Doorbraak in Leiden: “Al doende leert men organizen”

Actietoilet bij opening van Participatiecentrum

In het najaar van 2010 Doorbraak in Leiden begonnen structurele veranderingen door te voeren in haar politieke activiteiten. Het idee was om elementen van de organizing-methode te introduceren in onze dagelijkse praktijk van actievoeren tegen de bezuinigingen. We wilden onder meer bewuster nieuwe contacten opbouwen, en een voor Doorbraak nieuwe manier van organiseren en actievoeren ontwikkelen. Daarover schreven we toen het artikel “Werken aan een platform tegen de bezuinigingen”. Over de stand van zaken een jaar later.

We hebben inmiddels rond de 35 formele gesprekken gevoerd, en daarnaast nog vele tientallen wat meer informele gesprekjes bij allerlei bijeenkomsten en andere activiteiten. Bij alles wat we organiseren gaan we zoveel mogelijk in gesprek met deelnemers of toeschouwers. En als het een leuk contact blijkt, dan vragen we om contactgegevens om verder te kunnen kennismaken. Inmiddels zijn we ook af en toe te vinden bij de ingang van het Leidse Participatiecentrum – waar dwangarbeid wordt opgelegd – om daar met de werknemers en uitkeringsgerechtigden van gedachten te wisselen. En daarnaast bezoeken we ook waar mogelijk bijeenkomsten en activiteiten van andere organisaties die inhoudelijk soms minder interessant zijn, maar wel de mogelijkheid bieden voor informele gesprekken. Zo krijgen we beter zicht op wat er speelt in Leiden, waar de klappen van de bezuinigingen vallen, en waar er protest op gang komt.

De meeste formele gesprekken waren heel enthousiasmerend en waardevol, als het gaat om banden aanknopen en informatie uitwisselen. We spraken met mensen met heel uiteenlopende achtergronden. Met de meesten hebben we daarna het contact goed warm gehouden, onder meer door hen steeds per mail en telefonisch uit te nodigen voor activiteiten. Een flinke handvol mensen werd actiever, een tweetal zelfs lid van Doorbraak. Maar helaas toont het merendeel zich vooralsnog wat afwachtend. Ze zijn er wel van overtuigd dat er iets zou moeten gebeuren. Ze zien zichzelf daarbij echter niet als initiatiefnemers, maar eerder als deelnemer of sympathisant. Een aantal mensen ervaart de bezuinigingen nog niet in eigen leven, of zoekt liever individuele oplossingen voor de problemen die langzamerhand opdoemen. Anderen zien geen mogelijkheden: ze denken niet dat het veel zin heeft om in actie te komen. Ze vragen zich bijvoorbeeld af wat je met zo’n klein groepje lokaal nu helemaal kunt doen. Wij mogen dan roepen dat het sowieso belangrijk is om mensen bijeen te brengen, maar voor velen is dat onvoldoende. Die willen alleen meedoen als er concrete resultaten in het verschiet liggen, en dat is best begrijpelijk. Helaas kunnen we aan die eis nog niet of nauwelijks voldoen. In gesprekken en op bijeenkomsten proberen wij daarom aan te geven dat we juist over zulke kwesties samen met hen willen nadenken.

Platform

Voor Doorbraak waren drie soorten mensen op korte termijn het meest interessant. De strijdbare linksen die actief zijn of willen worden. De linksen die niet meer zo actief zijn, maar nog wel aanspreekbaar. En de slachtoffers van de bezuinigingen die niet zo gepolitiseerd zijn en hun problemen niet meteen in een groter collectief verband willen aanpakken, maar die wel boos zijn over het onrecht dat hen wordt aangedaan. Ons hele crisisnetwerk bestaat nu uit pakweg 70 mensen, de actieve Doorbraak-leden meegerekend. Met de meest geïnteresseerde contacten hebben we vorig najaar samen het Leidse crisisplatform opgericht. Dat heeft in 2010 drie keer overlegd, en daarna zijn er dit jaar – min of meer vanuit het platform – drie bijeenkomsten en een stadswandeling georganiseerd met steeds rond de 25 deelnemers. De bijeenkomsten waren stuk voor stuk zeer strijdbaar en informatief. Ze gingen over het protest tegen de bezuinigingen, door respectievelijk studenten, uitkeringsgerechtigden en huurders. De stadswandeling vond plaats in het kader van de Doorbraak-campagne “Waar zit het?”. Ook die was een succes, zo bleek uit de reacties van de deelnemers die de regen getrotseerd hadden.

