Leidse burgemeester verbiedt nu ook flyeren bij alle “toekomstige betogingen”

De intimiderende burgemeester.
De intimiderende burgemeester.

Onlangs kreeg de Leidse PvdA-burgemeester Henri Lenferink van zijn eigen bezwaarcommissie de aanbeveling om zijn zeer omstreden verbod op flyeren bij betogingen voortaan achterwege te laten. Hij had zo’n verbod opgelegd bij een manifestatie van Doorbraak eind vorig jaar bij het dwangarbeidcentrum DZB. De burgemeester lapte het advies van de commissie echter aan zijn laars. Gisteren ontvingen we van hem een brief waarin hij dezelfde beperking doodleuk opnieuw oplegt aan onze viering van de Dag van de Arbeid, morgen op 1 mei. Sterker nog: hij gaf te kennen dat dezelfde maatregel zal gelden bij alle “toekomstige betogingen” bij de DZB.

De burgemeester heeft vandaag ook een gele lijn op straat laten aanbrengen, die de grenzen aangeeft van het vakje van anderhalve bij vijftien meter waarin onze protesten voortaan moeten plaatsvinden. Daarbuiten flyeren is verboden.
De burgemeester heeft vandaag ook een gele lijn op straat laten aanbrengen, die de grenzen aangeeft van het vakje van anderhalve bij vijftien meter waarin onze protesten voortaan moeten plaatsvinden. Daarbuiten flyeren is verboden.
Zelfs vanuit het behoudende gezichtspunt van de gemeente en de politie is er eigenlijk geen enkele steekhoudende reden te verzinnen waarom niet een handjevol mensen vrij flyers zou mogen uitdelen aan dwangarbeiders en voorbijgangers op het plein voor het centrum. Onze eerdere vier manifestaties en vieringen bij het centrum zijn altijd zonder problemen verlopen. De gemeentelijke bezwaarcommissie ontraadt het verbod. En ook het argument dat de directie van het centrum nu eenmaal zelf mag bepalen wie er op haar terrein komt, is niet steekhoudend. Het gaat immers om een gemeentelijke instelling, waarover de uiteindelijke zeggenschap berust bij de wethouders en… de burgemeester.

Waarom dan toch die verbetenheid bij de burgemeester? Waar het hem natuurlijk om gaat, is om ons weg te houden van de dwangarbeiders, zodat wij hen niet kunnen spreken of organiseren, en van de klanten van de DZB, zodat wij hen niet kunnen waarschuwen dat hun gemeentelijke zakenpartner dwangarbeiders inzet.

Na onze vorige 1 mei-viering gaf de wethouder toe dat “de leidinggevenden” de controle in het centrum dreigden kwijt te raken. Als een klein feestje in de pauze al funest kan zijn, dan opereren de “leidinggevenden”, oftewel de bewakers op de werkvloer, kennelijk altijd op het randje van onbeheersbaarheid. Men weet natuurlijk dondersgoed dat er veel woede en frustratie heerst onder de dwangarbeiders. Dat is het gevolg van het continue disciplineringsproces waaraan ze worden blootgesteld, van het gevoel volkomen onrechtvaardig en onrechtmatig te worden behandeld. Het dagelijks kleineren en tegelijk verhinderen dat de woede en frustratie die daaruit voortkomen, openlijk opspelen en tot ontploffing komen, vereist van de leiding een voortdurend koorddansen. Kennelijk is de inschatting dat onze protesten en zelfs ons relatief onschuldige 1 mei-feestje dat wankele evenwicht kunnen verstoren.

Ook het Leidsch Dagblad heeft inmiddels melding gemaakt van de affaire in het artikel “Lenferink belemmerde protest”. Doorbraak heeft inmiddels opnieuw een bezwaarschrift ingediend tegen deze herhaalde schendig van ons recht op vrije meningsuiting. Aan verdere stappen wordt gewerkt. Ons vandaag ingediende bezwaarschrift kun je hieronder lezen.

