De P erin hebben

Wil je weten wat de Participatiewet doet? Hoe het continu dreigen van het ontnemen van dat beetje bestaanszekerheid doorwerkt? Hoe die repressie ingrijpt in het leven van bijstandsgerechtigden en mensen om baanlozen heen? Lees het ervaringsverhaal van een bijstandsgerechtigde vrouw.

De vrouw is een paar jaar baanloos en ouder van een prachtige zoon. Ze belde mij een paar dagen terug en deed huilend haar verhaal.

Ze heeft een zoon die sinds een paar maanden zijn woonruimte kwijt is. De zoon wil dit studiejaar afstuderen. Zijn inkomen (hij heeft geen recht meer op een studielening) komt uit 16 tot 20 uur flexwerk tegen een minimumuurloon. Die inkomsten gaan op aan studiegeld, de verplichte ziektekostenverzekeringspremie, reiskosten, een telefoonabonnement, verzekeringen, en een achterstallige huurschuld. En dan is de pot leeg. “Hij kan gelukkig vaak bij mensen aanschuiven voor een warme maaltijd, maar er zijn ook dagen dat hij op vier boterhammen met pindakaas leeft.”

Nu zou je zeggen: ze is toch zijn ouder? Kan hij niet weer bij haar gaan wonen? “Ja, ik zou hem met liefde een plek bieden, er is ruimte genoeg! Maar…” Mocht zij haar zoon een thuis bieden, dan moet dat officieel worden gemeld bij de Sociale Dienst. Dan durft ze er om te wedden dat haar uitkering eerst wordt stopgezet, “want zo werkt dat hier wel”. Waarna ze achter de soos aan moet om te zorgen dat die uitkering weer wordt hervat.

De Participatiewet verordent dat, als deze vrouw woonruimte met iemand deelt, de kostendelersnorm van kracht gaat zijn. Ze gaat trouwens niet eens uitzoeken hoe nadelig het dan voor hen samen uitpakt: “Het gaat er mij niet om dat wij niet voor elkaar willen zorgen, niets met elkaar zouden willen delen, maar elke euro minder is er een teveel als je de eindjes al aan elkaar moet knopen”, en daarom is ze principieel tegen de kostendelersnorm.

Daarnaast wil ze geen extra aandacht van de Sociale Dienst, ze wil ook niet dat haar zoon ineens aandacht geniet van die pennenlikkers. Zijn privacy bestaat dan niet meer, en: “Voor je het weet, trekken ze hem dan aan zijn haren allerlei trajecten in, ook al heeft hij geen uitkering”.

Ze hebben overwogen om het dan maar stiekem te doen; gewoon niet opgeven dat een zoon tijdelijk bij een ouder woont. “Het kan best, want wie gaat ons verklikken? Niemand toch?…” Als het wel zou uitkomen, dan is deze vrouw zwaar de sigaar. Dan kan ze de rest van haar leven een uitkering plus fraudeboete af gaan lossen in de bijstand. En dat wil ze allemaal niet en haar zoon wil dat niet voor haar.

Wat gebeurt er nu dan? De vrouw biedt haar zoon geen woonruimte aan en hij moet maar op straat gaan wonen, of bij vrienden en vage kennissen blijven crashen totdat ze hem zat zijn. “Ik voel me schuldig, terwijl ik weet dat ik de schuldvraag niet bij mezelf kan leggen. Ik ben hier zo kwaad om, hè. Ik heb grote zorgen om mijn zoon, maar kan niets met deze frustraties.”

Na haar telefoontje snottermopperde ik een theedoek vol – wat kan ik voor haar doen? Ik kan haar zoon ook geen woonruimte aanbieden, want ik zit in hetzelfde bijstandsschuitje – en schreef daarom maar dit stukje.

Zó destructief is die Participatiewet dus, zo werkt die disciplinering door. Zo klote is laagbetaalde flexarbeid. Zo verneukt is de ‘woningmarkt’ voor de onderkant van de samenleving. Sociale verhoudingen worden ontwricht, solidariteit wordt ontmoedigd, en dat is ronduit f*cked up!

PS Wie heeft er, of heeft weet van, gratis goede woonruimte (zonder staatsbemoeienis) in Tilburg of Utrecht voor een maand of zes?

Puk Pent