Praatjesmaker: Het spel der verkiezingen

Eerst moet het spel van de marketing gespeeld worden. Hoe gaan we winst behalen? Hoe moet de poster er uitzien? De reclamespotjes? Wat wordt de boodschap? Wat zeggen we als we gaan flyeren? Hoe overtuigen we de mensen dat ze voor ons merk moeten kiezen en niet een ander? Zoals we met onze eurobiljetten de merken kopen die ons hebben overtuigd van hun smaak of kwaliteit, zo kopen wij met ons stembiljet ook een soort van smaak en kwaliteit.

Ja ja… En dan is het zover… Van 31 naar 41, 15 blijft 15, van 10 naar 12, van 12 naar 3, euhh… toch 4. Het gaat dan maar om één ding: cijfers. Dat is precies ook de overeenkomst tussen de managers van politiek en de managers van bedrijven: ze zijn slechts geïnteresseerd in de excelsheets, en nog specifieker: in de getallen onder de streep.

De taart is verdeeld en het spel gaat verder: 150 / 2 + 1 = 76. Wie gaat met wie? Wie gaat niet met wie? Wie blijft bewust buiten? Wie slijmt om mee te mogen doen? Beetje praten, beetje lachen, misschien ook een beetje boos worden. Wat opschrijven. Zogenaamd wat geven, zogenaamd wat nemen. Laten zien wat je hebt genomen. En we zijn er.

We hebben weer een soort smaak, een soort kwaliteit gekocht met ons stembiljet, waarvan we niet wisten wat we zouden krijgen. Ook was het onmogelijk om daar achter te komen. Want als we die vraag stellen wordt simpelweg gezegd: dat kunnen we nu nog niet zeggen, want we moeten nog het spel van geven en nemen spelen.

Het is spel is gespeeld, het circus is voorbij. En stiekem is er niets veranderd aan de smaak of kwaliteit.

En o ja… Intussen gaan we door met het sluiten van buurthuizen en bibliotheken, met het wegjagen van mensen uit hun buurt door hun huizen te slopen, met het onbetaalbaar maken van de zorg. Maar dat is nu even een bijzaak. Het gaat om het spel, niet om de mensen.

Emek Egeli