Dossier dwangarbeid in Leiden deel 4: de bobo’s

Leids college kan de pot op met z'n dwangarbeid...
De gemeente Leiden verplicht bijstandsgerechtigden om ver onder het minimumloon en zonder arbeidsrechten te werken. Eerst minimaal zes weken in het plaatselijke Participatiecentrum en daarna tot twee jaar extern via zogenaamde participatieplaatsen. Doorbraak voert daar al geruime tijd actie tegen. Hoe wordt daarop gereageerd door de betrokken bobo’s?

Dit dossier bestaat uit vijf delen:
1 Het regime
2 De dwangarbeiders
3 De profiteurs
4 De bobo’s
5 Het onderzoek

Er is veel onvrede in de samenleving over de bezuinigingen op de sociale zekerheid en de invoering van diverse vormen van gedwongen onbetaalde arbeid. Niet alleen bij de direct betrokken werklozen, maar ook bij anderen die werklozen kennen of zelf het risico lopen werkloos te raken, en vanzelfsprekend bij de grote groep mensen die nog in solidariteit gelooft. Dat bleek bijvoorbeeld bij de actie die Doorbraak in februari in Leiden organiseerde bij het Werkplein. Opvallend veel voorbijgangers reageerden positief, namen een flyer in ontvangst en bleven even praten. Daar hielden we nog een aantal goede contacten aan over. De gebruikelijke negatieve reactie van “Ga toch werken!” bleef volkomen uit. Dat is opvallend, want als die traditionele rechtse anti-leuze ooit ergens voor de hand had gelegen, dan was het wel bij die actie op die locatie, midden op een doordeweekse dag en met veel werklozen.

Kanaliseren

Het broeit dus, en de vakbonden brengen elke paar maanden duizenden WSW-ers, Wajongers en werklozen bij elkaar om te protesteren, bijvoorbeeld op het Malieveld in Den Haag. Vertegenwoordigers van progressieve politieke partijen als GroenLinks, de SP en de PvdA komen er hun steun uitspreken. Er doen veel mensen mee aan deze prima acties, die echter niet van onderop, niet door de betrokkenen zelf zijn georganiseerd. De meeste deelnemers worden opgeroepen en vaak letterlijk met gratis bussen opgehaald door de professionals van de bond. Zo probeert de vakbeweging de onvrede zichtbaar te maken voor de politici, in de hoop dat die er hun beleid door zullen wijzigen. Wat gezien de huidige ontwikkelingen helaas (nog) niet echt lijkt te lukken.

Het is de taak van de progressieve partijen en de vakbonden om de vinger aan de pols te houden aan de onderkant van de samenleving, om onvrede en woede op te sporen, zichtbaar te maken, te herformuleren in bestuurlijke termen, en te organiseren of minimaal te kanaliseren richting de parlementaire instituten. De meeste politici en bondsmedewerkers houden er geen fundamentele kritiek op na, en hopen met hun werkzaamheden de situatie van de onderklasse te verbeteren zonder het kapitalisme als zodanig te hoeven aanvallen. In veel gevallen werken ze zo helaas objectief mee aan het efficiënter maken van de uitbuiting en onderdrukking door de scherpe kantjes af te vijlen, door obstakels van onvrede uit de weg te helpen. Nu de rol van de sociaal-democraten bij ‘de hervormingen’ meer en meer is uitgespeeld – rechts drukt die er nu simpelweg met veel geweld door – zijn de resterende politici en bondsmedewerkers koortsachtig op zoek naar nieuwe initiatieven van onderop die hun steun nodig zouden kunnen hebben, om zo ook hun eigen bestaansrecht bevestigen. En dan komen organisaties als Doorbraak al snel in het vizier.

Autonoom

Doorbraak is ongebonden, radicaal, bestaat deels zelf uit werklozen en is intensief en met enig succes bezig contacten op te bouwen in delen van de samenleving waar de bond en de politici nauwelijks nog komen. Die zien dat Doorbraak roert in de onvrede, en een redelijk aantal mensen op de been kan brengen, mogelijk meer dan de bonden of progressieve partijen momenteel lokaal zouden kunnen. Doorbraak onderhoudt in Leiden over het algemeen goede contacten met GroenLinksers, SP-ers, vakbondsmedewerkers, en de Cliëntenraad, maar blijft wel volkomen autonoom. We zouden graag naar lokale FNV-acties gaan en er voor oproepen, als die er waren. En GroenLinks heeft bijvoorbeeld na overleg met ons samen met de SP zeer nuttige raadsvragen gesteld over de gang van zaken in het Participatiecentrum.

