Hongaarse regering voert ranzige campagne tegen vluchtelingen. Europa sluit de ogen

In juni postte Toroczkai Laszlo, de burgemeester van het Hongaarse grensdorp Ásotthalom, een foto op Facebook. Op de grond liggen drie jongemannen, hun handen op hun rug gebonden. Toroczkai Laszlo schrijft er bij: ‘Ásotthalom Beschermingsmilitie vs gewelddadige indringers: 1 – 0’. De populaire burgemeester (hij staat aan het hoofd van een dorpje met vijfduizend inwoners, maar wordt op Facebook gevolgd door meer dan 40.000 fans) die ook de vice-voorzitter van de onbeschroomd fascistische partij Jobbik is, verspreidt al maanden dergelijke foto’s. Sinds vorig jaar staat er een metershoog hek met prikkeldraad op de 175-kilometerlange grens tussen Hongarije en Servië. Laszlo richtte een militie op die de grens bewaakt. Ze jagen op vluchtelingen die toch de grens weten over te steken. Vluchtelingen is een term die Laszlo en de zijnen nooit zullen gebruiken. Zij hebben het altijd over indringers en potentiële terroristen. De militie van de burgemeester krijgt navolging in andere grensdorpen. Voor de duidelijkheid, dit is ook ‘onze’ grens, de grens van de Europese Unie. Wat er met de vluchtelingen gebeurt eens ze opgepakt zijn, weet niemand. Of tenminste, daar wordt door Laszlo niet over gecommuniceerd. De mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) publiceerde in juli wel een rapport over het Hongaarse vluchtelingenbeleid. “Mensen die Hongarije binnenkwamen zonder toestemming, werden gruwelijk geslagen en terug over de grens gezet, kinderen en vrouwen inbegrepen”, schreef Human Rights Watch op basis van getuigenissen.

Christophe Callewaert in Hongaarse regering voert ranzige campagne tegen vluchtelingen. Europa sluit de ogen (Dewereldmorgen)