is het moeilijk een discussie te winnen die begint met: “Ze zeggen dat wij mensen bedreigen”. Immers, door over onszelf te praten in termen van “bedreigers” hebben we al bij voorbaat verloren. Dan zaaien we zelf twijfel over onze integriteit.

Aan de andere kant gebruikt de gemeente het frame dat wij bedreigers zouden zijn, vaak met succes tegen ons in onze bezwaarprocedures. En het blijft hoe dan ook rondzingen, bijvoorbeeld in de gemeenteraad. Daarom hebben we onlangs besloten om er toch maar op in te gaan, en de strijd aan te binden met degenen die ons belasteren. Beweert iemand iets ongefundeerds over ons, dan roepen we hem of haar voortaan ter verantwoording. Om te beginnen dus ChristenUnie-fractievoorzitter Mart Keuning. Eind januari schreven we hem deze vriendelijke doch dringende brief:

Wij hadden met u op 7 november vorig jaar een gesprek in uw werkkamer op het stadhuis over de opvang van illegalen. Daarna is er in de raad een en ander gebeurd waardoor wij met een aantal vragen zijn blijven zitten. Nauwelijks een week na ons gesprek zei u op 13 november in de raadscommissie Werk en middelen over ons en de Socialistische Partij: “Met verbazing heeft de ChristenUnie kennis genomen van een nieuwe steunbetuiging van een van onze collega’s in de commissie aan de organisatie Doorbraak. Deze club heeft een inmiddels lange traditie van niet alleen protest, maar ook een ronduit onsmakelijke, agressieve stijl in het benaderen van mensen en ook van intimidatie. Wat vindt de wethouder er eigenlijk van dat haar coalitiepartner zich solidair verklaart met deze club? Hoe is dat te verkopen aan die ontzettend kwetsbare doelgroep in deze stad? En hoe weegt de wethouder dat, dat haar coalitiepartner zich verwant verklaart aan verenigingen die wat wij hier bespreken continu framen als dwangarbeid. Komt dat volgens het college de uitvoering ten goede? Graag gaan we daarover met de commissie en de wethouder in gesprek.”

Wij zijn van mening dat het een groot goed is als volksvertegenwoordigers contact onderhouden met actieve mensen in de samenleving, en daarom zijn we zowel met u als de SP in gesprek. Doorbraak heeft het afgelopen jaar contact gehouden en soms nauw samengewerkt met raadsleden (bijvoorbeeld in Amsterdam), en op sommige van onze acties en bijeenkomsten spreken ook raadsleden of Kamerleden (bijvoorbeeld Sadet Karabulut van de SP).

Naar aanleiding van uw uitspraken in de raad zouden wij u de volgende vragen willen stellen:
1. Hoe kunt u het rijmen om de ene week met ons samen te praten over hoe illegalen het beste te steunen, om de volgende week een ander raadslid ervan te beschuldigen met ons te praten over het steunen van baanlozen?
2. U kwam in de raad met een aantal negatieve kwalificaties over ons, zoals “agressieve stijl” en “intimidatie”. Graag zouden wij zien dat u de feiten op tafel legt op basis waarvan u ons deze kwalificaties toeschrijft. We herkennen ons daar namelijk helemaal niet in.
3. U hebt het over “die ontzettend kwetsbare doelgroep in deze stad”. Realiseert u zich dat wij daar ook deel van uitmaken? Dat een flink deel van onze leden via Doorbraak voor zichzelf opkomt? En dat u met uw negatieve kwalificaties dat voor zichzelf opkomen voor dit deel van die “kwetsbare doelgroep” juist belemmert?

In zijn antwoord ging het raadslid niet in op onze vragen:

Zoals ik destijds in het gesprek al naar voren bracht, zijn er zaken waar ik met jullie stevig over van mening verschil, en is de problematiek rond ongedocumenteerden een issue waar we elkaar vinden. Het is goed om op die thema’s samenwerking te vinden. In dit specifieke geval ging het over de tegenprestatie, een zaak waar we dan weer over van mening verschillen. Dat verschil zit hem in mijn beleving vooral in toon en intensiteit. Omdat de SP-fractie meedoet met een college dat de verplichte tegenprestatie invoert, en zich tegelijkertijd verwant verklaart met Doorbraak, waarvan ik de toon en methoden in dit debat inderdaad sterk afkeur, wilde ik van de SP-fractie weten waar ze nu precies staan. Dat was de aanleiding voor de vragen. Ook eerder hebben we ons overigens sterk tegenstander verklaard van de bewoordingen en methoden van Doorbraak in dit dossier, daar is dus geen verandering. Nogmaals, wat mij betreft hoeft dat niet in de weg te staan om in thema’s waarin we elkaar wel vinden in gesprek te zijn over wat Leiden nodig heeft en hoe we daar tegenaan kijken.

