SKYA over vormen van verzet tegen dwangarbeid

Skya's logo.
SKYA’s logo.

Op zondag 23 en donderdag 27 oktober organiseert Doorbraak bijeenkomsten met SKYA. Net als Doorbraak strijden de activisten van deze Griekse organisatie tegen de dwangarbeid die wordt opgelegd aan baanlozen. SKYA heeft onderzoek gedaan naar de verschillende vormen van dwangarbeid wereldwijd en naar het verzet daartegen. Met welk type verzet kunnen we mogelijk succesvol zijn? Het vierde deel van een serie vertalingen van (delen van) SKYA-teksten.

Workfareprogramma’s zijn een internationale kapitalistische strategie die oorspronkelijk is bedacht door liberalen en neo-liberalen. In eerste instantie gaat het erom het systeem van uitkeringen te hervormen. Maar uiteindelijk wil men ook verandering in de hele manier van denken van arbeiders over werk. Zulke programma’s vind je overal ter wereld. In Australië draait bijvoorbeeld een uitgebreid programma, evenals in Canada. Van Oost-Azië tot Israël: er komen voortdurend nieuwe programma’s bij. Bijvoorbeeld in India, waar de regering, om de armoede te bestrijden, een programma biedt van honderd dagen betaald werk per jaar in plaats van werkloosheidsuitkeringen. Dichter bij huis kan er workfare gevonden worden in Nederland (gebaseerd op Work First van het Amerikaanse Wisconsin Works), Engeland, Duitsland, enzovoorts.

Doorbraak organiseert met SKYA twee bijeenkomsten in Nederland.

Op zondagmiddag 23 oktober is er in Nijmegen een bijeenkomst over anti-fascisme en vluchtelingenstrijd in Griekenland. En op donderdagavond 27 oktober gaat het in Amsterdam over de strijd tegen bezuinigingen en dwangarbeid in Griekenland.

Op 22 september spraken Doorbraak-activisten op een SKYA-bijeenkomst in Athene over strijd tegen dwangarbeid in Nederland. Hun verhaal kun je teruglezen in het Engels en het Grieks.

Over de ideeën en strijd van SKYA lees je onder meer in de vertalingen
“Waarom de Griekse organisatie SKYA actie voert tegen dwangarbeid”
“In Griekenland wordt dwangarbeid opgelegd door de linkse regeringspartij SYRIZA”
SKYA: workfare en dwangarbeid zijn vooral ook wapens tegen werkweigering
SKYA over vormen van verzet tegen dwangarbeid
Wat kunnen we leren van het Griekse verzet tegen dwangarbeid?

Doelstellingen

Het is al geruime tijd geleden dat het experimenteren met dergelijke programma’s voor het eerst begon. De eerste experimenten in deze lijn vonden plaats in de Verenigde Staten in de jaren dertig, en ook in nazi-Duitsland. In de vroege jaren zeventig kreeg workfare zijn huidige betekenis: dwangarbeid voor werklozen in ruil voor een toelage. Volgens de ideologie van de bazen kon die methode baanlozen helpen bij het vinden van een vaste baan en hen leren om “niet te parasiteren”. Het werd ook gepresenteerd als een soort liefdadigheid die, volgens de bazen, geen reguliere arbeid zou verdringen. Onderzoeken in Engeland en de Verenigde Staten laten zien dat die doelstellingen uit de propaganda van de bazen niet gehaald worden. Slechts weinig mensen vinden een vaste baan na zo’n programma en ze leiden onder andere ook tot een stijging in het percentage daklozen. Ook blijkt dat de programma’s vaak gebruikt worden om vaste arbeiders te vervangen door goedkopere en meer gedisciplineerde precaire dwangarbeiders. Zulke programma’s werden en worden zowel gebruikt in de publieke als de private sector. Soms worden ze zelfs ingevoerd met steun van de vakbonden.

In de loop der jaren is het gepolitiseerde en niet-gepolitiseerde mensen in diverse landen gelukt om zodanig van de verzorgingsstaat te profiteren dat ze niet betaald hoeven te werken. De bazen hebben al op veel manieren geprobeerd om dat tegen te gaan, onder meer via die workfareprogramma’s die vaak ook nog eens gepaard gingen met bezuinigingsmaatregelen. Die programma’s zijn overigens niet altijd zo makkelijk en zonder politieke kosten ingevoerd. Er werd namelijk door baanlozen op uiteenlopende manieren met verzet op gereageerd, vaak spontaan en onzichtbaar voor buitenstaanders. Er is een geschiedenis van vele verschillende vormen van verzet, maar hier zullen we ons kort beperken tot enkele voorbeelden uit het Verenigd Koninkrijk.

