Ternauwernood ontsnapt aan dwangarbeid in Hoogeveen

Logo.
Logo.
Deva Daniël, een uitkeringsgerechtigde uit Hoogeveen, kreeg te horen dat hij gedurende zes weken lang inpakwerk moest doen. Gratis, om zo zijn uitkering te behouden. Hoewel hij bang was voor sancties liet hij het er niet bij zitten. Hij zorgde ervoor dat hij een medische keuring kon ondergaan en ontkwam zo aan het verrichten van die dwangarbeid. Tevens diende hij een klacht in bij de Gemeentelijke Ombudscommissie, omdat hij het stuitend vond hoe hij door zijn jobcoach werd behandeld. Zijn verhaal laat zien dat tegenstribbelen loont in de strijd tegen dwangarbeid.

Doorbraak verzet zich tegen dwangarbeid voor uitkeringsgerechtigden, en probeert de ervaringen en het verzet van de dwangarbeiders op te tekenen.

Eerder kwamen al verhalen naar buiten uit:
Amsterdam
Den Haag
Deventer
Eindhoven
Helmond
Hoogeveen
Leiden
Vlagtwedde
Vlissingen

Wil je ook je verhaal kwijt? Mail dan naar dwangarbeid@doorbraak.eu. We kennen uit eigen ervaring de repressieve sfeer die er kan heersen op en rond de dwangarbeidplaatsen. Daarom brengen we vanzelfsprekend alleen verhalen naar buiten waar jij expliciet toestemming voor geeft.

Deva was langdurig werkloos en had al zeven jaar lang de status ‘arbeidsongeschikt’ binnen de bijstand, toen hij anderhalf jaar geleden naar Hoogeveen verhuisde. De verhuizing verliep volgens plan en Deva voelde zich goed. Daarom wilde hij onderzoeken wat zijn mogelijkheden waren om weer betaald aan de slag te gaan. Hij kreeg een jobcoach toegewezen met wie hij het prima kon vinden. Zij zorgde ervoor dat hij, met zijn instemming, in een traject terecht kwam dat eigenlijk voor Wajongers was bedoeld, de zogenaamde Jobcarrousel. Dat bleek echter niets voor hem te zijn. Hij had naast zijn gymnasiumdiploma geen andere diploma’s en daarnaast had hij ook weinig werkervaring. Daardoor konden ze bij de Jobcarrousel niets met hem beginnen. “Hoewel de contactpersoon van de Jobcarrousel in een interview met een ambtenarenblad toegegeven had dat werkgevers niet bepaald stonden te springen om met het traject mee te doen, kreeg ik zelf de schuld van het mislukken van mijn traject. Terwijl ik toch een aantal ideeën aangedragen had en bereid was om een aantal maanden gratis stage te lopen bij een werkgever, als dit tot een baan zou kunnen leiden”, zegt Deva.

Na deze vervelende ervaringen werd ook de jobcoach, met wie hij het altijd goed kon vinden, ontslagen. Haar contract werd niet verlengd. Deva raakte daardoor erg gedemotiveerd. Toen hij bij zijn nieuwe jobcoach op gesprek moest komen, keek hij dan ook de kat uit de boom. Deze nieuwe jobcoach besloot binnen vijf minuten dat het voor Deva goed zou zijn als hij wat werkervaring op zou doen middels verplicht vrijwilligerswerk. Hij had totaal geen behoefte om onbetaald werk te doen wanneer dat geen uitzicht gaf op een betaalde baan. Hij durfde dat echter uit angst voor sancties niet tegen haar te zeggen. Daarom vroeg hij de lokale SP om hulp, maar die gaf niet thuis omdat men juist voor het verplicht verrichten van vrijwilligerswerk door werklozen was. Het vrijwilligerswerk, werken bij een amateuristische lokale nieuwssite, ging uiteindelijk niet door. Maar daarmee eindigde het niet: de jobcoach belde plotseling op met de mededeling dat zij Deva had opgegeven voor een traject. “Ik werd woedend omdat ze mij dus zonder mij zelfs te raadplegen opgegeven had voor een traject. En dat terwijl ik in het eerste gesprek met haar geprobeerd had mijn grenzen aan te geven. Ik had haar erop gewezen dat ik jarenlang de status arbeidsongeschikt had gehad en heb zelfs gezegd: ‘ik ben geen slaaf’. Blijkbaar geschrokken van mijn woedende reactie nodigde ze me meteen uit voor een gesprek, dezelfde middag nog.”

