Een kwalijk verdrag, een kwalijk referendum – waarom ik op 6 april thuis blijf (referendum-discussie, deel 2)

Van Baalen en Verhofstadt in Kiev.
Van Baalen en Verhofstadt in Kiev.

Het zal weinig lezers zijn ontgaan: we mogen naar de stembus in een referendum om ons over een EU-verdrag met Oekraïne uit te spreken. Mehmet Kirmaci legde gisteren in een uitvoerig, doordacht en beslist lezenswaardig artikel uit waarom een linkse nee-stem in dit referendum van 6 april verstandig is. Ik ben het met veel van zijn analyse eens, maar in de oproep voor een linkse nee-stem in het referendum kan ik mij niet vinden.

GeenPeil heeft een reactionair referendum weten door te drukken dat vermomd is als een stemming over een verdrag. Het gaat officieel over het associatieverdrag dat de EU met Oekraïne wil sluiten. Feitelijk gaat het daar maar zeer gedeeltelijk om. De echte vraag die ons vanuit GeenPeil wordt voorgelegd, is eerder: staan jullie achter ons nationalistisch gestook tegen de EU, waarvoor dat nee tegen een associatieverdrag vooral als handvat en voorwendsel dient? En zelfs als u daar niet achter staat, doet u dan tenminste mee met onze circusvoorstelling ter meerdere eer en glorie van directeur Jan Roos en adviseur Thierry Baudet? De hele vertoning roept bij mij een mengsel op van lachlust en weerzin. Ik vind dat associatieverdrag een slechte zaak. Maar dat referendum deugt niet, en de beste uitslag is een opkomst die zo laag is dat je met alle deelnemers samen nog geen buurtcafé kunt vullen.

De referendum-discussie

1. Een linkse tegenstem tegen het associatieverdrag met Oekraïne: nee tegen EU-expansie, liberalisering en privatisering (Mehmet Kırmacı)
2. Een kwalijk verdrag, een kwalijk referendum – waarom ik op 6 april thuis blijf (Peter Storm)
3. Oekraïne-referendum: stap uit het rechtse frame (Willem Bos)
4. Het referendum over de associatieovereenkomst met Oekraïne: een lastig dilemma voor links (Lennart Feijen en Bas Schuiling)
5. Pas op voor het Euro-patriottisme! (Veerle Slegers en Mehmet Kırmacı)
6. Dans niet op de maat van rechts: zes redenen om het Oekraïne-referendum te boycotten (Mathijs van de Sande)
7. Dit referendum is zèlf de vijand (Peter Storm)

Linkse en radicale publicisten – jazeker, ik soms ook – discussiëren intussen over de hele zaak alsof de formele vraagstelling – wel of niet dat associatieverdrag? – ook maar in de buurt ligt van de kern van de zaak. Eerst dus maar die bijzaak afhandelen: dat associatieverdrag zelf. Dat stinkt, zoals de hele neo-liberale en door de EU krachtig bevorderde transformatie van Oekraïne stinkt. Die transformatie heeft ruimte gekregen via de opstand van 2013-2014 die veelal als Euromaidan wordt aangeduid. Dat was een opstand waarin honderdduizenden mensen, boos wegens corruptie, armoede en onderdrukking, tegen president Janoekovits de straat op gingen. Dat was okee. Helemaal niet okee was de rechtse draai die deze opstand al direct kreeg: nadrukkelijk pro-EU, deels neo-liberaal, deels fascistisch en verregaand doortrokken van anti-Russisch nationalisme dat historisch verklaarbaar is uit de rol van Rusland als koloniale macht die Oekraïne eeuwen onderdrukt heeft, maar dat daarom nog niet progressief is.