Eric Krebbers


Bezwaarschrift

In uw beslissing schrijft u:

“Via deze brief wil ik u kenbaar maken dat voor de betoging op 1 mei, dezelfde voorschriften gelden als tijdens de betoging op d.d. 27 november 2013. U dient plaats te nemen in het vak op de stoep voor DZB.”

“De demonstranten zijn gehouden aan het plaatsnemen in het aangewezen vak. Vanuit dit vak kunnen flyers worden uitgereikt aan personen die hier interesse in tonen. Ik zal niet toestaan dat demonstranten buiten het aangewezen vak flyeren.”

“Ook voor toekomstige betogingen bij DZB zullen deze voorschriften gelden.”

U schrijft terecht in uw beslissing dat wij het recht hebben om te demonstreren. Zoals u weet moeten er zwaarwegende redenen zijn om dit recht in te perken. In de wet wordt genoemd: gevaar voor de volksgezondheid, gevaar voor wanordelijkheden of belemmeringen voor het verkeer. Deze redenen zijn hier niet aan de orde.

Ik wijs u erop dat uw eigen bezwaarcommissie schrijft over de bezwaarprocedure tegen de beperkingen op de demonstratie van 27 november 2013:

“De commissie stelt voorop dat flyeren een zelfstandig middel is om een mening te uiten. In dit verband is de Commissie van oordeel dat de Burgemeester, door aan de demonstratie het voorschrift te verbinden dat de demonstranten niet buiten het aangewezen vak treden om te flyeren, het klaagster Doorbraak.eu feitelijk vrijwel onmogelijk heeft gemaakt om haar flyers uit te delen en onder de aandacht van de doelgroep (de bezoekers van de prijsuitreiking) te brengen. Onaannemelijk is dat de Burgemeester er in de gegeven omstandigheden op voorhand van mocht uitgaan dat de situatie zeker uit de hand zou lopen.”

“[…] heeft de Burgemeester daarom naar het oordeel van de Commissie ten onrechte aan de demonstratie het voorschrift verbonden dat in het geheel niet buiten het aangewezen vak mocht worden geflyerd. De Commissie adviseert de Burgemeester dan ook om in het vervolg het opleggen van deze strikte voorwaarde, die er op neerkomt dat een zelfstandig middel van het grondrecht om de vrije mening te uiten feitelijk onmogelijk wordt gemaakt, achterwege te laten […]”

Bij de demonstratie van 1 mei 2014 legt u opnieuw een zeer strikte voorwaarde op, waardoor wij ernstig in onze demonstratievrijheid worden ingeperkt. Voor deze ernstige inbreuk noemt u geen enkele reden.

U beargumenteert daarnaast op geen enkele wijze waarom u niet alleen deze demonstratie inperkt maar ook toekomstige betogingen bij de DZB. U heeft nog helemaal geen informatie over betogingen die in de toekomst plaats zouden kunnen vinden. Het is dan ook zeer merkwaardig dat u denkt dat u hierover al een beslissing over beperkingen kunt maken.

Daarnaast stelt u hiermee dat u onze demonstraties bij de DZB dus altijd zou mogen inperken. Dat druist in tegen het idee van het recht op een vrije meningsuiting en daarmee het recht op demonstratie. Dat recht is bedoeld als bescherming tegen een te bemoeizuchtige overheid. Alleen onder specifieke omstandigheden, gelimiteerd tot wanneer er sprake is van gevaar voor de volksgezondheid, gevaar voor wanordelijkheden of belemmeringen van het verkeer, en dus zeker niet in het algemeen, mogen er van de wet beperkingen worden gesteld aan betogingen.

Uw beslissing is hiermee disproportioneel en onvoldoende gemotiveerd. Van een evenredige belangenafweging blijkt niet.

Ik verzoek u mij de stukken te sturen, zodat ik eventueel nog nadere gronden kan indienen.

Ik verzoek u op grond van het bovenstaande uw beslissing te heroverwegen. Tenzij ik u uitdrukkelijk anders bericht, verzoek ik u een hoorzitting in te plannen.