LVV-opvang voor mensen zonder papieren: geen oplossing, wel manipulatie en propaganda (deel II)

Een van de vluchtelingen die uit de Leidse BBB moest vertrekken. Foto van de actie #OpenBBB.

De Landelijke Vreemdelingenvoorziening (LVV) is een van de vele misbaksels in de smerige keuken van de migratiebeheersing van de overheid. In vijf pilotgemeenten bestaat een LVV-opvang waar mensen zonder papieren tijdelijk en onder voorwaarden een plek kunnen krijgen. Maar veel mensen worden aan de poort van de LVV al weggestuurd, of na een tijdje weer op straat gedumpt. De LVV-opvangen lijken vanuit de overheid vooral te worden ingezet om de aanhoudende kritiek op de hardvochtigheid van het uitsluitbeleid te doen verstommen, steungroepen te proberen in te kapselen, en nog meer druk op vluchtelingen en migranten te zetten om Nederland te verlaten. Gisteren werd het eerste deel van dit artikel gepubliceerd. Daarin kwam aan de orde welke groepen mensen zonder verblijfsrecht al dan niet worden opgevangen in de LVV’s, en tot welke in- en uitstroomcijfers dat leidt. Hieronder het tweede deel.

Het evaluatierapport is slechts op twee punten kritisch op het huidige beleid. “Voor vreemdelingen met meervoudige problematiek die geen recht op verblijf hebben maar ook niet kunnen terugkeren, omdat zij dermate medisch kwetsbaar zijn dat vertrek geen optie is, kan de LVV geen oplossing bieden. Het afschaffen van de discretionaire bevoegdheid van ‘schrijnendheid’ maakt namelijk dat er nauwelijks oplossingen mogelijk zijn voor deze casussen”, schrijven de onderzoekers. Dat leidt met name bij de deelnemende steungroepen “tot teleurstelling over de bijdrage van de LVV in het oplossen van complexe casuïstiek”.

Het tweede punt van kritiek is het ontbreken van voldoende mogelijkheden voor “activering”. “Bestaande wet- en regelgeving beperken de mogelijkheden voor deelname aan leer-werktrajecten, stages en vrijwilligerswerk”, aldus de onderzoekers. “Ngo’s zijn echter van mening dat juist die activiteiten kunnen bijdragen aan het activeren van vreemdelingen en het in de praktijk brengen van nieuwe vaardigheden, en dat de wetgeving hierover aangepast zou moeten worden.”

Opvallend is het ontbreken van kritiek op de “buitenschuld”-procedure, met vereisten waaraan vrijwel niet is te voldoen, maar die wel steeds wordt opgevoerd als reden waarom het altijd de eigen verantwoordelijkheid van de persoon zonder verblijfsrecht zou zijn als die persoon illegaal in Nederland verblijft. Immers, zo gaat de fictie, als je buiten je schuld niet kunt terugkeren, kun je met deze procedure een verblijfsvergunning krijgen. Krijg je die niet, dan kun je blijkbaar wel terug. Het is niet goed denkbaar dat de problematiek van deze wassen neus-procedure door de steungroepen niet aan de onderzoekers is doorgegeven bij hun vragen naar knelpunten.

De afgeschafte discretionaire bevoegdheid wordt opgehemeld, maar was in de praktijk een gereedschap van willekeur. Een ventiel om af en toe wat lucht te laten ontsnappen voor de meest schrijnende gevallen, geen middel om voor grote groepen een oplossing te bereiken. De kritiek tast het fundament van het uitsluitbeleid niet aan. Sterker nog, dat deze kritiek genoemd wordt, heeft een directe functie. Het rapport waarschuwt ervoor dat “het uitblijven van resultaten het commitment aan de LVV kan ondergraven. Het risico is dat een deel van deze vreemdelingen onder de radar verdwijnt. Deze zorgen zijn nu groter dan tijdens de BBB-periode, waar er minder strakke kaders voor de doelgroep gesteld werden. De kans is aanwezig dat andere ngo’s of kerken de leegte die mogelijk ontstaat, opvullen door eigen opvang te organiseren (buiten toezicht van het Rijk).”

Waterbedeffect

Interessant is dat in één enkele alinea in het rapport juist wel wordt gepleit voor “(alternatieve) opvang” voor kwetsbare groepen die “officieel buiten de LVV vallen”. Er zijn gemeenten en steungroepen die inzien dat de LVV’s voor veel mensen niet tot een “duurzame oplossing” gaat leiden. Maar daar wordt in het rapport geen verder gevolg aan gegeven. De zorgen over “schrijnende gevallen” komen wel terug in de conclusies, maar niet het pleidooi voor meer opvangmogelijkheden.