Steen des aanstoots voor leidende krachten in de protesten: het afblazen van een associatieverdrag dat de president met de EU zou afsluiten. Mensen hoopten dat een nauwe band met de EU hun levens zou gaan verbeteren en zagen het schrappen ervan als een knieval voor Rusland. EU-politici moedigden de betogers aan. Rechts en nog rechtser domineerde de beweging, linkse en radicale mensen die een bevrijdende dynamiek in de beweging wilden stimuleren, werden uitgerangeerd. Fascistisch knokploeggeweld speelde daarin een rol. De uitkomst was een rechtse machtsovername. Neo-liberaal rechts domineert sindsdien in de regeringsfuncties, fascistisch paramilitair rechts is sterk op straat en in tal van veiligheidsinstanties. Het is een coalitie tussen rechts en extreem-rechts die de dienst uitmaakt in Kiev. EU-politici zagen het, vonden het goed, en steunden de boel.

Oekraïens nationalisme werd door Russisch sprekenden in het oosten van het land, niet verbazingwekkend, als bedreigend ervaren. Dat was het immers ook, zeker waar het met fascistische knokploegen en bijbehorende retoriek kracht werd bijgezet. Deze Russisch sprekenden kwamen in verzet, dat binnen de kortste keren door een eigen, Russisch en pro-Russisch nationalisme werd gedomineerd en door de Russische staat gewapenderhand werd ondersteund. Dat nationalisme was niet minder verkeerd dan haar Oekraïense tegenpool. De uitkomst was oorlog tussen twee nationalismen, met forse fascistische inbreng aan beide kanten van het front. Beide partijen, het bewind in Kiev en de zogeheten volksrepublieken waarin het kamp van Russisch sprekenden in het oosten van het land is georganiseerd, zijn reactionair. Beiden krijgen internationale steun: de volksrepublieken uit Rusland, Kiev uit de VS, de NAVO en dus de EU.

Een zeer problematische volksopstand is uitgemond in een botsing van twee verwerpelijke krachten. Dat is de context. De schets die Mehmet Kirmaci ons op de Doorbraak-website van het conflict biedt, is verhelderend. Ook Ewout van den Berg, op Socialisme.nu, de website van de Internationale Socialisten, schildert het conflict in soortgelijke verstandige termen. Interessant is dat beiden tot een verschillende keus komen: een linkse stem tegen in het geval van Kirmaci. Stemonthouding in het geval van Van den Berg. Die laatste heeft wat mij betreft daarin gelijk, terwijl ik op hetzelfde moment met Kirmaci meer geestverwantschap in argumentatie en dergelijke voel. Van der Berg komt vrij dicht in de buurt van: geen ja, maar – omdat dit een taak is voor mensen in Oekraïne, niet in Nederland – ook geen nee tegen het verdrag, en dus thuisblijven. Kirmaci zegt in feite: een links nee tegen het verdrag, en dus nee stemmen. Ik deel in grote lijnen het nee van Kirmaci, maar zie het referendum niet als zinnige optie om daarvoor op te komen.

Op die keus kom ik terug. Eerst nog even dat verdrag. Dat is een onderdeel van het bondgenootschap tussen de EU en het rechtse regime in Kiev. Het verdrag steunen is de regionale ambities steunen van de EU als Europese grote mogendheid. En het is een steun voor rechts en uiterst rechts in Oekraïne zelf. Zowel de EU als grote mogendheid als de Kiev-regering als rechts bewind zijn foute krachten. Volgens Van den Berg zijn het vooral “geopolitieke belangen” die achter het verdrag zitten: vergroting van invloedssfeer en versterking van strategische machtspositie van de EU. De rechtstreekse economische motivatie is volgens hem minder sterk. “Met een bruto binnenlands product van honderd miljard euro is de Oekraïense economie precies even groot als die van Noord-Holland”, aldus citeert Van der Berg de econoom Ewald Engelen. Dat lijkt dus klein: een groot land waarvan de economie niet groter is dan die van een Nederlandse provincie.

