Oekraïne-referendum: stap uit het rechtse frame (referendum-discussie, deel 3)

Van Baalen en Verhofstadt in Kiev.
Van Baalen en Verhofstadt in Kiev.

Veel linkse activisten worstelen met de vraag hoe ze zich op moeten stellen tegenover het komende referendum over het associatieverdrag van de EU met Oekraïne. Met de bedoeling van het verdrag en de neo-liberale inhoud zijn ze het niet eens, maar meedoen met het circus van GeenPeil en Baudet, die hele andere bedoelingen hebben met het door hen afgedwongen referendum, zien ze ook niet zitten. Dat is een schijndilemma: we moeten het rechtse frame dat wordt gehanteerd, onderkennen en daar onze eigen opvattingen tegenover stellen. En daar keihard campagne mee gaan voeren.

De referendum-discussie

1. Een linkse tegenstem tegen het associatieverdrag met Oekraïne: nee tegen EU-expansie, liberalisering en privatisering (Mehmet Kırmacı)
2. Een kwalijk verdrag, een kwalijk referendum – waarom ik op 6 april thuis blijf (Peter Storm)
3. Oekraïne-referendum: stap uit het rechtse frame (Willem Bos)
4. Het referendum over de associatieovereenkomst met Oekraïne: een lastig dilemma voor links (Lennart Feijen en Bas Schuiling)
5. Pas op voor het Euro-patriottisme! (Veerle Slegers en Mehmet Kırmacı)
6. Dans niet op de maat van rechts: zes redenen om het Oekraïne-referendum te boycotten (Mathijs van de Sande)
7. Dit referendum is zèlf de vijand (Peter Storm)

Een duidelijk voorbeeld van de worsteling van linkse activisten met het komende referendum is het stuk van Peter Storm onder de kop: “Een kwalijk verdrag, een kwalijk referendum, waarom ik op 6 april thuis blijf”.

“Het associatieverdrag is er om dit proces van neo-koloniale uitbuiting (van de Oekraïense arbeiders, WB) soepeler te maken en van juridisch kader te voorzien”, schrijft hij. En even verder heeft hij het over “de Nederlandse economische oorlogspolitiek die via dit verdrag in Oekraïne wordt doorgedrukt”. Om te vervolgen met: “Strijden tegen dit verdrag is dus prima.” Maar tegelijkertijd is Storm tegen een “nee”-stem in het referendum. Volgens hem kun je wel het “nee-standpunt over het verdrag naar voren brengen zonder dat ook te vertalen in een nee-stem in het referendum”. Want “je nee-stem is (…) eenmaal uitgebracht, onzichtbaar tussen al die andere, vooral via nationalistische verhalen aangemoedigde nee-stemmen”.

Zijn argument voor dit curieuze standpunt is dat het bij het referendum eigenlijk om iets anders gaat dan om de feitelijke vraag: bent u voor of tegen het associatieverdrag. “GeenPeil heeft een reactionair referendum weten door te drukken dat vermomd is als een stemming over een verdrag”, is de eerste zin van zijn stuk en hij legt vervolgens uit wat GeenPeil allemaal beoogt. Daarmee stapt hij precies in het frame van GeenPeil. En daarmee komt hij uiteindelijk uit op zijn onmogelijke stelling: “wel tegen het verdrag, wel het nee-standpunt over het verdrag naar voren brengen, maar niet oproepen om dan ook nee te stemmen”.

Campagne voeren is altijd in hoge mate een kwestie van framen: van het vastleggen van de probleemstelling. Het eerste dat je dan als tegenstander moet doen is dat frame herkennen, het deconstrueren (laten zien dat het niet klopt) en er een ander (beter, geloofwaardiger) frame voor in de plaats stellen. Dat is niet altijd makkelijk, maar zolang jij in het frame van je tegenstander blijft zal je zeker verliezen, of kom je, zoals Storm, in een onmogelijke spagaat terecht.

GeenPeil heeft als initiatiefnemer van dit referendum het frame heel handig neergezet. Kort gezegd is dat: “De EU heeft al veel te veel macht en kost ons al veel te veel geld. We hebben al moeten betalen voor die luie Grieken en nu willen ze ook dat corrupte Oekraïne er bij halen en dat zal ons weer een heleboel belastinggeld gaan kosten en bovendien zal het leiden tot een immigratiestroom van arme Oekraïense gelukszoekers.”

Achter dat frame zit nog een – min of meer verborgen – frame. Dat zouden we kunnen samenvatten als: “Wij Noord/West-Europeanen zijn fatsoenlijk, ijverig en spaarzaam, en hebben een democratie en een welvaartsstaat die het verdedigen waard zijn. Buiten – en aan de rand van – Europa is dat anders, dus moeten we voorzichtig zijn.” Dat achterliggende frame wordt niet alleen door de rechtse tegenstanders van het associatieverdrag gehanteerd, maar ook door de (rechtse) voorstanders ervan. Beiden delen dat frame, maar trekken er verschillende conclusies uit. GeenPeil zegt als het ware: “We moeten die barbaren buiten houden”, terwijl de voorstanders ze door de nauwere banden van het verdrag willen beschaven.

Als linkse solidaire internationalisten moeten we dat hele frame (dat in feite ook gehanteerd wordt in de discussie over de vluchtelingen) verwerpen. Dat frame heeft als achtergrond een westers superioriteitsidee dat vaak nauwelijks van openlijk racisme is te onderscheiden. We moeten daar een ander frame tegenover stellen.

In het geval van het referendum is dat: het associatieverdrag is een neo-liberaal verdrag dat erop gericht is om de Oekraïense markt te openen voor westers kapitaal. Het is niet in het belang van de Oekraïense bevolking, noch van de bevolking van de EU. En daarom roepen we op om ertegen te stemmen. En die campagne moeten we aangrijpen om een heleboel zaken uit te leggen: dat het niet de Grieken zijn waar ons geld naar toe is gegaan, maar de Noord-Europese banken, dat de associatie met Oekraïne ons geen geld zal kosten omdat er miljarden steun naar de Oekraïne zal gaan, maar omdat multinationale bedrijven hun productie daar naartoe zullen verplaatsen omdat daar de lonen zo veel lager zijn. Dat de corruptie in Oekraïne door verdere privatisering alleen maar versterkt zal worden, enzovoorts enzovoorts.

Kortom de referendum-campagne is een uitgelezen gelegenheid om het broodnodige linkse verhaal goed neer te zetten. Wie, zoals Peter Storm of Ewout van de Berg van de Internationale Socialisten, hard roept dat het verdrag zo slecht is, maar er niet de conclusie uit trekt dat er een actieve linkse nee-campagne nodig en mogelijk is, laat zich gijzelen in het rechtse frame. In feite is dat een ideologische capitulatie, en dat is wel het laatste dat we kunnen gebruiken.

Willem Bos
(Actief bij SAP/Grenzeloos en Ander Europa)