Anti-PKK-verklaring van Turks-Nederlandse organisaties komt uit de koker van de Turkse staat

De Turkse staat en de regeringspartij AKP zetten Turks-Nederlandse organisaties in om druk uit te oefenen op Koerden in Europa.
De Turkse staat en de regeringspartij AKP zetten Turks-Nederlandse organisaties in om druk uit te oefenen op Koerden in Europa.

Turks-Nederlandse islamitische en rechts-nationalistische organisaties, waaronder de islamitische werkgeversorganisatie Musiad, roepen in een gezamenlijke verklaring Europa op om de PKK niet te mild te benaderen en te blijven beschouwen als een terroristische organisatie. “Ons land mag niet weer in een spiraal van geweld terecht komen”, zo schrijven ze. Ze veroordelen uitsluitend het geweld van die Koerdische bevrijdingsbeweging en vergoelijken het Turkse staatsgeweld, begrijpelijk gezien de sterke banden van de ondertekenaars met de fundamentalistische regeringspartij AKP.

De organisaties zijn economisch en ideologisch bijna symbiotisch verbonden met die partij, en hebben er alle belang bij om zowel de Turkse staat als de AKP-regering buiten alle kritiek te houden. Maar de Turkse staat heeft een lange geschiedenis van het systematisch inzetten van geweld en terreur om elke vorm van oppositie uit te schakelen en minderheden te onderdrukken. Gezien de enorme omvang van dat al meer dan tachtig jaar lang steeds weer oplaaiende geweld, zullen we ons hier beperken tot de regeringsperiode van de AK-partij.

Buitenste kringen

De Nederlandse oproep maakt deel uit van het ideologische offensief van de AKP tegen de progressieve pro-Koerdische partij HDP en tegen links in het algemeen. De oproep van deze Nederlandse organisaties laat weer zien dat het offensief niet slechts komt van machtscentra rond de Turkse regering, maar zich verder uitbreidt tot de buitenste kringen van de machthebbers. Ook de AKP-demonstraties van twee weken geleden in Nederland en elders in Europa getuigen daarvan.

De oproep is een typisch voorbeeld van het vertoog dat de AKP en haar consorten hanteren om het Turks-Koerdische conflict, en het geweld dat daar momenteel weer mee gepaard gaat, te isoleren van alle sociaal-economische en historische achtergronden, en in zijn geheel te reduceren tot banale criminele geweldsdelicten. Men maakt van de PKK een criminele organisatie die slechts uit zou zijn op moord en doodslag, en die het gemunt zou hebben op de AKP, de Turkse staat en de Turkse bevolking. Door Koerden zo via propaganda tot barbaarse moordenaars te maken, effent men de weg voor de fascistische moordmachine van de staat die momenteel volop slachtoffers maakt.

PKK

De Turkse staat en de AKP weten dondersgoed welke ideologische en strategische veranderingen de PKK de laatste jaren allemaal heeft doorgemaakt. Het argument van de staat dat de PKK een stuk Turkse grond wil afpakken, is allang achterhaald. De partij heeft immers nadrukkelijk afstand genomen van het streven naar een eigen grondgebied en naar een eigen onafhankelijke staat. Daarbij is het natuurlijk zeer discutabel wat wiens grondgebied eigenlijk is. Öcalan en zijn PKK zijn meer en meer gaan pleiten voor een democratische republiek met een grondwet waarin rechten voor Koerden en andere minderheden worden opgenomen. Ook zou daarin meer autonomie voor de diverse regio’s moeten komen. Maar zulke veranderingen in het staatsbestel zijn natuurlijk moeilijk verteerbaar voor de autoritaire Turkse staat en de AKP. Een democratische discussie over zulke veranderingen, met de HDP als gesprekspartner, zou niet alleen het einde van de gewapende PKK betekenen, omdat die overbodig zou zijn geworden, maar ook het in elkaar storten van de steunpilaren waar de Turkse republiek ruim tachtig jaar lang op gestaan heeft. De Turkse staat en haar machtscentra in binnen- en buitenland verzetten zich dan ook met hand en tand tegen zulke veranderingen.

Dat de HDP bij de recente verkiezingen niet alleen door Koerden werd gesteund, veelal in het oosten, maar ook flinke aanhang verwierf onder Turken in het westen, heeft de AKP flinke schrik aangejaagd. Dat verklaart de gewelddadige reactie van de regeringspartij. Als een kat in het nauw werden meteen alle vredesonderhandelingen met de PKK opgeschort. De strategie van de AK-partij veranderde van de ene op de andere dag. Plots bestond er volgens president Erdogan geen Koerdische problematiek meer, stelde hij de HDP gelijk aan de PKK en kwam hij met onmogelijke eisen, wetende dat de PKK die in de huidige fase van de onderhandelingen nooit zou accepteren, namelijk dat de beweging eerst de wapens moest neerleggen voordat de onderhandelingen konden doorgaan.

