SKYA: workfare en dwangarbeid zijn vooral ook wapens tegen werkweigering

Skya's logo.
SKYA’s logo.

Op zondag 23 en donderdag 27 oktober organiseert Doorbraak bijeenkomsten met SKYA. Net als Doorbraak strijden de activisten van deze Griekse organisatie tegen dwangarbeid die wordt opgelegd aan baanlozen. SKYA ziet dwangarbeid als straf voor baanlozen en als disciplinering, als aanval op de “werkweigering” van onderop die altijd in het systeem van loonarbeid ingebakken heeft gezeten. Het derde deel van een serie vertalingen van (delen van) SKYA-teksten.

Wat is workfare? Dat is een door neo-liberalisme geïnspireerde strategie van hervorming van het systeem van sociale voorzieningen die ooit werden ingevoerd in de vorm van de welvaartsstaat. Traditioneel werden uitkeringen gegeven aan mensen die werk zochten of die niet konden werken. Bij workfare wordt iedereen die een uitkering krijgt gedwongen om te voldoen aan allerlei eisen om die uitkering te blijven ontvangen. Die vereisten zijn verbonden aan ófwel bepaalde activiteiten die de kansen op werk vergroten (bijvoorbeeld opleiding, revalidatie, werkervaring), ófwel activiteiten om “iets terug te doen” (wat neerkomt op onbetaalde of onderbetaalde arbeid). Workfare-programma’s vind je overal ter wereld.

Doorbraak organiseert met SKYA twee bijeenkomsten in Nederland.

Op zondagmiddag 23 oktober is er in Nijmegen een bijeenkomst over anti-fascisme en vluchtelingenstrijd in Griekenland. En op donderdagavond 27 oktober gaat het in Amsterdam over de strijd tegen bezuinigingen en dwangarbeid in Griekenland.

Op 22 september spraken Doorbraak-activisten op een SKYA-bijeenkomst in Athene over strijd tegen dwangarbeid in Nederland. Hun verhaal kun je teruglezen in het Engels en het Grieks.

Over de ideeën en strijd van SKYA lees je onder meer in de vertalingen
“Waarom de Griekse organisatie SKYA actie voert tegen dwangarbeid”
“In Griekenland wordt dwangarbeid opgelegd door de linkse regeringspartij SYRIZA”
SKYA: workfare en dwangarbeid zijn vooral ook wapens tegen werkweigering
SKYA over vormen van verzet tegen dwangarbeid
Wat kunnen we leren van het Griekse verzet tegen dwangarbeid?

De internationale dimensie van dit beleid – het gaat niet altijd om getrouwe kopieën van het model, maar meer om een algemene logica met variaties op basis van de specifieke omstandigheden van elk land – is voor ons belangrijk omdat veel mensen in Griekenland (en niet alleen daar) het probleem van de overheidsschuld en de kapitalistische crisis zien als een samenzwering van buitenlandse machten om ons “arme, eerlijke volk” te kwetsen. Dat is een nationalistische mystificatie. Wij zien de neo-liberale herstructurering als een internationale strategie om de kapitalistische verhoudingen te reproduceren, en die strategie kent een geschiedenis van tientallen jaren van onderzoek en het opleggen ervan door de bazen.

Opblazen

Vanuit het kapitaal bekeken moeten baanlozen ófwel op zoek zijn naar werk zonder het te vinden, ófwel ze beschikken niet over de juiste vaardigheden om te worden aangenomen, maar het mag hen in geen geval worden toegestaan om een uitkering te nemen om niet betaald te hoeven werken!

Wordt er op de eerste manier naar baanlozen gekeken, dat ze dus geen werk kunnen vinden, dan spreken we van “de passieve aanpak van de werkloosheid” die samenhangt met de traditionele keynesiaanse opvatting van de welvaartsstaat: de staat moet haar burgers werk en groeimogelijkheden aanbieden, en als dat niet mogelijk is (bijvoorbeeld door de slechte omstandigheden op de arbeidsmarkt), dan moet de staat een vorm van compensatie (een uitkering) geven, mits de baanloze kan bewijzen dat hij of zij echt op zoek is naar een betaalde baan.