Een gewenste “outcome” van het LVV-experiment is juist “het voorkomen” van een “waterbedeffect”, waarbij uitgesloten mensen naar een alternatieve opvang zouden vertrekken. Opvang buiten die van de staat moet volgens de onderzoekers juist ten stelligste worden voorkomen, zo valt op zeker zes plekken in het rapport te lezen. Dat er in Eindhoven een BBB naast de LVV is blijven bestaan, wordt door de onderzoekers afgekeurd. “We constateerden dat het bestaan van alternatieve opvang van invloed is op de bereidheid van vreemdelingen om überhaupt in te stromen in de LVV en op de mogelijkheden om een gesprek over terugkeer aan te gaan”, zo schrijven ze onder andere. Zonder de dreiging om op straat te moeten overleven, de stok dus, is er te weinig wortel in de LVV, dat wordt hieruit duidelijk.

Terugkeermanipulatie

Want terugkeer, daar gaat het immers over. Dat is de kern van de LVV volgens de overheid. Het rapport ademt die visie overal uit. Terugkeer is de focus van het literatuuronderzoek, waar bij het stuk over “belemmeringen” voor die terugkeer de onveiligheid in het land van herkomst alleen onder “emoties en attitudes” wordt geschaard. Er wordt niets gezegd over de structurele problemen in de landen van herkomst, zoals bijvoorbeeld oorlog, geweld, discriminatie wegens geloof, etniciteit of seksuele voorkeur. De impliciete boodschap is dus: het ligt aan de mensen zonder papieren zelf, aan hun houding, dat ze niet terugkeren.

Terugkeer is de focus van een aantal “steungroepen” die werkzaam zijn binnen de lokale LVV’s. Een van hen heeft zelfs de verschrikkelijke naam “Met Opgeheven Hoofd”, een onderdeel van VluchtelingenWerk. En die terugkeer kan vooral bewerkstelligd worden met activering, die de houding van de persoon zonder verblijfsrecht moet veranderen. De kritiek van het rapport op het ontbreken van de mogelijkheden voor activering komt direct uit dat straatje, het terugkeerplan van de staat kan zo moeilijker gerealiseerd worden. Ondubbelzinnig blijkt dit verband tussen activering en terugkeer uit het rapport: “Het doel is vreemdelingen uit stilstand halen en vaardigheden aanleren die ze mogelijk kunnen toepassen in het land van herkomst. Activering wordt ook ingezet bij vreemdelingen die aangeven niet terug te willen. Het idee is dat zij juist door activering na kunnen gaan denken over terugkeer en mogelijkheden in het land van herkomst.” Een ngo wordt geciteerd: “Als mensen echt geen hoop meer hebben op verblijf, kan het helpen. Als ze nog hoop hebben, is het moeilijk voor ze na te denken over de toekomst.”

Een ander LVV-onderdeel om mensen te beïnvloeden om terug te keren heet “toekomstoriëntatie”. “Voor de effectiviteit van de toekomstoriëntatie”, aldus het rapport, “is het volgens ngo’s essentieel dat vreemdelingen bereid zijn na te denken over de toekomst. Wanneer een vreemdeling vasthoudt aan verblijf in Nederland, heeft toekomstoriëntatie geen nut.” De mensen zonder papieren moeten losgeweekt worden van het idee dat ze in Nederland een toekomst hebben, daar komt het eigenlijk op neer.

De “wensen en behoeften van de vreemdelingen” zouden “centraal staan” bij de “toekomstoriëntatie”, waarbij een gevoel van “regie over het eigen leven” zou worden teruggegeven. “Vreemdelingen worden in hun kracht gezet”, en er wordt “beoogd hen de ruimte te bieden om na te denken wat zij in de toekomst willen”. Echter, de richting van het “begeleidingsscenario” wordt gekozen in het LVV-samenwerkingsverband, bij overleggen waar de persoon zonder papieren niet bij is. De “regie over het eigen leven” bestaat er dus uit dat zij de keuze krijgen: “wel of niet meewerken aan begeleiding”. Het rapport stelt: “Op basis van de in de toekomstoriëntatie verkregen informatie en vaardigheden kunnen vreemdelingen besluiten terug te willen keren naar hun land van herkomst.” Dus je wordt “empowered” om zelf te “kiezen” tussen “niet meewerken”, wat leidt tot op straat worden gezet, of doen wat de staat altijd al wilde dat je deed: meewerken aan “zelfstandig vertrek”. Het is een staaltje terugkeermanipulatie waar je u tegen zegt.