Oriëntatietraject

Tijdens dat gesprek was Deva erg emotioneel en er hing een gespannen sfeer. De jobcoach sprak hem aan op iets dat hij op Facebook had geplaatst. “Ik had daar een grapje gemaakt over een baliemedewerkster van de Sociale Dienst, zonder iemand bij naam te noemen overigens.” De jobcoach was erdoor geshockeerd, maar Deva gaf aan dat ze daar niets mee te maken had. Gaandeweg het gesprek ontkende ze dat ze hem al had opgegeven voor het traject. Maar, zo zou later nog blijken, ze vertelde wel vaker leugens. Het was duidelijk dat hij niet meer onder dit traject uit kon komen, en weigeren durfde hij ook niet. Wel gaf hij aan dat hij het nut ervan niet inzag, aangezien hij al vijf of zes trajecten achter de rug had zonder resultaat. Het zou gaan om een “oriëntatietraject” van zes weken. De jobcoach kon hem niet vertellen wat dat precies inhield. Wel gaf ze hem een A4-tje met informatie. Pas toen ze hem naar de deur bracht, vertelde ze dat hij verplicht moest gaan werken.

Alescon

Onder het mom van “Werken leer je door te werken” zet de gemeente Hoogeveen uitkeringsgerechtigden onbetaald aan het werk bij het reïntegratiebedrijf Alescon. De dwangarbeiders moeten daar onder andere inpak- en productiewerk verrichten voor externe bedrijven. “Met Alescon samenwerken betekent maatschappelijk verantwoord ondernemen. U geeft een mens een kans en krijgt daar een gemotiveerde medewerker voor terug. ‘Noaberschap’, zoals de Drenten dat zouden zeggen.” Met die mooie woorden op de website probeert het bedrijf de dwangarbeid te verkopen.

Op het A4-tje stond dat het ging om een traject in twee stappen. Stap 1 was een uitnodiging voor een voorlichtingsbijeenkomst, waar hij een algemene introductie en een rondleiding zou krijgen. Stap 2 heette “Diagnose door werk”. Er stond: “Gedurende ongeveer zes weken gaat u bij Alescon aan het werk, gedurende een aantal dagdelen per week het programma Diagnose door Werk. Tijdens dit programma krijgt u inzicht in uw werknemersvaardigheden, kwaliteiten, wensen en ideeën over werken en uw arbeidsmarktmogelijkheden. Naast het werken heeft u iedere donderdagochtend arbeidsmarktoriëntatie waarin we samen met u alle voorbereidingen treffen om goed te kunnen solliciteren. In geval van ziekte en of vakantie wordt het traject verlengd met de dagen dat u afwezig bent geweest. Rond de zesde week wordt beoordeeld of u (deels) bemiddelbaar bent op de reguliere arbeidsmarktkomt Samen met uw klantmanager van het Werkplein en de jobcoach van Alescon wordt besloten of traject verlengd wordt of dat u doorgaat naar bemiddeling via het Werkplein.” Een tekst met taalfouten.

De schrik zat er goed in bij Deva. Na een nacht nauwelijks geslapen te hebben belde hij de volgende dag Alescon op. Het traject daar zou een week later al beginnen. Er werd echter niet opgenomen, en de volgende dag bleek de contactpersoon op vakantie te zijn. Na het proberen van weer een ander telefoonnummer kreeg hij iemand aan de lijn die hem uitlegde dat het traject zou bestaan uit het zes weken verrichten van inpakwerk. Deva zei: “Mevrouw, ik heb een gymnasiumdiploma!” Waarop ze antwoordde: “O, die zitten er hier wel meer, er werkt hier zelfs een arts!” Deva: “Ik zei toen dat ik het belachelijke, zinloze arbeid vond en dat ik niet zou komen omdat ik overspannen was.” Hij meldde zich overspannen bij zijn jobcoach en kreeg daarop een heel onduidelijk mailtje terug waaruit hij afleidde dat ze het traject toch door zou zetten. Deva raakte daarvan nog meer in de stress, en belde het Werkplein met de vraag of hij de directie mocht spreken. Dat mocht niet en in plaats daarvan werd hij gedwongen om zijn verhaal te vertellen aan de telefoniste. Die beloofde hem dat hij binnen twee dagen een nieuwe jobcoach zou krijgen, wat onzin bleek te zijn.

Klacht

Hij diende een uitvoerige klacht in tegen zijn jobcoach, en daarna mocht hij op gesprek komen bij de directrice van de afdeling. Dat was een aardige vrouw, maar ze toonde totaal geen begrip toen hij emotioneel werd. Deva gaf aan dat hij vond dat dit gedwongen werk alleen maar in het belang was van de werkgever, Alescon. Deva: “Daarop antwoordde de directrice dat het niet zozeer om het werk ging, maar dat het inderdaad een traject was om te kijken waartoe werklozen nog in staat waren, of ze op tijd kwamen, of ze goed samen konden werken, dat soort zaken. De productie an sich was volgens haar niet de voornaamste factor.” Deva geloofde haar, maar vond het natuurlijk schandalig dat werklozen zo behandeld worden met dat soort onzintrajecten.

