Staat wil geen 5000 euro schadevergoeding betalen aan Yaseman, een Indonesiër die tijdens de koloniale oorlog maandenlang werd gemarteld

Yaseman
Yaseman

Afgelopen maandag maakte de Nederlandse staat bekend dat men in hoger beroep gaat in de zaak Yaseman. Deze inmiddels overleden Javaanse man stelde de staat in 2014 aansprakelijk voor de ernstige folteringen die hij heeft ondergaan tijdens de koloniale oorlog van Nederland tegen Indonesië. In juli van dit jaar oordeelde de Haagse rechtbank dat de Nederlandse staat inderdaad verantwoordelijkheid draagt voor een aantal van de martelingen die Yaseman naar voren had gebracht. Hij was het eerste Indonesische oorlogsslachtoffer dat in een rechtszaak via een skype-verbinding werd gehoord. Yaseman zelf heeft de uitspraak van de rechter niet meer kunnen meemaken. Enkele weken na zijn getuigenis overleed hij op 89-jarige leeftijd in zijn Indonesische woonplaats Malang.

Op 18 juli heeft de Haagse rechtbank het bewezen verklaard dat Nederlandse militairen in 1947 de schedel van de gevangen genomen Yaseman met een stok hadden ingeslagen en een sigaret op zijn hoofd hadden uitgedrukt. Door deze uitspraak werd de staat gedwongen om Yasemans nabestaanden 5000 euro aan schadevergoeding te betalen. Daartegen gaat de staat nu in hoger beroep. “Het is bekend dat Nederland tijdens de onafhankelijkheidsoorlog op grote schaal heeft gemarteld”, aldus Liesbeth Zegveld, de advocaat van Yaseman. “Van alle slachtoffers heeft maar één slachtoffer zich bij de rechtbank gemeld, dat is de heer Yaseman. Het is jammer dat zelfs voor deze ene zaak de staat geen verantwoordelijkheid wil nemen.” Volgens Jeffry Pondaag, voorzitter van stichting Comité Nederlandse Ereschulden, bewijst het hoger beroep dat de staat heeft aangetekend dat men hardnekkig blijft weigeren om die verantwoordelijkheid op te pakken. Dat is des te schandaliger, nu steeds meer onderzoeken aantonen dat de Nederlandse oorlogsmisdaden toch echt structureel waren, dus geen “incidenten” of “excessen”, zoals die misdaden eerder nog eufemistisch werden betiteld.

Elektrische schokken

De indertijd achttienjarige Yaseman werd in 1947 iets ten zuiden van het Oost-Javaanse stadje Malang door Nederlandse militairen gearresteerd, waarna hij vervolgens meer dan een jaar gevangen werd gehouden. Hij werd ervan verdacht een Indonesische vrijheidsstrijder te zijn. In de dertien maanden dat hij gevangen zat, werd hij op verschillende manieren gemarteld, onder andere door middel van waterboarding, een marteltechniek waarbij grote hoeveelheden water via een slang worden toegediend. Yaseman verklaarde in juli 2017 dat Nederlandse militairen na het waterboarden tegen zijn buik schopten, waardoor hij het water weer moest uitbraken. Verder werd hij geëlektrocuteerd met gebruikmaking van een veldtelefoon. In een tv-reportage van Altijd wat uit 2013 gaf hij aan dat de elektrische schokken het pijnlijkst waren. Verder drukten Nederlandse militairen ook een brandende sigaret uit op zijn hoofd. Ze sloegen hem op zijn schedel met een stuk hout en hij moest urenlang vastgebonden in de hete zon staan. Ook lieten ze hem in zijn eigen urine en ontlasting slapen.


(De reportage van ‘Altijd wat”, met de getuigenis van Yaseman vanaf 16:25 minuten)

In 2017 trok de staat 4,2 miljoen euro uit voor een vierjarig onderzoek naar het geweld tijdens de koloniale oorlog. Samen met Francisca Pattipilohy stuurde Pondaag in november van dat jaar een open brief naar de regering, vol kritiek op de opzet van het onderzoek. “De slager keurt zijn eigen vlees, zo zie ik het”, aldus Pondaag. “Wat betekent het als dezelfde overheid die een onderzoek naar de oorlog aanstuurt, ervoor kiest om in hoger beroep te gaan in een zaak waar men door de rechter is veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van slechts 5000 euro? Men toont hiermee geen enkele welwillendheid naar Indonesische oorlogsslachtoffers toe. Sterker nog, het Nederlandse Instituut voor Militaire Historie (NIMH), een van de drie instituten die het onderzoek uitvoert, valt direct onder het ministerie van Defensie en ondersteunt de staat in het tegenwerken en afwijzen van claims zoals van Yaseman.”

Harry Westerink