Demonstratierecht en de autocratische fuik

“Kabinet wil harder optreden bij snelwegblokkades: asfaltklevers moeten sneller worden vervolgd”, aldus de Telegraaf. Volgens het WODC-rapport dat deze week is uitgekomen, is inperken van het demonstratierecht niet nodig. Toch gaat de regering dat recht inperken. Hoe laat dat zich verklaren, en wat zegt het over het pad van de staat?
Eerst het rapport. Het idee voor een WODC-onderzoek is ontstaan in 2023 bij het regeerakkoord van het eerste (en laatste) kabinet Schoof. Het idee van de partijen was om een wetenschappelijke onderbouwing te vinden voor het ondermijnen van het demonstratierecht.

De conclusies van het rapport waren (zoals verwacht door mensen die zich bezighouden met het demonstratierecht) dat het Nederlandse demonstratierecht niet strenger hoeft te worden. De wet bevat volgens de onderzoekers voldoende mogelijkheden om op te treden.
Sterker nog: de aanbevelingen gaan vooral de andere kant op. De Nederlandse demonstratiewet is te streng voor demonstranten op sommige punten. De enige beperking die de onderzoekers voorzien, betreft het beschermen van abortusklinieken tegen vijandige anti-abortusdemonstranten.

Daarbij noem ik dat het rapport op bepaalde punten, naar mijn mening, nog tekort schiet. Het gaat weinig in op de praktijk waar veel demonstranten mee te maken hebben, waaronder pogingen vanuit politie en gemeenten om het recht uit te hollen. Maar dat terzijde.
Wat is de reactie van de regering? Die gaat compleet tegen het onderzoek in. Zo wil de regering een verbod op het blokkeren van “waardevolle infrastructuur”, zoals snelwegen. Dit in reactie op de snelwegblokkades van Extinction Rebellion.
Daarover zegt het WODC-rapport expliciet dat een snelwegblokkade niet puur en alleen verboden kan worden omdat het een snelwegblokkade is. Er moet gevaar voor mensen te duchten zijn voordat een inperking of verbod gerechtvaardigd is. Dat slaat de regering dus geheel in de wind.

Ook wordt een verbod op gezichtsbedekkende kleding besproken. Gezichtsbedekking is een belangrijk recht om je identiteit te beschermen, zeker als de staat of je ‘werkgever’ consequenties wil verbinden aan je vrije meningsuiting.

Ook hier stelt het WODC-rapport dat een algemeen verbod niet gerechtvaardigd is. Recent is Nederland nog op de vingers getikt door het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (Laurijsen v. Nederland) omdat te hard werd opgetreden tegen krakers, mede vanwege hun gezichtsbedekking.

De enige geadviseerde inperking van het demonstratierecht, namelijk rond abortusklinieken, is juist afgewezen. Daarvoor heeft BBB-minister Keijzer een stokje gestoken, die haar fundamentalistische achterban waarschijnlijk niet in de wielen wil rijden.
En natuurlijk ook geen woord over de voorgestelde versteviging van het demonstratierecht. Uit het regeerakkoord van het kabinet-Schoof en de uitingen naderhand bleek al dat deze regering hoe dan ook beperkingen voorstond, wat er ook uit het WODC-rapport zou komen. Daar zijn ze al jaren mee bezig.
Hoe laat dit zich verklaren? Daarom moeten we eerst weten waarom het demonstratierecht überhaupt bestaat. Los van liberale ideaalbeelden heeft het demonstratierecht een praktische functie: het is een vorm van meningsuiting van mensen buiten de regeringsmacht.
Waarom zouden regeringspartijen zo’n recht in de wet willen hebben? Omdat ze in een pluralistische democratie nooit verzekerd zijn van regeringsmacht. Vrijheid van meningsuiting, van vereniging, en de andere rechten van de oppositie bestaan omdat elke partij wel eens in de oppositie zit.
Partijen accepteren zo mindere overheidsmacht als ze wél aan de macht zijn, in ruil voor meer invloed als ze een keer níet aan de knoppen zitten. Het maakt politiek consistenter en voorspelbaarder voor de machtige spelers.
Die rechten gelden alleen voor machtige partijen. Mensen die naar verwachting nooit aan de macht komen (zoals vluchtelingen, mensen in armoede, buitenlanders) kunnen zich niet beroepen op die rechten. Zij zijn immers geen onderdeel van dat wederkerige wantrouwen waar de rechten op gebaseerd zijn.
Dit zegt alles over waarom de VVD het demonstratierecht wil inperken. Ik heb het sterke vermoeden dat hun plan is om nooit meer hun overheidsmacht in te leveren. Alleen zo kan je verklaren waarom ze de rechten van de oppositie zo inperken.
Dat zie je niet alleen in het demonstratierecht. VVD-ministers informeren de Kamer slecht over wapencontracten, maken misbruik van ministeriële bevoegdheden en trekken zich niets aan van het gebruik dat een demissionair kabinet geen grote keuzes maakt. En nu negeren ze ook het WODC-rapport.