Helaas bleven de bijeenkomsten en de stadswandeling een beetje in de lucht hangen. Het idee was namelijk om te proberen ook steeds gezamenlijk met studenten, werklozen, huurders en anderen naar lokale protesten tegen de bezuinigingen te gaan, om een brede solidariteit te tonen en een gezamenlijke strijd op te bouwen. Maar die strijd bleek in Leiden nauwelijks nog van de grond te komen. Inmiddels hebben we het platform daarom op een wat lager pitje gezet. Ook omdat Doorbraak uiteindelijk toch vrijwel alles zelf organiseerde. De meeste deelnemers doen graag mee aan de activiteiten, maar bleken minder enthousiast om mee te organiseren. We zijn nu hard bezig om de onderlinge banden met de platformleden steviger aan te halen, onder meer door samen actie te voeren. Liefst met een uitgebreide gezamenlijke voorbespreking en evaluatie.

Resultaten

Vanaf het begin hebben we ons ingezet tegen alle bezuinigingen die op ons afkomen. En dat willen we ook zo houden. De meeste mensen aan de onderkant van de samenleving – en daar horen wijzelf natuurlijk ook bij – worden door Bruin I van meerdere kanten tegelijk bestookt: als huurder, uitkeringsgerechtigde, migrant, reiziger in het openbaar vervoer, student of ouder van studerende kinderen, gebruiker van de zorg, oudere, enzovoorts. Het is belangrijk dat de verbanden tussen de bezuinigingen duidelijk worden, en de strijden ertegen gekoppeld. Het is mooi dat bijvoorbeeld studenten meedoen aan acties van bijstandsgerechtigden. We blijven op al die strijden lokaal alert.

Aan de andere kant hebben we gemerkt dat we makkelijker banden met mensen kunnen aanknopen als het gaat om de directe problemen die ze ondervinden door de bezuinigingen.  Daarom hebben we er dit najaar tegelijk voor gekozen om voortaan steeds voor een aantal maanden een groot deel van onze energie nadrukkelijk op één punt te concentreren. Het is makkelijker om actie te voeren op een specifiek thema, dan op ‘de bezuinigingen’ in het algemeen. Niet dat we direct concrete resultaten verwachten, want daar zijn we nog veel en veel te klein voor. Maar wel kunnen we dan een periode lang gericht speldeprikken uitdelen, een beetje druk uitoefenen.

We zien dat als een dubbel leerproces. In de eerste plaats leren we met alle nieuwe mensen samenwerken en een actiepraktijk opbouwen. En ook hoe we nog beter actie kunnen voeren zodat meer mensen mee gaan doen. In de tweede plaats leren we ervan hoe de macht op ons reageert. We gaan proberen om de lokale machtsverhoudingen voor iedereen wat inzichtelijker te maken door de tegenstanders zo te prikkelen dat ze hun tanden laten zien. Alleen via strijd kunnen we leren hoe de altijd aanwezige machtsmechanismen in de praktijk werken. Hoe de gootjes lopen als het regent. We kunnen die confrontaties analyseren en daarover publiceren, en daar kunnen wij en andere activisten elders dan bij een volgende ronde op voortborduren. Al strijdend leert men organizen.

Onze nieuwe insteek is dus een combinatie van actie en onderzoek die in andere landen door activisten van onderop al veel vaker is toegepast. We willen onze werkwijze met organizing-elementen – die nog volop in ontwikkeling is – zo inpassen in een strijdcyclus van telkens enkele maanden proberen om op een actuele ontwikkeling enigszins in te grijpen. Dat maakt het allemaal veel behapbaarder: succes hebben we zo bezien al als we na een strijdperiode van enkele maanden iets leren over de tegenstanders, over effectiever actie voeren, en over contacten opbouwen. Kennis die we ook aan anderen kunnen overdragen. Succes hebben we dus niet alleen meer als we daadwerkelijk een bezuiniging gestopt hebben, want dat is momenteel nog onrealistisch.

Dwangarbeid

Voor de periode van oktober tot pakweg maart volgend jaar gaan we actie voeren tegen dwangarbeid voor bijstandsgerechtigden. De keuze is daarop gevallen omdat een flink aantal van ons en onze contacten daar al ervaring mee heeft, of er binnen afzienbare tijd in dreigt te belanden. Het komt heel dichtbij. Daarbij bleek op een gemeentelijke inspraakbijeenkomst in februari al dat er voor onze principiële afkeuring van die dwangarbeid veel waardering was. Vanuit de gemeenteraad komt er echter nauwelijks protest tegen, integendeel. Daardoor valt Doorbraak op, en zijn we voor een groeiende groep potentiële dwangarbeiders het enige alternatief voor protest en verzet. Verder hebben we uitstekende contacten met de Amsterdamse Bijstandsbond die een schat aan kennis heeft op dit terrein. In maart 2012 kijken we of het zinvol is om er nog zo’n periode aan vast te plakken, of dat het zinvoller is om ons bijvoorbeeld meer op de bezuinigingen op de universiteiten te gaan richten. Daarbij willen we natuurlijk niet tot een campagnegroepje vervallen dat af en toe ergens zijn neus laat zien. De bedoeling is om de contacten te behouden en de diverse strijden steeds meer ook praktisch aan elkaar te verbinden.

