Grote Nederlandse winst van Erdoğan voorafgegaan door decennia aan opbouw van extreem-rechtse structuren

Bij een Grijze Wolven-demonstratie in oktober 2007.

Moslimfundamentalisten en nationalisten wonnen de verkiezingen in Turkije. In Nederland kreeg de nationaal-fundamentalistische president Recep Erdoğan de meeste stemmen.

Bij de Turkse parlementsverkiezingen en presidentsverkiezingen van afgelopen week kwamen de ultra-nationalisten en conservatief-fundamentalisten als winnaar uit de bus. Ondanks een verlies van zeven procent ten opzichte van de vorige verkiezingen, houdt de nationalistisch-fundamentalistische alliantie van Erdoğan een meerderheid in het parlement. Wint hij ook de tweede ronde, dan zal hij meer macht naar zich toetrekken, zowel binnen als buiten het parlement.

Twee van de vier partijen die als coalitiepartner van de sociaal-democratische CHP in het parlement komen, zijn afsplitsingen van Erdoğans AK-partij. Hoe die straks gaan handelen in het huidige politieke spectrum moet nog worden bezien. De ultra-nationalist Sinan Oğan, die na Erdoğan en CHP-er Kemal Kılıçdaroğlu als derde kandidaat meedeed aan de presidentsverkiezing, won vijf procent van de stemmen. Hij wijst vluchtelingen aan als zondebok de van alle problemen, en eist in ruil voor steun aan de CHP in de tweede ronde een cordon sanitair rondom de Koerdische partij YSP.

Nederland

Ook in het buitenland werd er gestemd voor de parlements- en presidentverkiezingen. In Nederland kreeg Erdoğan net als bij vorige verkiezingen meer dan zestig procent van de stemmen. Nederland telt na België het hoogste percentage Erdoğan-stemmers in Europa. Dat hij zoveel stemmen haalt in Nederland, is geen verrassing. Sinds de jaren zeventig kreeg de conservatieve Refah Partij, die ook bekend staat als Milli Görüş, veel steun uit kringen van Turkse arbeidsmigranten, veelal afkomstig uit Midden- en Noord-Anatolië. In tegenstelling tot de seculiere sociaal-democraten bouwde Milli Görüş gestaag een conservatief fundamentalistisch netwerk op, veelal rondom eigen moskeeën. Toen er nog niet in het buitenland gestemd mocht worden, lukte het Milli Görüş veel beter dan andere organisaties om de achterban te mobiliseren: mensen werden met bussen en vliegtuigen naar Turkije vervoerd om daar te gaan stemmen op de Refah Partij. De toenmalige leider Necmettin Erbakan bezocht persoonlijk massabijeenkomsten van Milli Görüş in Europa.

Erdoğan was altijd betrokken bij Milli Görüş en de Refah Partij, maar zei in 2001 afscheid van hen te nemen om een nieuwe koers te gaan varen. Hij richtte de AKP op, maar de buitenlandse achterban van Milli Görüş bleef hem trouw. R.T. Erdoğan richtte daarnaast in Europa een organisatie op die rechtstreeks aan hem was verbonden. Dat was de Union Europäisch-Türkischer Demokraten (UETD) die later omgedoopt werd in Union Internationaler Demokraten (UID). Officieel gaat het om een onafhankelijke lobby-organisatie, maar de spin in dat web, het bestuur en de voorzitter, zijn direct verbonden aan Erdoğan zelf. De huidige voorzitter is Hasan Tekten. De UID staat in nauw contact met de Turkse consulaten, en men organiseert en faciliteert bijeenkomsten en demonstraties, en maakt propaganda voor Erdoğan in het buitenland.

Netwerk

Kort geleden overleed Tektens vader. Dat was een goede gelegenheid om een beeld te krijgen van hoe de huidige coalitie in Nederland eruit ziet. Aanwezig bij deze begrafenis waren de Turkse ambassadeur Selçuk Ünal, de consul-generaal Sevgi Kısacık, UID-voorzitter Köksal Kuş, voormalig UID-voorzitter Turan Atmaca, AKP-buitenland coördinator verkiezingen Fatih Toprak, Denk-voorzitter Ejder Köse, Nederlandse moslimwerkgevers-organisatie Müsiad-voorzitter Ali Köklü, en Turkse Ondernemersvereniging TOVER-voorzitter Durmus Dogan. Die laatste was in 2015 in Istanboel nog kandidaat bij de parlementsverkiezingen namens de Grijze Wolven-partij MHP.

Waar ik eerder ook aandacht aan besteedde, waren de Osmanli Ocaklari (Ottomaanse Haarden). Over deze vage organisatie is weinig bekend. Wel weten we dat er in Turkije paramilitaire en aan Erdoğan verbonden groepen actief zijn onder dezelfde naam. Die gaan nu en dan de straat op, zoals destijds tijdens de coup. Er zijn aanwijzingen dat ze ook in Europa actief zijn, maar dat moet nog nader onderzocht worden.

Als men wil begrijpen waarom Erdoğan veel stemmen weet te winnen in Nederland en de rest van Europa, dan moet men eerst kijken naar de macht van organisaties als Milli Görüş, UID, Diyanet en allerlei moslimfundamentalistische en paramilitaire groepen die sinds de jaren zeventig de Turkse gemeenschap in hun greep houden. Hetzelfde geldt ook voor nationalistische tendenzen, als het gaat om de groei van Turks ultra-nationalisme in Turkije en in Nederland. Om die macht te breken is een gezamenlijke strijd noodzakelijk, hier en nu, in plaats van elke keer weer verrast te zijn of verontwaardiging te uiten als er verkiezingen zijn geweest.

Ender Kaya