De goede contacten weerhouden ons er natuurlijk niet van om heel duidelijk te maken dat we er volstrekt andere doelstellingen op na houden. Zo acht de FNV het te billijken dat werklozen drie tot zes maanden gratis moeten werken, organiseert de Cliëntenraad bijeenkomsten waarbij alleen bobo’s als sprekers vallen te beluisteren, en neemt de SP Leiden bestuurlijke verantwoordelijkheid voor het dwangarbeidcentrum. GroenLinks niet, maar die partij loopt in Amsterdam juist weer voorop bij de afbraak van het minimumloon. Het is natuurlijk erg makkelijk als bobo om een dramatisch verlies aan inkomen en zekerheid bij anderen te billijken, maar vanuit de positie van de werklozen zelf is onbetaald werken nooit acceptabel. Niemand wil zijn bestaanszekerheid verliezen, en het is daarom dat de mensen aan de onderkant nauwelijks nog vertrouwen hebben in de meeste politici en bondsbestuurders die dat wel kunnen aanvaarden. Vertrouwen is er wel in mensen in dezelfde onzekere positie die samen met hen iets willen ondernemen.

In de ogen van politici is Doorbraak ongrijpbaar en onvoorspelbaar, omdat we het traditionele politieke spel niet meespelen, niet meedoen aan allerlei overleggen, consequent van onderop redeneren. Zo vroeg een SP-raadslid op een lokale bijeenkomst van zijn partij om enkele concrete gevallen van misstanden in het Participatiecentrum zodat hij die kon aankaarten in de raad. Die hebben we niet gegeven omdat we niet geïnteresseerd zijn in het bijschaven van enkele misstanden door politici die onze bevindingen in een context zullen presenteren van “kijk eens wat een verbeteringen we gaan toepassen”. Het centrum is op zich een misstand. Daarbij willen we niet als onbezoldigde onderzoeksmedewerkers van de SP of GroenLinks fungeren, en hebben we geen zin om verhalen die dwangarbeiders in goed vertrouwen met ons hebben gedeeld door te spelen aan politici, ook niet aan goed bedoelende.

Repressie

Doorbraak werkt niet als een partij of bond, maar kan ook niet gemakkelijk weggezet worden als een simpele actiegroep. Onze maatschappelijke goodwill, politieke contacten en serieuze inzet lijken ervoor te zorgen dat er nauwelijks nog repressie richting Doorbraak plaatsvindt. We kondigen onze acties vooraf niet bij de politie aan, hangen spandoeken aan gevels en gebruiken zonder toestemming geluidsversterking en stoepkrijt, stuk voor stuk zaken waarvoor in Leiden eerder actievoerders door de politie van de straat zijn geknuppeld. Vooraf aan onze actie bij het Werkplein was de politie toch op de hoogte geraakt, maar bleek men afspraken gemaakt te hebben met de bewakingsdienst om beiden uit het zicht van de actievoerders te blijven.

Opvallend is ook dat zowel de verantwoordelijke CDA-wethouder Jan-Jaap de Haan als dwangarbeiddirecteur Bas van Drooge in de lokale media begrip hebben getoond voor onze opstelling. Dat hoeven ze niet te doen, tenzij ze het idee hebben dat onze visie wel eens door veel mensen gedeeld zou kunnen worden. De Haan was na onze actie bij het Werkplein enigszins positief bij Unity TV (vanaf 7:40 minuten), en naar aanleiding van onze actie tegen de opening van het dwangarbeidcentrum schreef het Leidsch Dagblad aanvankelijk op de website: “Directeur Bas van Drooge van de Leidse en Leiderdorpse sociale werkvoorziening De Zijl Bedrijven (DZB) probeert collega’s in het land te mobiliseren tegen het werken met behoud van uitkering. Hij werkt graag mee aan goedkopere manieren om mensen weer aan het werk te helpen, maar vindt dat tijdelijke eenvoudige banen dan wel minimumloon zouden moeten betalen. Dat zei hij maandagmiddag tijdens de opening van een ’participatiecentrum’ bij DZB. Van Drooge is het op dat punt eens met de actievoerders van Doorbraak, die tijdens de opening demonstreerden voor het gebouw van DZB. ‘Ik ga er niet over, maar als Nederlander vind ik dit niet correct.” Een paar uur later werd deze passage verwijderd, op last van Van Drooge zelf. Zelfcensuur, of druk van zijn wethouder? Hun af en toe welwillende houding is vanzelfsprekend alleen bestemd voor de bühne, en leidt zeker niet tot een ander beleid jegens werklozen, hooguit dus tot minder repressie tegen protesterende werklozen en hun sympathisanten. En ook die tolerantie is maar beperkt, zoals de strijd in het Participatiecentrum zelf laat zien. Daarover in het volgende deel meer.

Eric Krebbers