Toch zou ik hiermee uitkijken. Nederland is in de wereldeconomie geen kleine mogendheid. Noord-Holland is binnen Nederland geen kleine provincie, zeker ook niet wat economische kracht betreft. Je hebt het over de havens van Amsterdam en van IJmuiden, over Hoogovens, over zeer kapitaalkrachtige ondernemingen op de Zuid-As, je hebt het over Schiphol en de KLM, over toeristencentrum Zandvoort, over de beurs in Amsterdam. Een Noord-Holland als zelfstandige staat met een even grote economie als nu is nog steeds een serieuze economische kracht. Doen alsof Oekraïne weinig voorstelt omdat het niet groter is dan deze provincie, is een beetje misleidend. En waar van een forse economie sprake is, daar is voor het Nederlandse kapitaal best wat te halen.

Of zodoende handels- en investeringsmotieven een hoofdrol spelen is daarmee niet meteen gezegd. Maar een voorstander van het verdrag, D66-politicus Kees Verhoeven, schreef over wat Nederland sowieso beoogt: “We proberen de handel met Oekraïne net zo eenvoudig te maken als de handel binnen de EU (…) We helpen bij het bestrijden van de corruptie, zodat onze bedrijven daar veilig kunnen investeren. Onze investeringen creëren waarde daar en renderen hier.” Die laatste zin is geweldig, nietwaar? Dat creëren van waarde gebeurt daar, door mensen die het werk doen. Het renderen gebeurt hier, door degenen die de winst opstrijken op basis van het werk dat die mensen daar doen. Eigenlijk staat er: via onze investeringen scheppen arbeiders daar de waarde waarvan wij hier de opbrengst in onze zak steken. En dat “wij” zijn dan niet jij en ik en andere mensen aan de onderkant, maar ondernemers hier. Het associatieverdrag is er om dit proces van neo-koloniale uitbuiting soepeler te maken en van juridisch kader te voorzien.

Via een verdrag de band versterken tussen deze krachten – de EU en de regering in Kiev – is een slechte zaak. Een ja-stem voor het verdrag is daarmee uit radicaal anti-kapitalistisch en anti-autoritair links wat mij betreft sowieso ondenkbaar. De discussie gaat tussen een nee-stem enerzijds, wegblijven en iets nuttigers gaan doen anderzijds. Dat wil zeggen… voor zover de discussie echt over het verdrag gaat. Precies dat is echter twijfelachtig. De discussie betreft een referendumvraag. Dit referendum is er gekomen omdat een samenwerking tussen onder meer website Geen Stijl en Burgercomité EU het initiatief GeenPeil op gang kreeg en via dat initiatief voldoende handtekeningen wist te vinden zodat het referendum er wettelijk gezien kon komen. Het is dus Geen Stijl, zo goed als de digitale poot van de PVV en aanpalende krachten, dat ons dit referendum heeft gebracht. Deelname eraan is deelname aan een door rechts gedomineerd initiatief. Dat sowieso.

De referendumvraag is bovendien een gelegenheidsvraag. “Eigenlijk wilde het Burgercomité EU een referendum aanvragen over de Europese begroting, maar daar kwam de referendumwet op 1 juli net te laat voor. En dus richtte het comité zijn pijlen op de eerstvolgende wet uit Brussel die de Eerste Kamer passeerde: het associatieverdrag tussen Europa en Oekraïne.” Dat schreef De Volkskrant op 27 september 2015. Ik ben nergens een ontkenning tegengekomen, en ik vermoed dus dat dit ongeveer klopt. Dat betekent het volgende. Was die EU-begroting iets later geweest, dan ging het referendum daar over. Dan waren we nu allemaal actief als financiële experts in plaats van als Oost-Europa-deskundigen. Was er na 1 juli een andere wet uit Brussel gekomen, die net iets eerder was dan het verdrag, dan ging het nu over die andere wet.