Na het gesprek kreeg hij een andere jobcoach toegewezen. Tevens kreeg hij het advies om een medische keuring te ondergaan, een conclusie die hij zelf ook al had getrokken. Deva wilde zich koste wat kost laten afkeuren om zich zo te beschermen tegen de terreur van de gemeente. Daarom nam hij naar de keuring in zijn tas een aantal vreemde attributen mee, zoals een knuffelbeer en een pornoblaadje. “Ik nam me voor om, als het echt nodig was, over de keuringsarts heen te pissen. Maar de attributen had ik niet nodig en het pissen ook niet. Ik trof een arts die uitstekend begreep dat ik met mijn persoonlijkheidsstructuur niet binnen de maatschappij pas en vaak autoriteitsconflicten heb.” Daarom werd Deva voor onbepaalde tijd afgekeurd, ook voor het doen van vrijwilligerswerk. Zo was hij verlost van het doen van dwangarbeid.

Bij de directrice had Deva ook geëist dat er sancties zouden worden opgelegd aan de jobcoach. Daar was ze echter niet op ingegaan. Daarom besloot hij bij de Gemeentelijke Ombudsman een klacht in te dienen tegen de coach en tegen het wanbeleid van de directrice. De zitting waarop die klacht besproken zou worden werd echter keer op keer uitgesteld, een half jaar lang. Maar toen was het eindelijk zover. Deva: “Ik had van tevoren in felle bewoordingen aangegeven dat ik niet rechtstreeks geconfronteerd wilde worden met de jobcoach die me overspannen gemaakt had. Maar wie zat daar? Juist. Ik was meteen van mijn a propos, maar heb toch mijn klacht uitgebreid toe kunnen lichten. Toen de jobcoach zich verdedigde, heb ik haar meteen onderbroken met de woorden: nu zit ze weer te liegen. Ze beweerde namelijk dat ze voor het eerste gesprek op de hoogte was van mijn jarenlange status van arbeidsongeschikte. Maar dat was niet zo, want ik had het haar zelf moeten vertellen! Het was voor iedereen duidelijk dat de jobcoach nou niet bepaald ‘maatwerk’ geleverd had. Daar had ze het steeds over, maar ze moest toegeven dat ze zelf niet eens wist dat het traject uit het doen van inpakwerk bestond!”

Ondanks haar duidelijke leugens was de uitspraak van de ombudscommissie erg teleurstellend. Men gaf wel toe dat de coach fouten had gemaakt, maar toch werden Deva’s klachten in grote lijnen ongegrond verklaard. Sterker nog, het rapport stond vol lovende woorden over de jobcoach en er werden dan ook geen maatregelen tegen haar getroffen. Wel werd aangegeven dat de gemeente in het vervolg beter moest letten op bijstandsgerechtigden met psychische klachten en of de jobcoach wel echt bij hen past. Een mager succesje dus. Het was duidelijk een geval van ambtenaren die hun collega-ambtenaar beschermen.

Meteen na de uitspraak schreef Deva de directrice een brief. Daarin vroeg hij haar of ze inmiddels wel sancties wilde treffen tegen de jobcoach, nu de ombudscommissie had geconstateerd dat ze fouten had gemaakt. Ook vroeg hij haar in de brief hoe het vinden van passende jobcoaches voor bijstandsgerechtigden met psychische klachten in de praktijk zou gaan verlopen. Hoogstwaarschijnlijk is de brief door ambtenaren ‘kwijtgeraakt’ want Deva kreeg noch een ontvangstbevestiging, noch een antwoord.

Deva zegt dat hij met dit verhaal eigenlijk naar de Nationale Ombudsman zou moeten gaan. “Ik vind het stuitend dat een gemeente niet kijkt naar wat een bijstandsgerechtigde zelf wil, maar verplicht vrijwilligerswerk en totaal onzinnige en kostbare dwangarbeidtrajecten oplegt. Ik vind het stuitend dat een jobcoach dwang uit mag oefenen, mag snuffelen op mijn Facebook-pagina en mag liegen. Ik vind het ook stuitend dat een gemeentelijke ombudscommissie totaal niet objectief blijkt te zijn, en een ambtenaar eerder gelooft dan een bijstandsgerechtigde. Ik vind het stuitend dat ik als werkzoekende bescherming moet zoeken bij de medische wereld. En ik vind het ook stuitend dat brieven aan de gemeente kwijtraken en dat ik geen antwoord meer krijg. Ik zou mensen op willen roepen om hun gevoel van eigenwaarde te bewaren en naar hun gevoel te luisteren. Er is altijd een uitweg: een medisch traject, als je ziek bent, mogen ambtenaren je echt nergens toe dwingen.”

Shirley de Vet