De strijd tegen de Leidse dwangarbeid

Activist-dwangarbeider bij opening van Participatiecentrum.

Het Leidse gemeentebestuur heeft in 2011 dwangarbeid ingevoerd voor bijstandsgerechtigden. Doorbraak voert daar actie tegen. Een chronologie.

Ce texte en Français

This text in English

8 september 2010. Een verslag over de strijd tegen de dwangarbeid in Leiden moet eigenlijk in Amsterdam beginnen. Daar voert het Steuncomité Sociale Strijd (SSS), waar ook Doorbraak aan meedoet, al in 2010 actie tegen het pilotproject “loondispensatie” van GroenLinks-wethouder Andrée van Es. Ze zet zo werklozen onder het minimumloon aan het werk. “SSS eist dat het minimumloon wordt gehandhaafd. Gelijk loon voor gelijk werk is immers een van de hoekstenen van het sociale stelsel. Daar mag niet aan worden getornd”, schrijft het steuncomité in een pamflet. “Nu hebben alle werknemers gewoon nog recht op een cao-loon. Een verworven recht waar onze ouders en voorouders keihard voor hebben moeten knokken. Wat er staat te gebeuren, is een van de ergste vormen van afbraak van de sociale zekerheid. In een tijd dat de bankdirecteuren hun zakken weer vullen, gaan de mensen aan de onderkant de rekening betalen. Dat gaan we niet laten gebeuren!”

17 februari 2011. Op die dag behandelt de commissie Werk en Financiën van de Leidse gemeenteraad de plannen voor dwangarbeid. Doorbraak doet mee aan de inspraakronde, en krijgt voor haar principiële afwijzing van de dwangarbeid de meeste handen op elkaar.

De dwangarbeid kan variëren van drie maanden (“opstapbaan”) tot maar liefst twee jaar (“participatiebaan”). Maar het kan nog erger: wie werkloos wordt en een bijstandsuitkering aanvraagt, moet voortaan eerst zes weken helemaal gratis en voor niks werken voor de gemeente. Keurt de gemeente je aanvraag goed, dan krijg je voor die periode alsnog een bijstandsuitkering. En anders heb je gewoon pech gehad.

Bij een opstapbaan moet een werkloze drie maanden werken bij een baas, zonder het minimumloon te krijgen, laat staan het betreffende cao-loon. Tijdens deze “kennismakings- of stageperiode” moet hij het doen met een bijstandsuitkering. Het is de bedoeling dat de betrokkene daarna eindelijk een gewoon loon gaat ontvangen van zijn baas, die dat geld overigens wel nog twee jaar van de gemeente terugkrijgt. “De regeling moet natuurlijk ook voor de werkgever aantrekkelijk blijven”, aldus de gemeente, die zoals gebruikelijk meer blijk geeft van medeleven met het bedrijfsleven dan met de eigen burgers. Werklozen die niet in zo’n opstapbaan gedwongen kunnen worden, belanden voor een flink deel in participatieplaatsen. Daarbij moeten werklozen maar liefst twee jaar werken onder het minimum- en cao-loon. De gemeente denkt voor hen aan “ondersteunende werkzaamheden op scholen, in de (thuis)zorg, ziekenhuizen, groenvoorziening, bewaking en dergelijken. In principe komt al het werk dat voorheen onder de vlag ‘gesubsidieerd werk’ werd gedaan in aanmerking”, aldus de plannen. Een hele groep mensen wordt zo nog verder naar beneden getrapt. Neem het voorbeeld van de conciërge die een gewone baan met bijbehorende arbeidsrechten had, maar die ergens in de jaren 90 ontslagen en werkloos werd. Die moest van de gemeente daarna onder het mom van een banenpool en later een ID-baan weer precies hetzelfde werk gaan doen, maar dan wel tegen het minimumloon, en met heel wat minder rechten. Rond 2006 werd hij weer ontslagen omdat de ID-banen stopgezet werden. En nu moet zo iemand van de gemeente weer hetzelfde werk gaan doen, met alleen maar een bijstandsuitkering en volkomen rechteloos. Verpaupering en afbraak van rechten onder regie van de gemeente.