Voor alle duidelijkheid: SP-raadslid Wanga heeft zich nooit “verwant verklaard” met Doorbraak, maar is wel een van de weinigen in de raad die zich keert tegen “werken zonder loon”. Maar daar ging het ons niet om. Vandaar dat we Keuning nogmaals schreven, verwijzend naar zijn teleurstellende antwoordbrief.

Helaas heeft u daarin nog geen antwoord gegeven op onze belangrijkste vraag: waar u het precies vandaan haalt dat wij mensen zouden intimideren. Dat is namelijk nogal een aantijging, waarvoor u noch in de raad noch in uw reactie enig bewijs levert. Daardoor krijgt het in onze ogen iets weg van laster. Het gaat immers om een beschuldiging die wat ons betreft in fatsoenlijk sociaal verkeer niet snel gedaan moet worden, tenzij er bewijs is natuurlijk. Nu zijn er in onze ogen twee mogelijkheden.

1. Of u meent werkelijk dat wij mensen (wie dan?) intimideren en agressief benaderen. Dan is het merkwaardig dat u met ons gewoon om tafel gaat zitten. We zijn immers precies dezelfde mensen waarmee u het contact van de SP afkeurde in de raad.
2. Of u weet eigenlijk wel beter, en gebruikt ongefundeerde laster aan ons adres voor een politiek spelletje ten aanzien van de SP. Het kan goed zijn dat de omgangsmanieren in de raad nu eenmaal zo zijn, dat weten wij verder niet en wij houden ons daar graag verre van. Maar wij vinden het onacceptabel om een speelbal te zijn bij zulke in onze ogen onsmakelijke onderlinge spelletjes. Dat gaat namelijk ten koste van onze reputatie en daarmee van onze speelruimte onder meer bij de huidige besprekingen rond de opvang van mensen zonder papieren in Leiden.

Wij willen het hier niet bij laten zitten en willen graag van u duidelijkheid. Kort gezegd: wat ons betreft komt u met bewijs voor uw aantijgingen of u neemt uw beschuldigen terug.

Maar hij bleef ontwijken:

Lees zelf je website nog eens even na hoe je over iedereen schrijft die het niet met je eens is, in het bijzonder waar het gaat over de tegenprestatie. Dat is intimidatie. Zoals gezegd werk ik altijd met iedereen samen waar dat in mijn ogen de stad vooruit helpt. We hebben daarbij de gewoonte ook, maar misschien wel vooral, te praten met mensen waar we het mee oneens zijn, in de overtuiging dat tegenspraak leidt tot betere standpunten en besluiten.

Wij lieten het er niet bij zitten:

Graag zouden we tóch van u vernemen wie we dan volgens u in welke passages in welke artikelen zouden intimideren. U probeert zich er als een Jantje van Leiden vanaf te maken door in het algemeen te verwijzen naar een website met enkele duizenden artikelen. De bewijslast voor uw beschuldiging ligt bij u. Wie een ander belastert, moet daarvoor gewoon een bewijs op tafel leggen, en anders zijn woorden terugnemen. Dat lijkt me de fatsoenlijke manier van omgaan met elkaar.

Nogmaals, wij intimideren geen mensen, en u zal daar tevergeefs naar zoeken op onze website. Wel zijn wij zelf meer dan eens geïntimideerd door medewerkers van de DZB, zodanig zelfs dat een keer de politie erbij moest komen om ons tegen hen te beschermen. Het ligt ook voor de hand dat als wij mensen zouden hebben geïntimideerd, dat we dan voor de rechter waren gedaagd en veroordeeld zouden zijn. Zolang dat niet gebeurt, lijkt het me niet aan u om ons zonder een spoor van bewijs openbaar te veroordelen in de gemeenteraad.

Het zou u sieren als u nu gewoon toegaf dat u er naast zit, dat u ook wel weet dat wij niemand intimideren, omdat u anders ook niet met ons om tafel was gaan zitten. Het is ons overduidelijk dat u probeert daar omheen te draaien. En dat u ons hebt misbruikt bij een opzetje tegen de SP. U schrijft ons nu dat u ook praat met critici (ons dus in dit geval), maar u maakte er in de raad een groot punt van dat de SP dat eveneens doet. Dat kan toch gewoon niet? Ik zou het erg op prijs stellen als u ons nu met open vizier tegemoet zou treden.