Het hele referendum is dus een stunt om vanuit een rechts-nationalistische insteek tegen de EU aan te kunnen trappen. Ongeacht wie het referendum dus wint, de rechtse nationalisten die het hebben doorgedrukt met assistentie van de SP – dat met laakbaar enthousiasme heeft meegewerkt – winnen sowieso… tenzij er te weinig mensen gaan stemmen om het referendum geldig te maken. In dat geval lijdt GeenPeil gezichtsverlies, een gezichtsverlies dat we in de strijd tegen uiterst rechts goed kunnen gebruiken. Daarom blijf ik op 6 april dus weg uit het stemhokje, en daarom hoop ik dat heel veel andere mensen dat eveneens zullen doen. Weg met dat associatieverdrag? Jazeker, maar graag met andere middelen. Boycotten van dit referendum is dus nadrukkelijk niet hetzelfde als “je als links afzijdig (te) houden”, zoals Kirmaci in vragende vorm stelt. Je kunt immers het door hem terecht bepleite “nee-standpunt” over het verdrag naar voren brengen, zonder dat ook te vertalen in een nee-stem in het referendum.

De rechtmatigheid van een solidair nee verdient overigens wel onderstreping. Van den Berg zegt dat het niet aan ons in Nederland is om dit verdrag te verwerpen: dat recht komt mensen in Oekraïne toe. “We zouden hier ook geen campagne steunen die oproept om Griekenland uit de euro te zetten, hoewel de euro daar een vernietigende uitwerking heeft. Oekraïeners en Grieken moeten zelf kunnen bepalen hoe hun toekomst er uitziet, onze strijd moet zich richten tegen ‘onze eigen’ heersende klassen.” Jawel, maar het is een flink deel van die heersende klasse die dit verdrag wil. De eigen heersers bestrijden is ook hun neo-koloniale ambities bestrijden, en dus het vloerkleed onder dit verdrag uit proberen te trekken. Nu Nederland bommen gooit op Irak en Syrië, zeggen we toch ook niet: het is aan de mensen daar om te zorgen dat dit stopt? Radicale en linkse mensen dienen wel degelijk hier te proberen om de Nederlandse oorlogspolitiek tegen te werken. Hetzelfde geldt voor de Nederlandse economische oorlogspolitiek die via dit verdrag in Oekraïne wordt doorgedrukt. Strijden tegen dit verdrag is dus prima. Het is een vorm waarin precies de strijd tegen ‘eigen’ heersers zich kan uiten. Het huidige referendum is daarvoor alleen verregaand ongeschikt en heeft een schadelijk effect dat meer is dan alleen een bijwerking. Het is noodzakelijk om nee te zeggen en nee te doen, zonder daarom noodzakelijkerwijs in het referendum nee te stemmen.

Het verschil is wezenlijk. Je eigen nee-geluid kun je van de noodzakelijke solidaire, anti-nationalistische en anti-kapitalistische argumenten voorzien. Je nee-stem is echter, eenmaal uitgebracht, onzichtbaar tussen al die andere, vooral via nationalistische verhalen aangemoedigde nee-stemmen. Als duizend mensen de oproep van Kirmaci volgen en nee gaan stemmen, dan is dat een vrij minieme vergroting van het aantal nee-stemmers. En deze duizend zullen feitelijk ongewild deel uitmaken van de rechtse stroom die het nee momenteel pusht. Dat wringt met een eerdere aanbeveling van dezelfde schrijver waar hij het “anti-corruptieframe en de adoratie van de natiestaat” hekelt waarmee GeenPeil-rechtsen, en ook de SP, het verdrag aanvallen en waarvan hij zegt dat zoiets “altijd een no go area (zou) moeten zijn voor links”. Het referendum zèlf beweegt zich feitelijk binnen die no go area. Daarom nu vooral: weg met dit referendum, de krachten erachter en hun rechts-nationalistische agenda. Voor een serieuze strijd tegen neo-liberale verdragen en de achterliggende belangen kunnen we maar beter niet in een beklemmend bondgenootschap met rechts en nog wat rechtser belanden.

Peter Storm