Er zijn die avond maar liefst 50 bezorgde Leidenaren aanwezig. Een van de andere insprekers heeft net als Doorbraak een zeer scherp verhaal. “De keuze is duidelijk: als de bijstandsgerechtigde de arbeid weigert, wordt de voor het fysieke voortbestaan noodzakelijke uitkering stopgezet. Weigering van dwangarbeid betekent geen uitkering, geen uitkering betekent geen eten, geen eten betekent overlijden”, zo zei hij. “Meer dwang dan dit is niet mogelijk. Het is uiteindelijk niet anders dan iemand met het pistool tegen het hoofd tot dwangarbeid te dwingen. Er is dus sprake van arbeid, er is sprake van maximale dwang, en dus sprake van dwangarbeid in zijn meest uitgesproken vorm, namelijk verplicht moeten werken zelfs zonder loon. Straks zien we op straat groepjes van twee gedwongen schoffelaars rondlopen, de een met een taakstraf en de andere een bijstandsgerechtigde. De eerste mag na 240 uur naar de huis, de ander moet twee jaar doorgaan met een mogelijk verlenging van nog eens twee jaar.”

4 maart 2011. Doorbraak organiseert op die dag met medewerking van de Bijstandsbond een strijdbare bijeenkomst over onder meer de disciplinering en vernedering waar werklozen mee te maken hebben, de dwangarbeid die hen wordt opgelegd, ook in Leiden, en het mogelijke verzet daartegen van onderop.

6 november 2011. Op een bijeenkomst van de Bijstandsbond kaart Doorbraak bij SP-Tweede Kamerlid Sadet Karabulut en GroenLinks-wethouder Van Es aan hoe het toch kan dat hun partijen lokaal meewerken aan de invoering van dwangarbeid voor bijstandsgerechtigden. De opstellingen van de afdelingen van die partijen lopen zeer sterk uiteen. Zo voert de SP-afdeling Sittard-Geleen actie tegen de verkwanseling van het wettelijk minimumloon door die gemeente, terwijl de SP in Leiden juist volop meewerkt aan nieuw beleid dat bijstandsgerechtigden dwingt om onbetaald werk te verrichten. Oppositiepartij GroenLinks Leiden neemt in die stad principieel stelling tegen de ontduiking van het minimumloon, maar in Amsterdam voert GroenLinks-wethouder Van Es dat beleid juist van harte uit, wat de Amsterdamse SP overigens weer fel bekritiseert. Later bericht de SP-Tweede Kamerfractie dat de Leidse afweging “niet in lijn is met ons standpunt in de Tweede Kamer. Wij gaan de afdeling hier natuurlijk op aanspreken.”

7 november 2011. ’s Middags voeren 15 activisten en sympathisanten van Doorbraak actie tegen de opening van het nieuwe Participatiecentrum in het DZB-gebouw aan de rand van Leiden. Op de ‘feestelijke’ opening komen zo’n 50 bestuurders, politici en andere geïnteresseerden af. Die worden ontvangen met een spandoek met de leus “Geen bestaansonzekerheid en arbeidsdwang” en actieborden met teksten als “Strijd tegen dwangarbeid” en – naast een aangevoerde toiletpot – “De pot op met het Participatiecentrum” en “Schijt aan dwangarbeid”. Ook is een aantal actievoerders als haveloze dwangarbeider verkleed de straat aan het vegen en andere zinloze klusjes aan het doen. Verder worden er flyers uitgedeeld.

