10 jaar geleden vermoorde Van Gogh was een irritant reactionair mannetje

In zijn eerste speelfilm “Luger” (1981) liet Van Gogh al met sadistisch genoegen een gangster zijn pistool in de vagina van een vrouw duwen. In de 23 jaar daarop heeft hij zich heel vaak uiterst minachtend uitgelaten over vrouwen en het feminisme, en over homo’s die hij als “kwijlende chocoladeridders” betitelde. “De meeste vrouwen vind ik babbeldoosjes. Vrouwen denken niet met hun hoofd, maar met hun kut”, schreef hij. “Het moederschap is de kroon op jullie vrouw-zijn!”, riep hij ook vaak. Naar feministische auteurs refereert hij bijvoorbeeld als “de fossiele schaamlipjes van Vrij Nederland en Opzij”. Hij hekelt sowieso alle kritische vrouwen: “De meisjes van 50 van nu zijn geen kritiek gewend. Ze zijn het product van een tijd die in het teken stond van “Wij vrouwen eisen”. Nooit weersproken, altijd het morele gelijk gekregen en nu alleen naar bed.” Want de 47-jarige Van Gogh onthulde namelijk dat hij alleen nog relaties wilde met zeer jonge vrouwen, zonder – zoals hij schreef – “hangtieten”. Tijdens een discussie over geweld binnen het huwelijk riep hij eens dat vrouwen niet moeten zeuren. “Misschien is een meneer die er flink op losramt wel heel aantrekkelijk voor sommige dames.” Het was dan ook zeker niet de emancipatie van de vrouw die hem dreef om met VVD-Kamerlid Ayaan Hirsi Ali de korte film “Submission” te maken. Daarin worden koranteksten over de onderschikking van de vrouw geschilderd op vrouwenlichamen. De film zet Van Goghs jarenlange racistische hetze tegen de islam kracht bij. In zijn columns en andere teksten noemt hij moslims consequent “geitenneuker”, of bijvoorbeeld “pooier van de profeet” of “schoenpoetser van Allah”. Moslims zijn volgens Van Gogh “boodschappers van de achterlijkste duisternis” en hij beweerde “dat de islam een geloof is dat onze vrijheden bedreigt”.

Eric Krebbers in Van Gogh was een irritant reactionair mannetje (Gebladerte Archief)