De Basis Inkomen Partij wil een mentaliteitsverandering teweegbrengen (basisinkomen-discussie deel 4)

Logo van het Europees Burgerinitiatief voor het Onvoorwaardelijk Basisinkomen.
Logo van het Europees Burgerinitiatief voor het Onvoorwaardelijk Basisinkomen.

Hierbij reageer ik op twee artikelen die op de Doorbraak-website verschenen: “Tien stellingen tegen de eis voor een basisinkomen” van Wildcat en “Hoe bevrijdend is de eis van een onvoorwaardelijk basisinkomen” van Bart de Baan.

De Baan geeft in zijn artikel aan dat het basisinkomen de linkse strijd niet ondersteunt omdat hij de staat ziet als trouwe dienaar van het kapitalisme. Ik begrijp niet waarom de overheid het basisinkomen niet zou kunnen dienen. De Cubaanse staat verdedigt al jarenlang hun variant van het communisme.

Bart beschouwt de staat als een sta-in-de-weg die solidariteit doorbreekt en mensen uit elkaar drijft op mondiaal niveau. Zelf geeft hij echter al aan dat het basisinkomen natuurlijk ideaal gesproken wereldwijd wordt ingevoerd. En dat is natuurlijk het uiteindelijke doel waarnaar wij streven.

Doorbraak is er enthousiast over dat er meer en meer initiatieven ontstaan in en vanuit kringen van werklozen. De beweging voor een basisinkomen is er daar een van. Het basisinkomen geeft veel mensen hoop dat er echt een uitweg bestaat uit hun dagelijkse ellende. Bij de opbouw van elke beweging is het belangrijk om samen te praten over wat te doen en wat niet. In deze nieuwe reeks discussiestukken probeert Doorbraak helder te krijgen wat de eis van een basisinkomen kan bijdragen aan onze beweging, en wat niet. We hebben de laatste maanden veel positiefs gehoord over het basisinkomen en daarom zijn we onze reeks begonnen met twee kritieken. Die lees je hier en hier. Eerder reageerde Peter Storm daarop. Nu is de beurt aan Rob Vellekoop, woordvoerder van de Basis Inkomen Partij (BIP). Meer over de ideeën van die partij lees je in “De strijd voor een basis inkomen”. Wil je ook reageren? Dan kan dat natuurlijk kort hieronder, maar ook hele artikelen die bijdragen aan de discussie worden op prijs gesteld, neem daarover contact op met de redactie: doorbraak@doorbraak.eu.

Vervolgens vindt Bart dat met een basisinkomen al wat leven mogelijk maakt, nog steeds ondergeschikt is aan het maken van winst. Dat ben ik met hem eens, indien je het basisinkomen als een geïsoleerd fenomeen ziet en dat doen wij zeker niet.

Wij willen het basisinkomen een juiste voedingsbodem geven en daarvoor is het volgende vereist. De macht van de banken moet aangepakt worden. Het bankwezen is nu nog in staat om de overheid te gijzelen wanneer zij suggereren af te stevenen op een faillissement. De Basis Inkomen Partij (BIP) wil deze macht breken door hen de mogelijkheid van geldcreatie te ontnemen en dat uitsluitend te geven aan de overheid. Daarnaast moet de centrale bank onderdeel gaan uitmaken van het ministerie van Financiën en daardoor onder de controle van de kiezer gaan vallen. Ook moet de overheid de dolgedraaide kredietverlening aan banden gaan leggen. Door de ongebreidelde kredietverlening nemen de schulden jaarlijks met miljarden toe, waardoor de macht van de instellingen die de vorderingen bezitten steeds groter wordt. Ook de macht van multinationals moet beperkt gaan worden. In de eerste plaats zullen zij veel meer belasting dan nu moeten gaan betalen en daardoor een grotere bijdrage aan de maatschappij gaan leveren dan nu het geval is. Daarnaast ligt bij ondernemingen de focus veel te veel op korte termijn-winst, waarbij de belangen van de werknemers verdrongen worden en ondergeschikt gemaakt worden aan de belangen van de aandeelhouders en het management. Dat is geen gezonde voedingsbodem voor het basisinkomen.

De beide andere kosten van de burger die een aanslag op zijn huishoudboekje vormen, zijn de energielasten en de ziektekosten. De BIP wil terug naar het systeem van ziekenfondsen en daarmee de rol van de particuliere verzekeringsmaatschappijen terugdringen. De gezondheid moet prioriteit krijgen en niet de meer dan anderhalf miljard euro winst van deze ondernemingen. Hetzelfde geldt voor de energiebedrijven waarbij dankzij de privatisering langzaam maar zeker de macht bij enkele grote spelers komt te liggen die te veel macht naar zich toe trekken.