Mensen die uit het gebouw komen, vertellen soms hemeltergende verhalen. Iemand werkt al acht weken volkomen onbetaald, in de hoop op den duur een uitkering te krijgen. In de tussentijd leeft hij van zijn zorgtoeslag. Van de medewerkers van het centrum tonen maar weinigen zich echt enthousiast over de plannen. Ze ‘moeten’ wel meedoen, zeggen ze. Maar ze lijden er wel onder, klinkt het dramatisch. Sommigen doen bijna alsof zij, en niet de bijstandsgerechtigden, daarom de werkelijke slachtoffers van het repressieve beleid vormen.

Een van de deelnemers aan de opening is SP-raadslid Louk Rademaker, die de Doorbraak-activisten ter plekke probeert wijs te maken dat het als partij beter is om mee te doen aan de invoering van zo’n centrum dan je erbuiten te houden. Hij is vanzelfsprekend ook tegen het Participatiecentrum, maar blijkt er ondertussen wel mee te hebben ingestemd in de raad. En dat geldt eveneens voor het voornemen van het gemeentebestuur om bijstandsgerechtigden die een kamer bewonen in één keer rücksichlos tien procent te korten. Geconfronteerd met de woede van de slachtoffers van die korting, brengt het raadslid enigszins regentesk naar voren dat het “mathematisch” gezien niet om 10, maar om slechts 8,3 procent gaat. Hij verdedigt de maatregel, want het kan volgens hem nu eenmaal niet anders.

Later blijkt Rademaker teleurgesteld over het verslag van de actie op de Doorbraak-website. Doorbraak zou werklozen te kakken hebben gezet, en te eenzijdig kritiek hebben op hem en de SP. We staan toch immers allemaal aan dezelfde kant? Dat schrijft hij in een emotionele brief aan Doorbraak. Een Doorbraak-activist reageert schriftelijk dat hij eveneens teleurgesteld is, en wel in het raadslid zelf. “Waar jij je, op jouw beurt, onvoldoende rekenschap van geeft, zo blijkt uit je reacties, is dat jij als persoon heel direct mij als persoon in mijn bestaanszekerheid aanvalt. Ik heb zelf een bijstandsuitkering en heb ook die brief ontvangen over die 10 procent korting voor kamerbewoners, en ik dreig ook dwangarbeid te moeten gaan uitvoeren in de nabije toekomst. Naar ik begrijp heb jij persoonlijk als raadslid vóór beide maatregelen gestemd. Hoe je het ook wendt of keert, maakt dat de discussie voor mij persoonlijk nogal emotioneel: ik kom in grote problemen vanwege een maatregel waar jij medeverantwoordelijkheid voor hebt genomen. We kunnen doen alsof we vanzelfsprekend kameraden zijn, die aan dezelfde kant staan, maar feitelijk stem jij tegen mijn bestaanszekerheid. Verplaats je even in mijn situatie. Dan denk ik dat ik meer reden heb om teleurgesteld te zijn over jou als SP-er (ik heb op jullie gestemd) dan omgekeerd. Het is voor mij en de andere werklozen bij Doorbraak geen abstracte politieke discussie, maar een kwestie van hoe overleef ik, hoe kunnen we samen vechten om te overleven? Tegen de maatregelen waar jij dus voor gestemd hebt. Het is dus ook niet zo dat de activist een werkloze nadeed: hij ís een werkloze. Het staat hem vrij om te spelen zoals ie wil, hij beledigt hooguit zichzelf. Hij vertegenwoordigt niet de werklozen in Leiden, hij is een van hen, en hij beeldde uit hoe wij als werklozen in de gemeentepapieren worden neergezet. Papieren van het college, waar de SP deel van uitmaakt.”

17 november 2011. De Leidse Cliëntenraad, een belangenorganisatie voor uitkeringsgerechtigden, organiseert een bijeenkomst die helaas veel weg heeft van een tv-show met bestuurders, of van een training voor gemeente-ambtenaren. De stem en inbreng van uitkeringsgerechtigden komt in het hele programma niet voor. Het publiek moet braaf luisteren naar de praatjes en krijgt nauwelijks tijd en gelegenheid om een principieel debat aan te gaan over het landelijke en lokale afbraakbeleid. Na drie ellenlange uren zijn de uitkeringsgerechtigden in de zaal zo suf geluld door het technocratische jargon van de sprekers dat ze het gevoel krijgen dat ze zojuist een verplicht reïntegratietraject hebben moeten afleggen.