Brighton

Vanaf 1996 waren er in Groot-Brittannië diverse lokale campagnes tegen een programma dat “Project Work” heette. Voor zover bekend boekte alleen de campagne in de stad Brighton succes. Daar zaten georganiseerde activisten die ervaring hadden opgedaan in de rellen tegen de Poll Tax rond 1990. Sommigen van hen zagen zichzelf als vertegenwoordigers van een proletariaat dat betaald werk zoveel mogelijk wil ontlopen. Ze zagen de hervormingen van “Project Work” als een directe aanval op zichzelf, uitgevoerd door het kapitaal en haar vertegenwoordigers, in dit geval de ambtenaren van de sociale dienst. Het werd tijdens de campagne in Brighton al snel duidelijk dat veel mensen allang handelden vanuit die logica van het ontlopen van betaald werk, dat ze dat op allerlei manieren in de praktijk brachten, maar niet vanuit het idee politiek bezig te zijn. De meesten gaven er de voorkeur aan om betaald werk te ontlopen om zo hun leven wat te verbeteren, om zelf te kunnen bepalen wanneer ze werkten en wanneer ze vrije tijd hadden. In ieder geval niet vanuit een groter plan om “de arbeidersklasse te organiseren”.

Een van de meest opvallende strijdmethoden die de groep in Brighton gebruikte was die van “de drie klappen”. Ze waarschuwden ambtenaren van de sociale dienst die bekend stonden om hun onacceptabele gedrag jegens uitkeringsgerechtigden twee keer. Als die toch bleven volharden in hun gedrag, dan hingen ze overal in de buurt posters op met de oproep om ze in elkaar te slaan. Dat had succes, met name wanneer het gedrag van de ambtenaar voor iedereen overduidelijk was. Overigens bleven proletariërs in de meeste gevallen volkomen onverschillig ten opzichte van die oproepen tot actie.

In 1995-1996 kwam er protest van de werknemers van de sociale diensten tegen de pogingen van de staat om hen als verklikkers in te zetten en tegen het evalueren van hun efficiëntie bij het disciplineren van baanlozen. Tegen dat laatste gingen ze zelfs in staking. Het lukte de kleine groep politiek actieve baanlozen uit Brighton om contact te leggen met enkele van de stakers. Samen richtten ze de organisatie “Brighton against Benefit Cuts” op. Leden van de baanlozengroep namen deel aan een blokkade samen met de werknemers, en ook al waren ze maar met weinigen, toch konden ze door de samenwerking met die werknemers de hele dag de werkzaamheden plat leggen. Tijdens de blokkade konden de werknemers gebruik maken van enkele bureaucratische regels en het systeem afsluiten. Het jaar daarop, in 1997, wisten ze samen de kantoren van de dienst te bezetten.

Denkwijzen

Achter deze voorbeelden van strijd zitten twee uiteenlopende visies op strijd die ons beide interesseren. Beide hebben zo hun voor- en nadelen. Het eerste voorbeeld – dat van “de drie klappen” – leek radicaler, maar mislukte omdat het gebaseerd was op een voorhoededenken. Die denkwijze gaat uit van gepolitiseerde activisten die bewust zijn en actie ondernemen voor de arbeiders of baanlozen, waarbij ze hopen dat die de waarheid gaan inzien en hen gaan volgen. Via de tweede methode – die van de strijd samen organiseren met de werknemers – werd een aantal succesjes geboekt en werden blijvende banden en ervaringen gecreëerd. Maar uiteindelijk liep het vast doordat de vakbonden erin slaagden de acties over te nemen en te beheersen.

Vanaf 2012-2013 waren er enkele nieuwe campagnes, gericht tegen bedrijven die via workfareprogramma’s baanlozen goedkoop of zelf gratis konden inzetten. Die campagnes hadden enig succes omdat ze de bedrijven meer kostten dan de staat. De campagnes maakten goed zichtbaar hoe de staat dwangarbeid oplegt aan baanlozen. Opvallend is hoeveel aandacht de staat en de bazen geven aan zulke campagnes, hoe klein ze ook zijn. Ook in Griekenland, en dat laat maar zien hoe belangrijk zulke dwangarbeidprogramma’s zijn voor het kapitaal.

SKYA
(Vertaling door Eric Krebbers)