Waarop hij weer in het vage bleef:

U wilt een open vizier, maar heeft uw conclusies al getrokken. Ik moet mijn ongelijk aan u toegeven, zegt u, waarmee mijn argumentatie er niet meer toe doet. Mijn argumentatie vindt u in mijn vorige e-mail aan u, daar leest u waarom en wat ik intimidatie vind. Dat blijf ik overigens vinden. Met iemand praten (en zoals gezegd, dat doe ik met iedereen) is iets anders dan je aan een groep liëren of solidair verklaren. En ja, ik wilde graag van de SP weten waar ze stonden, als ze zich aan de ene kant met u solidair verklaren en aan de andere kant de tegenprestatie invoeren, lijkt me dat een uitleg waard. U noemt dat een opzetje, ik noem dat verantwoording afleggen over je standpunten, of daar duidelijkheid over geven. Daar zult u mij niet te beroerd voor zien, dat is onderdeel van het democratisch proces.

Nogmaals: de SP-heeft zich niet aan ons gelieerd of zich met Doorbraak solidair verklaard. En mocht hij het in gesprek gaan met iemand “liëren of solidair verklaren” achten, dan heeft hij dat zelf ook gedaan met ons. Maar dat was het punt niet. Daarom opnieuw een reactie. Omdat hij overduidelijk niet wilde ingaan op de laster, formuleerden we het nog iets scherper.

Ik raad u aan mijn vorige e-mail te herlezen. De conclusie die ik trek, is inderdaad dat u ongelijk hebt. U mag het hier ook zeker mee oneens zijn. Maar wat ik wel van u vraag, is om uw beschuldiging te onderbouwen. Als u dat niet kunt, dan vraag ik u die beschuldiging in te trekken. Zoals ik in mijn vorige e-mail al stelde: dat is een fatsoenlijke manier van omgang met elkaar. U stelt dat u de onderbouwing al geleverd hebt door daarover op te merken: ‘Lees zelf je website nog eens even na hoe je over iedereen schrijft die het niet met je eens is, in het bijzonder waar het gaat over de tegenprestatie. Dat is intimidatie.’

U hebt echter nog niet kunnen of willen aangeven welke passages er volgens u intimiderend zouden zijn. U verwijst noch naar een specifiek artikel, noch naar een specifieke passage uit een artikel dat volgens u intimiderend zou zijn. Laat staan dat u enige onderbouwing geeft waarom dit volgens u intimiderend zou zijn. Dat is voor ons een ontoereikend antwoord. Zeker gezien de beschuldiging die u tegen ons uit en de gevolgen die zulke beschuldigingen hebben of zouden kunnen hebben voor een organisatie als de onze.

Ik heb sterk de indruk dat u onze website en eventuele artikelen die volgens u intimiderend zouden zijn, niet eens heeft gelezen, of in elk geval lang niet voldoende. Als wij u naar onderbouwing van uw beschuldiging vragen, dan blijft u om de hete brij heendraaien. Het lijkt erop dat u enkel herhaalt wat u in de wandelgangen van de gemeenteraad of elders te horen hebt gekregen.

Het maken van een zware beschuldiging, zoals deze, is iets waar wij en ook anderen een fatsoenlijke onderbouwing voor mogen verwachten. Dat mogen we zelfs van u eisen. U wilt deze onderbouwing niet leveren. Door mee te gaan in de vage lasterlijke beschuldiging van intimidatie die ook vanuit de gemeente, de burgemeester en de DZB naar ons toe wordt gedaan, zorgt u ervoor dat wij in een kwaad daglicht worden gesteld en werkt u mee aan het criminaliseren van legitiem protest. Protesten door burgers die worden geraakt door overheidsbeleid, zijn juist essentieel in het door u genoemde democratische proces. Met uw gedrag werkt u dat proces dan ook tegen.

Vandaar dat ik namens Doorbraak nog maar eens de vraag herhaal: kunt u aangeven welke artikelen, dan wel passages uit artikelen van onze website u als intimiderend ziet en wat voor u de redenen zijn om die zo te categoriseren? Tevens herhaal ik namens Doorbraak nog een keer het verzoek: indien u de bovenstaande vraag niet kunt of wilt beantwoorden, dan vragen wij u om uw beschuldiging terug te nemen.

Zoals we ook hadden verwacht, heeft Keuning hierop niet meer gereageerd. Omdat hij de fatsoensregels overtreden heeft door ons openlijk te belasteren, en vervolgens niet met een bewijs te komen noch zijn woorden terug te nemen, voelen wij ons vrij om deze briefwisseling te publiceren. Het moet nu maar eens uit zijn met het ongestraft regenteske belasteren en proberen kapot te maken van een solidaire beweging van onderop.

Eric Krebbers