Bomaanslagen

Overigens was het geweld van de Turkse staat tegen de Koerden al voor de verkiezingen volop aan de gang. De HDP kreeg toen al te maken met een reeks gewelddadige aanvallen waarbij vooral de partijkantoren het doelwit waren. Bij de laatste bomaanslag in Diyarbakir, toen partijvoorzitter Selahattin Demirtas daar was, vielen doden en gewonden. Het was meteen duidelijk wie er achter al deze aanslagen zat. De HDP zelf wist heel goed, vanuit de ervaring met tachtig jaar staatsgeweld, waar de krachten die erachter zaten op uit waren. Daarom heeft men keer op keer de achterban opgeroepen, zelfs kort na de bomaanslag in Diyarbakir, om rustig en kalm te blijven, om zo te voorkomen dat er door paniek nog meer slachtoffers zouden vallen. De HDP heeft het opschorten van onderhandelingen niet gesteund en het oplaaien van het geweld steeds afgekeurd. De partij bekritiseerde zowel de PKK als de AKP-regering vanwege het laten escaleren van het conflict, en riep steeds op tot een einde aan het geweld.

Kort na de verkiezingen, toen de AKP eenmaal over de shock van de zware nederlaag heen was, werden meteen de HDP, de linkse oppositie en de Koerden doelwit van staatsgeweld. Overal werden Koerdische winkels in brand gestoken en geplunderd, en Koerden werden op straat gelyncht en vernederd. Zelfs nadat HDP-partijkantoren, waaronder het hoofdkantoor in de hoofdstad Ankara, in brand waren gestoken, kwam Erdogan nog met beschuldigingen richting de partij, in plaats van het geweld af te keuren. Dat was op zich ook wel logisch, want waar blijft je geloofwaardigheid als je het geweld en de terreur die je zelf organiseert en uitvoert, zou gaan afkeuren?

De moslimfundamentalistische terreurbeweging IS had daarentegen helemaal geen last van de Turkse staat of de AKP. Ze onderhouden immers onderling nauwe banden. De IS zat achter de aanslagen in zowel Diyarbakir als in Sürüc, waar dertig linkse jongeren werden omgebracht. In eerste instantie werden na die aanslag wel enkele IS-militanten opgepakt, maar die werden vrij snel weer vrijgelaten. Daarna richtte alle staatsterreur zich op de Koerden en linkse oppositie. De IS werd verder met rust gelaten en al die tijd voorzien van wapens, zo bleek toen een keer per ongeluk een vrachtwagen onderschept werd. De ondertekenaars spreken in hun Nederlandse oproep van het “zogenaamde ‘moslim’-terrorisme”, en lijken er dus moeite mee te hebben om de IS een terreurgroep te noemen, precies zoals de AKP dat lange tijd had.

Vredesinitiatieven

Er zijn gelukkig ook oprechte en goedbedoelde initiatieven, zowel hier in Nederland als in Turkije zelf. Daar worden echter pogingen tot demonstraties voor vrede met grof geweld de kop ingedrukt. Wij denken dat echte vrede alleen gerealiseerd kan worden als de meerderheid van de (islamitische) Turken inziet dat men eeuwenlang in een dominante en bevoorrechte positie geprofiteerd heeft van rijkdom en privileges, ten koste van de minderheden die met grof geweld onderdrukt werden en worden. Turken moeten de confrontatie durven aan te gaan met het feit dat ze daders zijn van vele massamoorden, en bereid zijn om hun dominante en bevoorrechte positie en privileges op te geven. Men kan zeggen dat we allemaal broeders zijn, maar dat blijven loze woorden als aan de bestaande hiërarchische structuur en het nationalisme niets verandert. Met andere woorden: we moeten het nationalistische en fundamentalistische vertoog bekritiseren, want het verschaft legitimiteit aan machthebbers om discriminatie en onderdrukking van Koerden en andere minderheden te bestendigen. Die machthebbers moeten we afzetten en opsluiten. Ik ben als Turk bereid om aan de kant van de onderdrukte Koerden, en met iedereen die deze kritiek onderschrijft, te strijden voor vrede.

Bülent Yilmaz