Als reactie op Wildcats artikel: de auteur vindt dat het basisinkomen geen middel is om tot een rechtvaardiger verdeling van inkomens te komen. Dat bestrijd ik. Het onvoorwaardelijke basisinkomen wordt gekoppeld aan de huur van sociale woningen en is gelijk aan drie maal deze maximale huur. Om dat voor elkaar te krijgen moeten de inkomens herverdeeld worden. De topinkomens zullen veel meer belasting moeten gaan betalen en bedrijven idem dito om het verschuiven van inkomens naar de basis mogelijk te maken. Dat vind ik een stevige nivelleringsoperatie, die gelijkheid direct stimuleert. Tegelijkertijd verdwijnen de uitkeringen en daarmee de uitkeringsgerechtigden. Ieder krijgt recht op een basisinkomen als grondrecht en niet meer als uitkeringsgerechtigde, die in onze hedendaagse maatschappij gelijk staat aan paria, profiteur, loser en sukkel. In een slag verdwijnt de mogelijkheid om op een grote groep mensen neer te kijken, omdat die opgaat in de grote massa van basisinkomensgerechtigden.

De volgende stelling van de schrijver komt erop neer dat de laatste resten van gelijkheid uit de weg worden geruimd door inkomens op een gelijk laag niveau te trekken. Het uitgangspunt van het basisinkomen van de BIP is echter ervoor zorgen dat geen enkele burger nog in armoede zal leven, honger zal lijden of zijn woning zal kunnen verliezen. En dat hij of zij daarnaast in vrijheid wel of niet zal gaan werken voor een aanvulling op zijn basisinkomen. Wij streven geen gelijkheid om de gelijkheid na. Het basisinkomen is een ideale mix van gelijkwaardigheid en vrijheid van het individu. Niet iedereen wil een topinkomen of een glanzende carrière, maar aan de andere kant willen wij niemand in de weg staan die dit wel wenst. Echter, dit mag nooit meer ten koste gaan van miljoenen die, zoals nu, in behoeftige omstandigheden leven in een van de rijkste landen ter wereld, omdat de welvaart niet gelijkmatig over de bevolking is verdeeld.

Vervolgens concludeert stelling drie dat voor de invoering van een onvoorwaardelijk basisinkomen een enorme omwenteling in de samenleving noodzakelijk is. Dat ben ik volledig met de schrijver eens. En ja, wij willen dat gaan bereiken, niet door middel van geweld, maar door mensen op een vredelievende manier hiervan te overtuigen. Stelling vier suggereert dat het basisinkomen gefinancierd moet worden uit een draconische verhoging van de btw. Dat is niet onze weg en dat vinden wij larie. Wij willen inkomens nivelleren door de hoogste inkomens proportioneel meer inkomstenbelasting en de bedrijven veel meer vennootschapsbelasting te gaan laten betalen.

Stelling vijf ziet in het basisinkomen een slinkse manier om dreiging van revolutie af te wenden. Welnu, wij zijn niet voor een revolutie die uiteindelijk weinig of niets verandert. Nee, wij willen een mentaliteitsverandering teweegbrengen die door het basisinkomen gedragen wordt en die motiveert dat geen enkel mens ten koste van anderen, zoals nu, in buitensporige weelde en welvaart leeft. De invoering van het basisinkomen is geen revolutie met geweld, maar een maatschappelijke verandering in het bewustzijn die vertelt dat ieder evenveel recht heeft om op aarde te gedijen.

Stelling zes doet lelijk en suggereert dat een basisinkomen zeker niet goed is voor de arbeidersklasse omdat deze hen zal verdelen en de lonen verder doet dalen. Ik ben het daarmee pertinent oneens, omdat er straks geen arbeidersklasse meer is. Arbeid telt straks niet meer, maar het individu telt met of zonder werk. Ieder individu krijgt immers een onvoorwaardelijk recht op een basisinkomen. Dan hoeven ze zich evenmin nog druk te maken over lonen en de hoogte daarvan. Immers, de uitgangspositie van werknemers wordt sterker dankzij de sterke basis waarop hij in de vorm van het basisinkomen kan terugvallen. De werkgever zal hem moeten verleiden om te gaan werken. De werknemer kan rustig afwachten. Dat is de macht van het individu.

Over de laatste stellingen kan ik kort zijn. Wij van de BIP werken van onderop. Wij proberen ieder te overtuigen van de voordelen van het basisinkomen. Vanuit deze basisbeweging gaan we verder, waarbij we afgesproken hebben geen water bij de wijn te zullen doen. De uitgangspunten van het onvoorwaardelijke basisinkomen van de BIP liggen vast en zijn niet vatbaar voor compromissen met welke politieke partij dan ook. Hierdoor zijn we helder en duidelijk. Wij willen een onvoorwaardelijk basisinkomen voor ieder die achttien jaar in Nederland woont, de hoogte van het inkomen is gelijk aan drie maal de maximale huursom voor sociale woningen. Dat is een grondrecht zonder extra voorwaarden. Het betekent het einde van de uitkeringen.

Rob Vellekoop
Woordvoerder van de Basis Inkomen Partij (BIP)