Universiteitsbesturen hebben genoeg van studenten

Sijbolt Noorda, voorzitter van de Vereniging van Universiteiten (VSNU)
Het leek allemaal zo mooi op 21 januari. Studenten en docenten demonstreerden samen tegen de bezuinigingen op het onderwijs. Maar liefst 20 duizend mensen op het Malieveld, geweldig! De universiteiten gaven collegevrij en regelden bussen voor studenten om de demo tot een succes te maken. VVD-staatssecretaris Halbe Zijlstra werd van het podium afgejoeld. Zoveel eensgezindheid. Daar moest premier Mark Rutte wel gevoelig voor zijn. Niets blijkt minder waar: de regering geeft geen krimp. En ook de universiteitsbesturen blijken niet echt aan de kant van de studenten te staan als het er op aan komt. Bijna tegelijkertijd met de demonstratie hadden ze een tripje gepland naar een vijfsterrenhotel in Parijs om het een en ander te bekonkelen.

Dat kwam 2 weken geleden uit in dagblad Trouw. De universiteitsbesturen, verenigd in de VSNU, stellen een aantal dingen voor aan Den Haag. Ten eerste willen ze studiefinanciering helemaal omzetten in een asociaal leenstelsel: al het geld voor de studie moet voortaan worden geleend. “Een investering in je eigen toekomst”, zoals dat vaak wordt genoemd. Ten tweede willen ze het collegegeld voor bijna de helft van de studenten (!) fors verhogen. Bijvoorbeeld voor langstudeerders en mensen die een tweede studie doen. Oftewel: voor alle mensen die op wat voor manier dan ook vallen buiten het standaardtraject, dat wil zeggen: één studie doen in de tijd die daar voor staat. Ten derde: een studentenstop. De universiteiten mogen niet verder groeien en iedereen die niet op de universiteit terecht kan, moet dan maar naar het HBO.

Dit lijkt schokkend, maar het komt niet echt als een verrassing. Al een aantal maanden geleden werd bekend dat universiteiten gelobbyd hebben om de “langstudeerdersboete” helemaal bij de studenten te leggen. Bovendien zijn er natuurlijk de kabinetsplannen om de master niet meer te financieren. Als deze maatregelen doorgevoerd worden, zullen ze de zoveelste zijn in een lange reeks van “rendementsmaatregelen”. De duur van de studiefinanciering is ingekort, het collegegeld is verhoogd, de studiefinanciering gaat niet mee met de inflatie, een tweede studie is onbetaalbaar. Daarnaast ondernemen de universiteiten en faculteiten zelf ook een hoop om de ontplooiing van studenten in te dammen. Studiepunten vervallen na een aantal jaar, als in het eerste jaar niet een bepaald aantal punten gehaald wordt kan de studie niet voortgezet worden, enzovoorts.

Dat komt allemaal voort uit een idee dat al een tijd lang steeds meer aanhang krijgt onder bestuurders: de universiteit is een bedrijf. En op dat bedrijf wordt bezuinigd door de overheid in de hoop dat het efficiënter gaat werken, dat er dus meer studenten geproduceerd worden voor de arbeidsmarkt voor minder geld. En ook de universiteitsbesturen doen daar vrolijk aan mee. Ze proberen hun bedrijf gezond te houden en schuiven daarom de bezuinigingen door naar de medewerkers en studenten. De toverwoorden zijn efficiëntie, rendement, concurrentie en een goed salaris voor het bestuur natuurlijk. Ook hier heeft het marktdenken zijn intrede gedaan, getuige alleen al de term “kenniseconomie”.

Het word tijd dat dit bij studenten doordringt. Een aantal kritische studentengroepen hamert hier al langer op. Bijvoorbeeld de Kritische Studenten Utrecht, en de Kritische Studenten Twente, maar nu komen ook een aantal studentenbonden met een reactie, waaronder de Landelijke Studentenvakbond (LSVb): “De boodschap voelt wel als een dolk in de rug van de student vanuit een vijfsterrenhotel in Parijs”.

Binnenkort staat er weer een demonstratie gepland in Den Haag. De organisatoren stellen: “Onderwijs is veel meer dan een ‘investering in jezelf’. Het is een recht!”.

Om het positief te houden: dit verhaal schept wel duidelijkheid. Studenten kunnen de bestuurders van universiteiten nu definitief uit het lijstje van medestanders schrappen.

Frodo Tromp