Gelijkwaardigheid

De steungroepen die in de LVV-structuur werken, worden geacht hun “vertrouwensband” met hun “cliënten” in te zetten voor dit soort manipulatie. Zij worden daarmee handlangers van de overheid. Zo moeten de steungroepen maar de negatieve boodschappen brengen. Er “wordt verondersteld dat de boodschap dat legalisering geen mogelijkheid is, eerder aankomt wanneer deze gebracht wordt door een partij waar de vreemdeling een vertrouwensband mee heeft opgebouwd.” Niet alleen hoeft de Dienst Terugkeer en Vertrek (DTV) het dan niet meer te doen, het is ook uitdrukkelijk de bedoeling om met één mond te spreken. “Belangrijk hierbij is dat de vreemdeling een eenduidig signaal krijgt van alle betrokkenen. Wanneer iemand in zijn omgeving signalen geeft die erop wijzen dat verblijf een mogelijkheid is, zal de vreemdeling daaraan vasthouden. Dit ondermijnt de toekomstoriëntatie.” Als men besluit dat terugkeer de enige mogelijkheid is, dan moet dat door iedereen worden uitgedragen om het verzet van de persoon zonder verblijfsrecht te breken.

In de LVV-overlegstructuur werken de gemeente, steungroepen en rijksdiensten samen. De gemeente organiseert niet alleen de overleggen, maar ook “informele ontmoetingen”, zoals lunches en “heidagen”. “Een belangrijk doel van de LVV-pilot is het verbeteren van de samenwerking tussen alle betrokken partijen”, aldus het rapport. “Meer ontmoetingen” zouden leiden tot meer “begrip en inzicht in elkaar werkwijze en rollen”, “professionalisering van partners”, “objectiveren van casussen. Dit zijn voorwaarden voor het ontstaan van meer gedeelde beelden, en het kiezen van een realistisch handelingsperspectief op basis van consensus.” Uit dit soort passages blijkt duidelijk dat inkapseling van steungroepen een van de doelen is van de LVV. “Vertrouwen”, “commitment van alle partners”, oftewel: samen met de IND tegen de “vreemdeling”. Casussen worden gezamenlijk besproken, gezamenlijk besloten over de richting waaraan de persoon in kwestie zal moeten meewerken om in de opvang te kunnen blijven. Deze samenwerking met “verschillende organisaties met een verschillend mandaat” wordt door het rapport aangeduid als “collaborative government”. Het rapport rept niet over het spanningsveld tussen de verschillende rollen van belangenbehartiger, beslisser of uitvoerder. Steungroepen moeten samenwerken met afwijsmachine IND, deportatieclub DT&V en beul- en bewakersvereniging de vreemdelingenpolitie. Ook machtsverschillen worden niet benoemd of zelfs ontkend.

Zo zou “gelijkwaardigheid” centraal staan in de begeleiding van de LVV-bewoners, aldus de onderzoekers. Maar hoe kunnen de betaalde medewerkers van een steungroep, een gemeente of een rijksdienst ooit een “gelijkwaardige” positie hebben met de uitgesloten persoon zonder verblijfsrecht, die afhankelijk is van deze organisatie voor overleven, die geen onderdak krijgt zonder “mee te werken” aan het traject dat deze organisaties voor hem of haar hebben uitgekozen?

En hoe zit het dan tussen de van subsidie afhankelijke steungroepen en de overheidspartijen? Om subsidie te behouden zullen ook de steungroepen moeten “meewerken”. “Bepaalde onderdelen van de LVV gaan in tegen de eigen visie”, zo vertellen Rotterdamse steungroepmedewerkers tegen de onderzoekers. “Dit betreft bijvoorbeeld het uitsluiten van groepen in de LVV, of in sommige gevallen vreemdelingen op straat moeten zetten wanneer de LVV beëindigd wordt. Doordat hun eigen visie kan wringen met deze onderdelen van de LVV, kunnen zij het lastig vinden deze uit te voeren.” Ter herinnering: 46 procent van de uitstromende mensen wordt in Rotterdam geklinkerd. In Utrecht lijken de steungroepen een iets betere onderhandelingspositie te hebben afgedwongen. “Onder andere is vastgelegd dat de onafhankelijkheid van de ngo’s gewaarborgd wordt (behouden van autonomie), dat zij eigen verantwoordelijkheid houden over inhoud en vorm van hun activiteiten en de voorwaarde dat er geen maximale verblijftermijn wordt ingesteld.” Maar: “Het bestaan van deze verschillende afspraken lijkt de samenwerking tussen de partijen in Utrecht te bemoeilijken.” De rijkspartijen zijn ontevreden hierover, volgens de gemeente “vormen deze verschillen in afspraken een belemmering voor het goed uitvoeren van de regierol”.

