Wilders zwijgt over joodse homohaat en christelijk seksueel geweld

Glas-in-lood raam in Belgische kerk.
De racist die de mond vol heeft van “de joods-christelijke beschaving”, houdt zijn kaken stijf op elkaar als een rabbijn verklaart dat homoseksualiteit een ziekte is die genezen moet worden. Ook blijft hij ijzingwekkend stil over het grootschalige seksuele misbruik binnen de rooms-katholieke kerk. PVV-leider Geert Wilders is dan ook een schijnheilig miezerig mannetje dat met pek en veren moet worden ingesmeerd.

Onlangs werd massaal ophef gemaakt over de homohaat van opperrabbijn Aryeh Ralbag. Binnen en buiten joodse kringen sprak men schande over zijn standpunt dat homo’s in therapie moeten gaan om hun seksuele voorkeur de kop in te drukken. Grote afwezige in het publieke debat was de rechts-populistische verdediger van “onze joods-christelijke normen en waarden”. Als het om een homovijandige imam zou zijn gegaan, dan had hij moord en brand geschreeuwd. Nu zweeg Wilders echter als het graf. Dat geldt ook voor de beerput die steeds meer wordt opengetrokken over het wijdverspreide seksuele misbruik van kinderen door mannen met machtsposities in de katholieke kerk. Die verschrikkingen zijn door de kerk jarenlang in de doofpot gestopt, en ook de PVV-er houdt er graag zijn mond over.

Wilders gebruikt de mythe over “de joods-christelijke beschaving” als propagandamiddel voor zijn eigen zondebokpolitiek tegen moslims. In feite is die veronderstelde beschaving niet meer dan een ideologische constructie om westerse superioriteitsgevoelens uit te dragen. Want het christendom heeft juist eeuwenlang op voet van oorlog met het jodendom geleefd. Het kent een lange traditie van antisemitisme. En zowel het christelijke als het joodse geloof is in de kern oerconservatief en patriarchaal. Onderdrukking van vrouwen en homo’s heeft altijd een wezenlijk bestanddeel van beide religies uitgemaakt.

Wie Wilders wil ontmaskeren als een extreem-rechtse huichelaar en machtswellusteling, moet vooral toeslaan op de momenten dat hij zich gedeisd houdt. In plaats van te reageren als hij zelf de aanval zoekt, is het zaak om hem ongenadig onder vuur te nemen als hij er het zwijgen toe doet, bijvoorbeeld over de homohaat van de opperrabbijn en het seksuele geweld binnen de katholieke kerk. Zo kan de broodnodige anti-racistische strijd tegen de verdeel-en-heerspoliticus hopelijk worden versterkt.

Harry Westerink