Wordt er op de tweede manier gekeken, dan is de baanloze “schuldig” vanwege zijn of haar onvermogen om een baan te vinden. Dan grijpt men naar “de actieve aanpak van werkloosheid” die verband houdt met de neo-liberale kijk op werk en werkloosheid (workfare): de “zelf-regulerende” markt biedt kansen op werk, maar veel baanlozen hebben onvoldoende gewerkt, of niet op de manier die de bazen vereisen, om aan hun eigen behoeften te voldoen.

In dat geval moet de staat de baanlozen “helpen” door hen te subsidiëren om te kunnen “leren via werkervaringsplaatsen”. En omdat de baanloosheid “hun eigen schuld is”, moeten ze ook “voor straf” werken voor de gemeenschap om in aanmerking komen voor een uitkering en om niet te vergeten “hoe het is om te werken”. Workfare is dus een vorm van dwangarbeid die het systeem van uitkeringen vervangt. Workfare-beleid is duurder dan het beleid van de welvaartsstaat, wat laat zien hoe politiek belangrijk het is voor de bazen om baanlozen te disciplineren en tegelijkertijd de bestaande arbeidsverhoudingen op te blazen.

Werkweigering

Maar we hebben ook nog het derde geval, waarbij arbeiders (een poosje) willen relaxen en andere dingen willen doen dan elke dag opstaan en naar het betaalde werk gaan. Dat houdt verband met de traditionele proletarische kijk op de vervreemdende loonarbeid die logischerwijs leidt tot werkweigering: in dat geval kiest de baanloze ervoor om te overleven via een uitkering en andere inkomstenbronnen (bijvoorbeeld de familie, de “zwarte” economie, misdaad, proletarisch winkelen en kraken) En wanneer de sociale dienst-ambtenaren erom vragen, dan doet de werkweigeraar alsof hij of zij zoekt naar betaald werk. Workfare is opgezet als een totale oorlog tegen deze alledaags praktijk van miljoenen baanlozen overal ter wereld.

Dat vraagt om verduidelijking. In de anarchistische, anti-autoritaire en autonome beweging zijn we gewend aan een ideologische opvatting van de term “werkweigering” die te maken heeft met de jongerenbewegingen van de jaren zestig en zeventig en de tegencultuur van die periode. “Werkweigering” wordt gezien als een “lifestyle keuze tegen loonslavernij en het conformisme van de middenklasse”. In onze analyse doelen we niet op die “militante kijk” van een “politieke beweging van bewust baanlozen”, maar op de uiteenlopende manieren waarop mensen die gedwongen zijn om hun arbeidskracht te verkopen om te overleven, weigeren om nog langer uitgebuit te worden.

Het “werkweigeren” waar wij het over hebben, is onverbrekelijk met het systeem van loonarbeid verbonden en neemt diverse vormen aan (hoger arbeidstempo of onbetaald overwerk weigeren, ongedisciplineerd werken) en bestaat ook buiten het werk om, als perioden van betaald werk bewust afgewisseld worden door perioden van baanloosheid. Met andere woorden: het kan de bazen niet schelen om welke politieke redenen baanlozen betaald werk mijden. Waar ze wel bezorgd over zijn is het feit dat baanlozen kunnen kiezen wanneer en óf ze betaald werken. Zelfs in de huidige tijd in de corrupte economie van Griekenland – met de wereldwijde crisis – waar het “bedelen om een baan” is uitgegroeid tot een gewoonte, blijkt de “werkweigering” als kijk “van onderop” niet te verdwijnen. Het is de materiële basis van die kijk die nu door de bazen aangevallen wordt, via hun bezuinigingen op de lonen en de uitkeringen, via belastingen tegen het hebben van een eigen huis, via het ontruimen van kraakpanden, en via al het andere beleid van de afgelopen jaren dat ons in Griekenland het overleven erg moeilijk maakt.

SKYA
(Vertaald door Eric Krebbers)