Organizing

Na de afgelopen zomer hebben we besloten om een aantal van de essentiële elementen van het organizen nog wat intensiever te gaan toepassen. We willen nog nadrukkelijker bij elke actiecyclus en elke activiteit vooraf plannen en achteraf evalueren. Heel kritisch zijn op wat er niet zo goed gegaan is, maar ook bewust stilstaan bij wat er beter gaat en wat we geleerd hebben. Dat klinkt allemaal nogal intensief, en dat is het ook. Maar we hebben sinds enkele maanden meer mensen en tijd vrijgemaakt voor deze activiteiten en dan is er ook gelijk meer mogelijk op dit gebied.

Ook zijn we meer tijd gaan steken in onderzoek. We hebben vaste tijdstippen ingesteld waarop we groepsgewijs onderzoek doen op internet, onder meer naar plannen en cijfers rond de bezuinigingen. Wie beslissen daarover? Wie worden er de dupe van? Waar kunnen we die mensen vinden? Maar ook bespreken we de samenhang van de ontwikkelingen om ons heen met die in heel Europa en de rest van de wereld. En dan natuurlijk niet alleen de toenemende crisis, maar ook het verzet: van de vakbonden en actiegroepen tot Occupy en de Arabische Lente. Gesprekken met mensen met een Noord-Afrikaanse achtergrond over het opbouwen van protest lopen plots veel soepeler wanneer het Tahrirplein aan de orde komt. “O, dat bedoelen jullie! Ja, zoiets hebben we hier ook nodig!” Die lopende revolutie heeft heel veel mensen uit die hoek zelfvertrouwen geschonken.

Daarnaast zijn we voortdurend op zoek naar de meest geschikte activiteiten bij onze doelstellingen. We hebben een tijd gedacht aan een soort inloopspreekuur voor mensen die tegen bezuinigingen aanlopen, maar dat komt in de praktijk waarschijnlijk neer op afwachten en hopen dat mensen op ons afkomen. Waarschijnlijk zouden er maar weinig komen, omdat al snel duidelijk is dat we vooralsnog weinig te bieden hebben. Hooguit een keer meegaan naar een Sociale Zaken-ambtenaar, tenzij we superintensieve individuele juridische hulp zouden willen en kunnen aanbieden. Maar dat biedt weinig collectief perspectief. We stellen onszelf steeds weer de vraag: welke activiteit heeft de meeste invloed, en waar willen mensen graag aan meedoen? We willen immers graag gezamenlijke strijdervaringen opdoen. We hebben, zoals gezegd, een aantal bijeenkomsten georganiseerd en een stadswandeling. Daarnaast hebben we huis-aan-huis geflyerd in een van de armere wijken van Leiden. Ook hebben we ingesproken bij de gemeenteraad, bijeenkomsten en protesten van anderen bezocht, in Leiden en landelijk. De landelijke mogelijkheden waren legio, want het protest is sinds we zijn begonnen gelukkig al flink toegenomen. Nu denken we eraan om ook iets meer de confrontatie te gaan zoeken bij onze activiteiten. Iets minder praatbijeenkomsten en iets meer de straat op, publiek aanwezig zijn.

Doorzetten

We zetten stug door met onze pogingen om in Leiden een strijdbare en blijvende beweging uit de grond te stampen. Af en toe zijn er natuurlijk teleurstellingen, en het gevoel dat het allemaal niet snel genoeg gaat. Maar dan zeggen we tegen elkaar: wat had je dan verwacht? Dat we met die paar mensen, met de weinige tijd die we hebben, in zo korte tijd zoveel macht kunnen opbouwen dat we echte veranderingen kunnen afdwingen, of zelfs maar meer dan een handvol mensen organiseren? We moeten ons realiseren dat we superklein zijn, en dat we elke persoon die mee wil doen, elke activiteit haast, zouden moeten beschouwen als een wonder, gezien de uiterst sterke rechtse krachten en bijna extreem-rechtse tijdgeest in Nederland. De kernvraag is vooral: zie je die realiteit als het beginpunt, of juist als het eindpunt? Voor de opbouw van protesten is het nodig dat we het als een beginpunt beschouwen, als een kans om wat op te bouwen. En dus niet als een conclusie om er dan maar mee te stoppen. Inderdaad is de realiteit niet in ons voordeel, dat moeten we vaststellen. Maar ons streven moet zijn en blijven om dat te veranderen. Dat is de positieve enthousiast makende insteek die we hebben en die we moeten vasthouden.

Frodo Tromp
Eric Krebbers