Hoe een ministerieel rekentrucje van anti-gokverslavingsbeleid een verslavingsbom maakte

Ik ben een artikel aan het schrijven, en in mijn onderzoek ben ik nu op zoiets raars gestuit, dat wil ik met jullie delen. Dus: hoe een ministerieel rekentrucje van anti-gokverslavingsbeleid een verslavingsbom maakte (en of je Nederland nog een democratie kan noemen).

Mijn zoektocht begon bij dit NRC-artikel van vorige week. Dankzij de legalisatie van online gokken zijn er nu 450.000 nieuwe gokkers. Niet vreemd, denk je. Wie had dat niet zien aankomen? Dat vroeg ik me ook af, dus ik duik in de parlementaire stukken.

Legalisatie van online gokken is al een oud idee, en stamt uit de hoge hoed van Fred Teeven. Goklegalisatie kwam zo in het regeringsakkoord van Rutte-II (VVD, PvdA) en hij mocht het als staatssecretaris gaan uitvoeren.

Het doel van de legalisatiewet was simpel: gokkers bij illegale online casino’s moesten naar de legaliteit getrokken worden. Dus moest de “kanalisatiegraad” omhoog: “zo hoog mogelijke kanalisatie van […] illegale kansspelen op afstand naar […] gereguleerd en veilig aanbod”

Alles werd uit de kast gehaald om die tachtig procent te bereiken. Een lager belastingtarief voor legale online casino’s, ze mochten reclame maken (je hebt ze vast gezien), en ze moesten vooral zichzelf reguleren. Maar hoe bereken je de kanalisatiegraad? Hoe weet je wie de overstap maakt?

Zelfs de VNLOK, de branchevereniging voor legale online gokaanbieders, vindt dit prachtig. Volgens hen is de kanalisatiegraad zelfs niet ambitieus genoeg. Dat moet honderd procent zijn! Maar hoe bereken je de kanalisatiegraad? Hoe weet je wie de overstap maakt? Nou…

Antwoord: dat weet je niet, dus gebruik je een andere berekening. De kansspelautoriteit berekent kanalisatiegraad door het marktaandeel van het legale goksegment te vergelijken met het illegale goksegment. En met die rekentruc gaat het dus afschuwelijk mis.

Het houdt namelijk geen rekening met groei van de markt. Stel, voor de legalisering waren er 20.000 illegale gokkers. Na de legalisering komen er 80.000 legale gokkers bij. Dan is er dus een kanalisatiegraad van tachtig procent, ook al is de markt vervijfvoudigd (en niemand overgestapt).

Dat is dus wat er in de praktijk gebeurd is: de kanalisatiegraad is hoog, omdat de legale gokmarkt explosief is gegroeid. Maar de illegale markt is niet eens gehalveerd. En nog belangrijker: door de groei van de markt zijn er juist méér verslaafden.

Voor zover ik in de parlementaire stukken kan terugzien, heeft niemand dit indertijd opgemerkt. Geen media, geen Kamerleden (Eerste en Tweede). Kanalisatiegraad is voor heilig verklaard, terwijl het op dit moment juist het omgekeerde bereikt van wat het zou moeten.

Het is dus niet vreemd dat VNLOK zo staat te springen om kanalisatiegraad. Het betekent simpelweg dat hun marktaandeel vergroot en dat ze meer winst maken. Hun aanbevelingen zijn niet verrassend: minder regels, meer kanalisatiegraad, meer handhaven tegen concurrenten.

Het is belachelijk dat kanalisatiegraad nog steeds de leidende factor is in het gokbeleid, zeker als het simpelweg leidt tot het zo veel mogelijk uitbreiden van online gokken, ten gunste van casino’s en ten koste van mensen die gokken.

Ik vind het moeilijk om vertrouwen te hebben in onze democratie als dit soort trucs werken. Je denkt mensen te willen helpen, maar je maakt hun problemen alleen erger. Dus: roep je volksvertegenwoordigers en partijen ter verantwoording! Waarom is die kanalisatiegraad zo heilig?

Addendum: zou het hebben geholpen dat Helma Lodders, de voormalige VVD-woordvoerder kansspelen, nu voorzitter is van VNLOK? Of is hun enthousiasme voor kanalisatiegraad puur uit de goedheid van hun hart?

Addendum 2: uit een brief van 26 april 2023 van de minister voor Rechtsbescherming. Kanalisatie is nog steeds het belangrijkste ijkpunt. En ook: waar komen al die nieuwe spelers vandaan? Zorgwekkend…

Bo Salomons

(Dit artikel verscheen eerder als draadje op Twitter.)

PS Op iemand die reageerde dat we toch vrij moeten zijn om te gokken, antwoordde Salomons: “Gokbedrijven gebruiken de laatste ontdekkingen in de psychologie om hun gokmachines zo verslavend mogelijk te maken. Het is gelegaliseerde hersenspoeling. Hoe vrij ben je als je daaraan wordt onderworpen? En waarom moeten bedrijven daar zo gruwelijk veel aan verdienen?”