Dat kan alleen verklaard worden als de VVD denkt dat ze nooit meer in de oppositie zullen zitten. Sterker nog: hoe meer de VVD de rechten van de oppositie verzwakt, hoe belangrijker het wordt dat zij nooit meer buiten overheidsmacht terecht komen. Dat ze altijd aan de knoppen blijven zitten.
Dat is de autocratische fuik: hoe meer macht de VVD naar zich toetrekt, hoe zwakker de oppositie, en hoe belangrijker het wordt dat ze aan de macht blijven. Dat rechtvaardigt een inperking van demonstratierecht, van journalistieke vrijheid en van het recht om de overheid voor de rechter te dagen.
Allemaal dingen die in het VVD-programma staan. En niet alleen in hun programma. VVD kijkt steeds vaker naar extreem-rechts, omdat partijen als PVV en JA21 óók bereid zijn om de pluriforme democratie om zeep te helpen. Voor de VVD is het alleen maar logisch.
De logica van de autocratische fuik heeft maar twee logische eindes: óf mensen doorzien het op tijd en extreem-rechts verslikt zich op een gegeven moment; óf de spiraal gaat door tot we een fascistische dictatuur hebben. En de VVD zal daar niet de baas van zijn.
De logica van de autocratische fuik is zodanig dat het niet eens zal helpen om de VVD uit het zadel te wippen. Als D66 of CDA staatsmacht verwerven, zullen zij onder precies dezelfde logica vallen. De vrees om hun macht te verliezen, zal even sterk zijn.
Dus kunnen we ons niet alleen (of zelfs voornamelijk) op verkiezingen richten. De gecentraliseerde macht van de staat moet afgebouwd worden. En dat zal niet gebeuren via wetgeving of moties, maar door hoe goed we zelf in staat zijn om ons onafhankelijk van de overheid te organiseren.
En wie daarover ideeën heeft, mag het zeggen.
Bo Salomons
(Dit artikel verscheen eerder als draadje op Bluesky.)

Zou het ook zo kunnen zijn dat de VVD het demonstratierecht (en andere vergelijkbare verworvenheden) eigenlijk helemaal niet nodig heeft, omdat ze – mochten ze ooit in de oppositie belanden – andere middelen hebben om voor hun belangen op te komen, zoals toegang tot machtige vrienden en kapitaal? Iets wat ‘progressieve’ partijen toch vaak wel minder hebben? (En buitenparlementair-links en vluchtelingen en migranten helemaal niet, zoals je terecht constateerde.) Zo zou je hun beleid ook kunnen verklaren, zonder achterliggende ‘coup’-plannen dus.
Dat is waarom ‘progressieve’ partijen op hun beurt zullen proberen om grote donaties aan partijen te beperken, omdat zij op dat terrein slechter staan.