De aanwezige activisten raken er opnieuw van doordrongen hoe belangrijk het is dat de strijd van uitkeringsgerechtigden een zaak blijft van henzelf. Voor links protest tegen het afbraakbeleid moet niet worden vertrouwd op al die bobo’s in vertegenwoordigende organen in het middenveld en de bovenlaag van de samenleving, zoals die voor deze middag door de Leidse Cliëntenraad zijn uitgenodigd. Het was voor de Cliëntenraad kennelijk een brug te ver om een panel neer te zetten met minimaal één uitkeringsgerechtigde erin, laat staan een panel met minstens evenveel uitkeringsgerechtigden als hotemetoten. Met allemaal vanaf het eerste moment een gelijkwaardige positie als spreker: achter de tafel, met eigen microfoon, allemaal een even lange inleiding en het recht uitgebreid vragen te beantwoorden, in plaats van ze alleen te mogen stellen.

Op de bijeenkomst vertelt een ambtenaar dat een uitkering voortaan geen “vangnet” meer is, maar een “springplank” naar werk. “Activering” van werklozen staat voorop, met andere woorden: ze moeten allemaal opgejaagd worden naar banen die er niet zijn. Ze krijgen daarbij nauwelijks hulp meer, en moeten zoveel mogelijk zelf “de regie” nemen. Maar als het over de bazen van de dwangarbeiders gaat, dan kiest de gemeente plots een heel andere toon. Bazen hebben namelijk recht op “ontzorging”, want ze wensen “geen sores”. De gemeente wil hen zoveel mogelijk werk uit handen nemen, aldus de ambtenaar. De “populatie” die nog kan werken, moet zo snel mogelijk aan de slag, waarschuwt hij. Want “misbruik van uitkeringen” moet worden tegengegaan. Alsof bijstandsgerechtigden per definitie fraudeurs zijn. Om hen tot werken te dwingen zet de overheid volgens hem “een technisch instrument” in: “loondispensatie”, dat in feite neerkomt op regelrechte ontduiking van het minimumloon en uitholling van arbeidsrechten. En zo gaat het de hele middag maar door met dat verhullende en ontmenselijkende jargon: “een nieuwe mindset”, “maatwerk”, “transparantie”, “ontschotting”, “in- en aanbesteden”, “liever doelmatigheidsdenken dan denken in gelijkheid”.

In het panel neemt FNV-er Rob Splint een bijzonder slap standpunt over dwangarbeid in. Hij gaat ermee akkoord dat uitkeringsgerechtigden “3 tot 6 maanden” zonder arbeidscontract aan de slag gaan. “Maar waarom accepteren jullie dat?”, komt de vraag vanuit de zaal. “Omdat die mensen vaak eerst nog ingewerkt moeten worden”, is het antwoord. Maar moet elke arbeider dan niet eerst worden ingewerkt? Moeten we straks allemaal eerst 6 maanden gratis gaan werken? En wat weerhoudt de bazen ervan om na die 6 maanden gewoon verse werklozen op te halen, in plaats van zijn huidige bijstandsgerechtigden een contract te geven? “Niets”, moet de vakbondsman erkennen, “maar daar moet de gemeente wel scherp op letten.”

Doorbraak-activisten hebben de bijeenkomst gelukkig wel nuttig kunnen gebruiken. Ze stonden bij de ingang met actieborden, en hebben iedereen een flyer gegeven met ongezouten kritiek op de dwangarbeid en een oproep om contact met Doorbraak op te nemen. Vooraf, in de pauze en na afloop zijn er ook veel kritische gesprekken gevoerd. Dat was voor de activisten inhoudelijk heel wat bevredigender dan het hele officiële programma bij elkaar.

Eric Krebbers