Terugduwen

In het rapport valt veelvuldig te lezen dat alle partijen meer “out of the box” moeten denken, maar wie het rapport leest, bekruipt het gevoel dat deze kritiek toch voornamelijk over de steungroepen gaat. Een DTV-medewerker noemt de steungroepen “vastgebeten in verblijf”. In hoeverre moeten de IND, DTV en vreemdelingenpolitie “meewerken”? Een politiemedewerker zegt tegen de onderzoekers: “Vorige week moesten we nog iemand in bewaring stellen en dan bellen we de ngo en leggen we het uit. Ze begrijpen het wel en accepteren dat dit onze taak is”. DTV stelt te hebben moeten wennen om niet meer “de regie” te hebben, maar in de praktijk zijn zij nog steeds degenen die uitzetten. De “rijkspartijen geven aan alleen creatief mee te kunnen denken binnen de huidige beleidskaders”. De IND-medewerkers aan tafel hebben geen beslissingsbevoegdheid, en dat is ook “niet gewenst” volgens de IND. Zij hoeven dus helemaal niet van hun gebaande paadjes af te wijken. En met de weinige kritiek in het rapport op de staat van het huidige beleid lijkt dit als een vaststaand feit te worden gepresenteerd.

In het hoofdstuk over samenwerking is het haast een lichtpuntje om te lezen dat het “probleem” is dat de steungroepen en rijkspartijen niet altijd dezelfde visie op een zaak ontwikkelen. Godzijdank, er wordt nog steeds teruggeduwd, al is dat binnen de LVV-polderstructuur. Het geeft in ieder geval aan dat de steungroepen niet volledig uitvoerders zijn geworden, en dat er nog kritische medewerkers bestaan die proberen om zich nog steeds hard te maken voor de mensen onder hun hoede.

Apartheidsstaat

De afgelopen tien jaar is er veel druk opgebouwd op het uitsluitbeleid van de staat. Er waren protesten in de vorm van demonstraties, tentenkampen, kraakacties. Er waren bijeenkomsten, optredens en lezingen. Zelforganisaties van vluchtelingen ontstonden, evenals sympathisantennetwerken. Honderden, zo niet duizenden artikelen zijn geschreven door vluchteling-activisten, bondgenoten, journalisten en steungroepen. Ontelbaar veel rechtszaken zijn gevoerd, mensenrechtenorganen hebben zich uitgesproken tegen de uitsluiting. De opening van BBB’s werd hierdoor afgedwongen, tegen de zin van de landelijke overheid in. De staat sloeg terug door mensenrechtenorganen te negeren en hun woorden krachteloos te maken, er was korte tijd zelfs sprake van dreigende boetes voor gemeenten die hun lokale opvang open hielden. Maar daarna veranderde de tactiek in die van de repressieve tolerantie. De LVV’s waren het antwoord om van die gemeentelijke BBB’s af te komen, steungroepen werden erbij betrokken die mochten meedenken over de inrichting van de nieuwe opvangvorm, subsidies werden verstrekt. De samenwerking tussen steungroepen, gemeenten en rijksdiensten werd bejubeld. En ondertussen werd keihard geprocedeerd door de staat om alle rechten of aanspraak op opvang voor mensen zonder papieren kapot te maken. De nieuwe opvang werd er een onder de voorwaarden van de staat zelf.

Het uitsluitbeleid is alive and kicking. Niet ondanks, maar dankzij de LVV’s. De overheid heeft ingezien dat ze voor “ieder” wat wils kan creëren. Voor iedereen, behalve voor de mensen zonder papieren zelf. Degenen die voor een “ruimhartiger beleid” zijn, kan verteld worden dat er in de LVV opnieuw bekeken wordt of er een verblijfsvergunning kan worden afgegeven. Degenen die voor een streng beleid zijn, kan verteld worden dat men door “activering” de geesten van de vluchtelingen en migranten rijp maakt voor “zelfstandig vertrek”, met name hen die eerder niet gedwongen konden worden uitgezet. De onafhankelijkheid, strijdbaarheid en kritische houding van steungroepen staat in deze constructie danig onder druk, en dat komt de staat maar machtig mooi uit. We moeten blijven terugduwen, blijven vechten tegen deze apartheidsstaat, omdat mensen zonder papieren geen pakketjes zijn die de staat kan blijven schuiven van opvang naar straat naar gevangenis naar straat. Dat opvang nog steeds voorwaardelijk is in een van de rijkste landen ter wereld is een groot en grof schandaal.

Mariët van Bommel

Harry Westerink