De geldles

Een tweet van RTL Nieuws gisteren: “Jongeren bouwen steeds vaker schulden op. Daarom trekt minister Schouten miljoenen uit voor speciale geldlessen.”

“Goedemiddag! Fijn dat jullie je allemaal hebben opgegeven”, zegt een vrolijke docente, half leunend tegen haar bureau en met de rug naar een powerpointslide. Op de eerste dia prijkt in groot calibri-lettertype:

“Kapitaal: hoe en wat”

Ze klapt in haar handen.

“Wat hopen jullie uit deze cursus te halen?”

Een cursist steekt zijn hand op. Hij is blond, draagt een polo boven een spijkerbroek en heeft een zonnebril bovenop zijn hoofd.

“Ja, ik hoop een beetje regie te kunnen krijgen in mijn financiën, om geen schulden te maken.”

De ruimte valt stil. Alleen het grommen van de radiator, het tikken van een IKEA-klok en een voorbijrijdende vrachtwagen zijn hoorbaar.

“Ehm, okay…”, zegt de docente. “Iemand anders?”

Een andere cursist steekt hun hand op.

“Ik hoopte op wat tips en tricks, do’s en dont’s…”

“Okay, tja…”, hakkelt de docente, haar achterhoofd krabbend. “Daar kunnen we wel mee beginnen, of zo”.

Gevolgd door verwarde blikken ijsbeert ze even heen en weer.

“Okay, wie hier kan een hypotheek krijgen?”

Van de twintig handen gaan er drie omhoog.

“Perfect! Doe dat! Huur is de grootste uitgave van de meeste huishoudens. Als je een huis koopt, bouw je eigen vermogen op. En het scheelt in de maandlasten. Als daarmee jullie vragen…”

Een volgende hand steekt omhoog. “Maar wat als je geen huis kan kopen?”, onderbreekt een cursist.

“Tja… Wiens ouders hier hebben een huis?”

Nu steken zeven cursisten hun hand omhoog, waaronder de eerste drie.

“Mooi! Hoe oud zijn ze?”

Een cursist in de eerste rij haalt diens schouders op. “Like, vijftig?”

De docente knikt begrijpend. “Stel grote uitgaven dertig tot veertig jaar uit.”

Content loopt de docente terug naar haar bureau, waar ze een boek openslaat.

“Okay, als we dat gehad hebben…”, begint ze, maar voor ze haar zin af kan maken, barst de klas in geroezemoes uit.

“Sorry hoor”, zegt een cursist in de achterste rij. “Is dat alles?”

“Alles wat?”, vraagt de docente verrast.

“Is dat je advies? Koop een huis of erf een huis?”, vraagt de cursist vol ongeloof in haar stem. “Je kan net zo goed zeggen ‘word rijk geboren’ of zo.”

De docente schudt haar hoofd. “Ik sta niet graag stil bij fouten uit het verleden.”

“Dus je gaat ons niet vertellen hoe we uit de schulden kunnen blijven?”

De docente schudt haar hoofd. “Dat lijkt me niet zo zinvol, daar kunnen jullie niet zo veel aan doen.”

“Wat…”

“Het is vrij simpel”, vervolgt de docente. “Prijzen stijgen, lonen blijven gelijk. Als vaste lasten als huur, boodschappenprijzen en zorgkosten stijgen, en je inkomen blijft gelijk, dan hou je minder geld over. Niet veel aan te doen. En ja, dan kan je je broekriem aanhalen, maar jullie weten beter hoe, en als jullie niet meer weten hoe, kan ik je niet helpen.”

Achterin de ruimte, onderuitgezakt onder een petje met een schuldig kijkende shiba inu, steekt een cursist zijn hand op.

“Ik dacht aan iets van bitcoin…”, begint hij voorzichtig. De docente knikt.

“Oh ja! Als je toevallig nog ergens bitcoin hebt liggen, die verkopen.”

Het petje schudt zijn hoofd. “Nee, ik bedoel, bitcoin kopen.”

“Ohhh…”, zegt ze, en ze schudt haar hoofd. “Beter van niet. Zodra je van een cryptomunt hoort, zijn de bedenkers er al met de poen vandoor. Je zou een munt kunnen beginnen, maar ik mag expliciet geen fraude aanraden.”

“Bovendien is het voor mijn werk contraproductief. Voor elke crypto bro met een landhuis zijn duizenden mensen failliet geraakt. Het geld moet ergens vandaan komen”, legt de docente verder uit.

“Duss… wat doet u hier?”, vraagt een van de studenten.

“Therapie!”, stelt de docente. “Armoede is niet je eigen schuld”, verklaart ze. “De welvaart in dit land is allang verdeeld, en de mensen die het hebben, hebben ook de macht om te zorgen dat dat zo blijft. Daar iets tegen doen is een beetje als een berg beklimmen met gebonden handen en voeten.”

“Ik hoop dat jullie je een beetje beter voelen over jezelf als nóg een VVD-politicus vanuit een Wassenaarse villa tweet dat jullie minder avocado’s moeten eten”, legt ze uit. “Depressiviteit drukt de arbeidsproductiviteit.”

De studenten kijken elkaar aan. Sommigen pakken hun jas.

Eén cursiste staat op, stem bibberend met een mix van woede en onmacht. “Er is toch wel íets dat we kunnen doen?”, roept ze uit.

De docente glimlacht. Met een druk op de spatiebalk verschijnt een volgende dia, met daarop een diagram van een molotovcocktail.

“Nu je het zegt…”

Bo Salomons

(Dit stuk verscheen eerder als een draadje op Twitter.)